Auto 17 november 2000

Fietsersbond bepleit ontwikkeling bewustzijn en goede voorlichting

„Fietshelmactie
weggegooid geld”

A. J. Coster
Een fietsend kind dat rondrijdt met een helm op is nog lang geen gemeengoed in het Nederlandse straatbeeld. Al jaren voert onder andere verkeersorganisatie 3VO actie om dat te veranderen. „Elk jaar vallen er 35 verkeersdoden onder fietsende jonge kinderen. Dat moet minder en daarbij kan een helm helpen”, aldus woordvoerder B. J. Woudenberg.

Al zo'n tien jaar voeren 3VO en de Stichting Consument en Veiligheid campagne om de fietshelm in zwang te krijgen. De resultaten daarvan blijven echter ver achter bij wat beoogd wordt, geeft Woudenberg aan. „Dat zit ook in de aard van de Nederlanders. Alles waarmee zij zich betutteld voelen, roept weerstand op. Dat zien we bij de autogordel, dat zien we bij de bromfiets- en motorhelm, dat zien we bij de alcohol-in-het-verkeercampagnes. Het is dus niet zo verwonderlijk dat het bij de fietshelm net zo gaat.”

Hoewel de helmactie nog niet aanslaat, gaan de organisaties er gewoon mee door. „Weggegooid geld”, is het bondige oordeel van O. van Boggelen, beleidsmedewerker van de landelijke Fietsersbond. Hij ondersteunt zijn opmerking met cijfers. „Twee jaar geleden verkocht 3VO 5000 helmen op Drentse scholen, voor 5 gulden per stuk. Als er nog een stuk of 500 gedragen worden, is dat veel. Het idee om wat aan de veiligheid van fietsers te doen, is lovenswaardig. Maar de invoering van de fietshelm vinden wij symptoombestrijding.”

Bewust maken
De Fietsersbond zou liever investeren in voorlichting en het voorkomen van gevaarlijke situaties. Volgens Van Boggelen moeten kinderen bewust worden gemaakt van hun kwetsbaarheid. Daarom moet bijvoorbeeld de zichtbaarheid in het algemeen en goede fietsverlichting in het bijzonder een automatisme worden. „Maatregelen op dit vlak kunnen de oorzaak van letsel, een ongeval, voorkomen. Dat is beter dan koste wat het kost kinderen een helm te laten dragen.” Van Boggelen wijst er nog op dat bij het dragen van een helm de plaats van het letsel alleen maar verschuift. „Was het vroeger het hoofd, wij denken dat bij een helm de nek aan de beurt is. Als geheel lost het dus niets op.”

De bond streeft naar voorlichting voor de jeugdige fietsers en eventueel hun ouders. Daarnaast wil hij aandacht voor de 'snelle kant' van het verhaal. „Ten opzichte van auto's en vrachtauto's zijn fietsers erg kwetsbaar. Bij een ongeval tussen deze twee helpt een helm ook niet. Wij willen daarom bijvoorbeeld dat dodehoekspiegels op trucks verplicht worden. Hierdoor wordt de fietser gesignaleerd en is weer een ongeval voorkomen.”

Woudenberg wil niet zeggen dat de maatregelen van de Fietsersbond niet zinvol kunnen zijn. Hij kan Van Boggelen echter niet volgen als het gaat over de oorzaak van de ongevallen. „De Fietsersbond heeft gelijk als hij zegt dat een helm niet helpt bij een botsing met een vrachtauto, maar hij moet niet doen voorkomen of dat de enige vorm van ongevallen is. Jaarlijks komen 35 jonge kinderen om door een fietsongeval. Driekwart daarvan betreft eenzijdige ongelukken, waarbij ze bijvoorbeeld op de stoep vallen of tegen een paaltje rijden. In dat soort gevallen kan een helm goede bescherming bieden.”

De Fietsersbond zit dus niet op hetzelfde spoor als 3VO en Consument en Veiligheid. „Dat is uiteindelijk ook niet verwonderlijk”, vindt Van Boggelen. „Zij gaan voor veiligheid, bij ons staat de fietser voorop in een pakket van maatregelen om fietsen aantrekkelijker, veiliger en sneller te maken. Per doelgroep bekijken wij wat er mogelijk en nodig is. Wielrijders die met 60 tot 70 kilometer per uur van een Limburgse heuvel af komen, moeten anders benaderd worden dan de recreatieve fietser die met een gangetje van 15 kilometer per uur door de bossen fietst.”

Kapper
Toch hoopt Van Boggelen dat de campagne van 3VO resultaat zal opleveren. „Komt het helmdragen niet vrijwillig van de grond, dan ben ik bang dat het toch eens tot een verplichting zal komen, en dan voor iedereen. Daar moet je toch niet aan denken: naar de slager, de supermarkt en de kapper met een helm op je hoofd.” De maatregel zal volgens de beleidsmedewerker ook nog een ander effect hebben. „In landen waar al een helmplicht is, zoals Australië, is het gebruik van de fiets drastisch gedaald. Het aantal letselgevallen daarentegen bleef gelijk of steeg zelfs.”

De beleidsmedewerker heeft daarvoor wel een verklaring. „Enerzijds volgt uit een daling van het aantal fietsers haast automatisch een toename van het gemotoriseerde verkeer. Dat maakt het weer gevaarlijker voor de overgebleven fietsers. Anderzijds gaan mensen de vermeende verhoogde veiligheid van de helm onbewust compenseren met een risicovoller gedrag. Het is bijvoorbeeld bekend dat er met oldtimers naar verhouding minder ongevallen gebeuren dan met auto's vol met ABS, airbags en dergelijke. Dat wil niet zeggen dat dat soort voorzieningen niet kan helpen, maar de grenzen worden verlegd.”

Het 'gevaar' van de verplichting komt volgens de beleidsmedewerker overigens niet uit Nederlandse hoek. Volgens zijn inschatting zal de minister van Verkeer en Waterstaat de helm nog niet zo snel verplichten. Een eventuele helmplicht zal eerder uit Brussel komen, verwacht Van Boggelen. „Op initiatief van het Europees Parlement loopt er op dit moment een onderzoek naar de relatie tussen helmplicht en fietsgebruik. De balans neigt wat door te slaan naar helmplicht, mede op aandringen van een land zoals Spanje.”

Vlees en bloed
Het probleem is echter dat landen zoals Spanje „totaal geen fietstraditie hebben. Mensen die daar op een tweewieler stappen, doen dat meestal in sportverband en lopen dan ook meer risico's. Dat Spanje weinig fietsers heeft die relatief veel bij ongevallen betrokken zijn, zou dus mede bepalend kunnen zijn voor een eventuele helmplicht in ons land, terwijl het eigenlijk een lokaal probleem is.”

Weer onderbouwt Van Boggelen zijn verhaal met cijfers. „Onderzoek toont aan dat in landen zoals Engeland en Italië, waar weinig fietskilometers worden gereden, toch veel slachtoffers vallen. In Denemarken en Nederland is de situatie precies andersom: veel kilometers en een verhoudingsgewijs laag percentage dodelijke slachtoffers. Zou het dan toch zo zijn dat veel vlees en bloed nog een remmende werking heeft op al het verkeersblik?”