Vakbeurs past in groeiende interesse voor oude boten
Reünie van liefhebbers varend erfgoedDoor A. Ermstrang Geen land heeft er zoveel behouden of nagebouwd. Nederland telt zeker 5000 traditionele en klassieke schepen. Vaak ouder dan 50 jaar, opgeknapt, soms vrijwel nieuw opgetrokken of in stijl spiksplinternieuw. Het beheer en onderhoud ervan vraagt geld, vrije tijd en vooral kennis. Eén keer per jaar wisselen de liefhebbers van het varend erfgoed ideeën uit. Volgende week ontmoeten ze elkaar weer tijdens de vierde vakbeurs Klassieke schepen. Die wordt wel gezien als een reünie in deze branche. Hoog boven een voormalige slagerij in de tuin achter zijn woning in Andijk zetelt Thedo Fruithof. Daar bevindt zich het zenuwcentrum van de beurs Klassieke schepen. Vanuit het hooggelegen kantoor door hemzelf gebouwd met tweedehands planken van een botenloods is de dijk te zien. Daarachter ligt het IJsselmeer. Bijna nergens kun je zo dicht bij het IJsselmeer wonen als op deze plek. Op bed hoor je soms de golven klotsen. Heerlijk. Fruithof is een oude rot in het vak. Voordat hij een eigen projectbureau in het leven riep, was hij jarenlang als maritiem conservator verbonden aan het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. Nu is hij de stuwende kracht achter de vakbeurs Klassieke schepen en tevens initiatiefnemer van een nieuw op te richten bureau Monumentenzorg voor schepen. Bij grote maritieme evenementen als Sail en Brest is Fruithof paraat. Hij is er verantwoordelijk voor de opbouw en inrichting van de Nederlandse paviljoens van het varend erfgoed. Echte liefhebbers Kotters, rond- en platbodems, sloepen, klippers, botters en allerlei (zeil)jachten staan steeds meer in de belangstelling. Duizenden liefhebbers ontmoeten elkaar volgende week van 10 tot en met 12 november op het terrein van het museum Nieuw Land, pal naast de Bataviawerf. Het is voor de eerste maal dat de klassieke schepen uitwijken naar Lelystad. Daarvoor werd driemaal een beurs in Spakenburg gehouden. Een prima plek, aardige mensen en een perfecte ambiance, weet Fruithof. De locatie werd evenwel te klein. Een enquête vorig jaar wees uit dat zeker eenderde van de aanwezige 4000 bezoekers niet eerder de beurs bezocht. De verwachting is dat opnieuw het aantal bezoekers zal toenemen. Daarom gaat men dit jaar naar museum Nieuw Land. Circa honderd standhouders, waaronder alle behoudsverenigingen dat zijn er inmiddels dertien presenteren zich in Lelystad. Klassieke schepen probeert niet zoveel mogelijk mensen naar zich toe te halen. We zijn geen Hiswa die, vanuit hun gezichtspunt terecht, probeert zoveel mogelijk mensen te trekken. Hier komen de echte liefhebbers, aldus Fruithof. Hij is overigens aangenaam verrast door de aangekondigde komst van enkele bussen vol Belgen naar 'zijn' beurs. Opduwertjes Voor ontmoeting, het plannen van een (nieuwe) aankoop, het aanbrengen van veranderingen op het schip of vanwege simpelweg wat technische probleempjes komen of varen de schippers van heinde en verre naar Flevoland. Hoewel het laat in het seizoen is, zal een deel van hen bij de Bataviawerf aanmeren. Ook in Spakenburg was dat het geval, maar de kade bood daar niet zoveel ruimte als in Lelystad. Een stoombootje liep de vorige maal vast op een drempel in het historische haventje. Fruithof verwacht dat zo'n 5000 mensen zich volgende week naar Lelystad begeven. Eigenlijk hoeft hij er niet eens zoveel aan te doen. De mensen die het moeten weten, kunnen het weten. Uit vakbladen en onderlinge gesprekken. Zij kunnen straks hun hart ophalen temidden van aggregaten, voorbeeldbetimmeringen, boeken, dekzeilen, gereedschappen, reddingsmiddelen, touwwerk, epoxy en talloze andere zaken. De interesse voor het varend erfgoed kun je een hausse noemen. Zeegaande jachten, botters, lemsteraken, sleepboten, Staverdense jollen en eigenlijk alle kleinere gezinsschepen worden weer nagebouwd. Er is zelfs weer iemand die opduwertjes levert. Naast de markt voor particulieren is er natuurlijk de chartermarkt, een ontzettend belangrijke groep met zo'n 500 schepen die de wereld rond varen. Ook daaraan besteedt de beurs veel aandacht. In het bloed De interesse voor de monumentale schepen verklaart Fruithof niet alleen uit de welvaart. Dat heeft er natuurlijk wel mee te maken, maar het is ook een beetje een tegenhanger van de moderne tijd. Hoewel, ook in klassieke schepen worden de nieuwste snufjes gebruikt. Bovendien zit het varen ons in het bloed. Vroeger had iedereen een bootje achter het huis liggen. De Gouden Eeuw was er niet geweest zonder het varen. En waarom trekt Sail zoveel mensen? Kijk ook eens naar de aandacht voor de maritieme historie bij gemeenten die hun oude havens weer in gebruik nemen of zich inzetten voor museumhavens. Om de vele varende monumenten voor de toekomst veilig te stellen, moet er evenwel nog veel gebeuren, vindt hij. We zoeken met de overheid naar faciliteiten om het behoud en de restauratie te stimuleren, net als in de Monumentenwet. Dat resulteert hopelijk in ligplaatsenreductie, belastingfaciliteiten en eventueel ook subsidies, net als bij onroerende monumenten. In stichtingsvorm lukt dat al wel, maar voor particulieren nog niet. We proberen de beleidsmakers te overtuigen van het belang daarvan. Ook moet uitverkoop op termijn worden voorkomen. In Noorwegen is het bijvoorbeeld niet mogelijk om een schip ouder dan 50 jaar te exporteren. Prijs Bijzonder tijdens Klassieke schepen is de uitreiking van de Edgar Doncker Prijs 2000. De industrieel Doncker legde voor zijn dood vast dat jaarlijks een prijs naar respectievelijk de kindergeneeskunde, het natuurbehoud en naar waarachtige Nederlandse cultuur zou gaan. Dit jaar is de prijs eenmalig voor het varend erfgoed. Een jury onder leiding van Fruithof nomineerde uit 42 voordrachten 5 personen. Het gaat om de drijvende kracht achter de Oude Haven in Rotterdam, mr. P. Blussé van Oud-Alblas, Cees Dekker uit Obdam (botterbehoud), ir. Reid de Jong uit Workum (beroepszeilschippers, oude werf Zwolsman), Gerrit Zomer uit Zierikzee (hoogaarzen) en Willem Vos uit Lelystad (Bataviawerf). Volgende week vrijdag ontvangt één van hen een bedrag van 50.000 gulden. Daarnaast wordt nog eens 250.000 gulden overhandigd, bestemd voor een van te voren gekozen erfgoedproject. De vakbeurs Klassieke schepen 2000, op het terrein van museum Nieuw Land aan het Bataviaplein in Lelystad, is op vrijdag 10 november geopend van 10.00 tot 22.00 uur en op zaterdag 11 november van 10.00 tot 18.00 uur. Toegangsprijs volwassenen 15 gulden, 6- tot 17-jarigen 7,50 gulden. Info: www.klassieke-schepen.nl. |