Auto | 30 juni 2000 |
Uitvinder: Bij slecht zicht rijd je niet te hard, je remt te laatKnipperend achterlicht bij mistDoor A. J. Coster Gerlo raakte op 19 februari 1991 zelf bijna betrokken bij een kettingbotsing in zeer dichte mist. Het was bij Raamsdonksveer, waar uiteindelijk over 6 kilometer lengte verschillende kettingbotsingen en kop-staartbotsingen plaatshadden. Hoewel ik er middenin zat, kwam ik er zonder schade van af. Het gebeuren liet de Krimpenaar niet meer los. In gedachten reconstrueerde hij het ongeval. In dichte mist rijdt iedereen 'blind' achter het mistachterlicht van zijn voorganger aan. Meer is er meestal niet te zien. Ook geen remlichten: die worden compleet weggestraald door het mistlicht. Plotseling staat dan de voorganger voor jouw motorkap, en dan is het te laat. Later onderzoek van Gerlo naar kettingbotsingen in mist bevestigen zijn gedachtegang: Bij de meeste mistbotsingen blijken er geen of nauwelijks remsporen te zijn. De bestuurders zijn dus puur door de gang van zaken overvallen. Te laat remmen Het ARFF begon aan zijn lange weg voor erkenning. De uitvinder was en is overtuigd van het nut. Bij mist rijden we niet te hard, we remmen te laat. Elke fractie van een seconde eerder remmen scheelt ongevallen en slachtoffers. Een bestuurder moet weten wat zijn voorganger doet. Als eerste klopte hij bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat aan. Dat viel niet mee. Ook de gang naar de Rijksdienst voor Wegverkeer en de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid bood geen soelaas. Onbegrijpelijk, vindt Gerlo. Kijk eens naar de naam van die laatste organisatie. Tot twee keer toe ben ik er echter pertinent geweigerd. Terwijl tussen 1988 en 1998 290 doden door ongevallen in de mist vielen. Ik had niet dé oplossing voor het probleem, maar ik was en ben ervan overtuigd dat mijn vinding mensenlevens kan sparen. Kamerdebat Helemaal onbekend met het systeem was de toenmalige minister Maij-Weggen van Verkeer en Waterstaat overigens niet meer. Gerlo had haar eens persoonlijk een ARFF in handen gedrukt. De minister was direct overtuigd van de werking van het apparaat en beloofde een en ander nader te bezien. Omdat Gerlo ook Tweede-Kamerleden had bestookt met informatie over zijn uitvinding, kreeg de nieuwe minister, mevrouw Jorritsma, al snel de kans de woorden van haar voorgangster waar te maken. Op 8 april 1997 volgde een kamerdebat over het nut en de noodzaak van het knipperende mistachterlicht. Gerlo wachtte de uitkomst hiervan met spanning af. Enkele weken daarvoor had hij namelijk een proefproces over het voeren van zijn uitvinding gewonnen. Dat was op zich nog een hele geschiedenis. Ik moest en zou aangehouden worden. Ik wilde met het hele spul voor de rechter. Dat gebeurde uiteindelijk op 3 januari 1997. De rechter oordeelde dat ARFF niet verboden kon worden. Verkeer antwoordde toen nog dat het daar geen boodschap aan had. Mistlaboratorium De uitvinder-onderzoeker ging niet alleen met deze uitkomst aan de slag, hij onderzocht ook op eigen houtje de Europese regelgeving op het gebied van autoverlichting. Ik kwam tot de conclusie dat het ARFF-systeem nergens verboden zou kunnen worden. Daarnaast wordt in negen van de tien gevallen een rood knipperende lamp als waarschuwingssignaal geïnterpreteerd. H. van Geenhuizen van de Rijksdienst voor Wegverkeer betwijfelt de lezing van Gerlo: Volgens mij mag er geen licht knipperen aan de achterzijde van de auto, behalve de richtingaanwijzer en alarmverlichting. Het systeem als zodanig kan best bijdragen aan de verkeersveiligheid, hoewel dat nog bewezen moet worden. Maar volgens de RDW mag het gewoonweg niet. Documenten en papieren beweren het tegendeel volgens Gerlo. In mijn onderzoek kwam ik op verschillende plaatsen de zin tegen dat iedereen een knippersignaal af mag geven om dreigend gevaar af te wenden. Daar zijn voor de achterkant van de auto maar twee zaken bij van belang: er moet dreigend gevaar zijn en het knipperlicht moet rood of oranje zijn. Noodstop Terwijl zijn ARFF nu erkenning krijgt, gaan Gerlo's gedachten al weer verder. Het logische gevolg op het knipperen van de lamp bij mist, is een waarschuwingssignaal bij een noodstop. Het maakt dan niet uit of het mistachterlicht staat ingeschakeld of niet, bij acuut sterk remmen gaat hij alarmerend knipperen. In opdracht van het Verbond van Verzekeraars start de Krimpenaar deze zomer in zeventien Europese landen een onderzoek naar de resultaten van dit nieuwe Emergency Stop Warning System (ESWS). |
![]() |