Auto | 16 juni 2000 |
Mini en MoszkowiczPa Moszkowicz reed er jaren in, zoon Max Moszkowicz heeft er al vijf versleten en zoon David Moszkowicz kan dagelijks kiezen uit twee exemplaren. De Mini. Een familieafwijking, grijnst mr. Max. Voor het dagelijkse woon-werkverkeer door de drukte van Maastricht pakt Max Moszkowicz altijd z'n Mini. Een rood Coopertje. Een betere auto voor het stadsverkeer is er nooit gemaakt. Mooi, handig en praktisch, somt de jurist op. Pk's, motorinhoud en typeaanduiding ontgaan hem. Interesseert me niet. Ik ben niet zo technisch. Het tijdloze en het Engelse van Mini spreekt Max aan. Kijk naar die neus en je weet wat ik bedoel. Een heel mooi neusje, smult hij. Moeilijk te omschrijven. Je bent eraan verslaafd of je bent het niet. Andere oldtimers boeien de advocaat niet. DAF? Dat is geen auto. Kever? Daar is Hitler mee begonnen, wil ik niet eens in rijden. Fiat? Leuk. Heb ik als student ook gehad. Eend? Heel apart. Sinds z'n 18e verplaatst Max Moszkowicz zich per Mini. De vierde of vijfde inmiddels. Mijn zoon is bijna 18 en vraagt wanneer hij een Mini krijgt. Krijgt? Als hij er hard voor werkt. Eerst werken, dan rijden. Een tweedehandsje, hoor, haast hij zich te zeggen. Behalve z'n Mini rijdt Moszkowicz nog een auto. Maatje groter: een Jaguar. Voor de lange afstand. De afwisseling tussen de Spartaanse Mini en de comfortabele Jaguar spreekt me aan. De geringe hoeveelheid comfort in de Mini hindert de 45-jarige advocaat niet. Ik ben eraan gewend. Als ik geen Mini meer kan rijden, voel ik me oud. |
![]() |