Strijd om nieuwe Mini

De nieuwe Mini komt eraan. In oktober debuteert de jongste en kleinste loot aan de BMW-stam op de Birmingham International Motor Show. De marktintroductie volgt begin 2001.

Het eerste prototype werd drie jaar geleden voor het eerst op de IAA in Frankfurt gepresenteerd. Dr. Heinrich Hietmann, lid van de raad van bestuur van BMW Group, is „blij” dat de wereldpremière straks in de „geboorteplaats” van de Mini, Birmingham, plaatsheeft. „Wij verheugen ons op de komst van deze auto. Ik kan u verzekeren dat het hier gaat om een allesbehalve alledaags automobiel.”

Niet iedereen is echter enthousiast over de 'Duitse' variant van het decennia-oude Engelse concept. In de 3600 leden tellende Mini Seven Club –de op een na grootste in zijn soort– is een heuse strijd ontbrand over de vraag of nieuwe Mini-rijders wel lid mogen worden.

Joop Groos, hoofdredacteur van het clubblad, ziet het nieuwe model niet zitten. „Het Engelse is eraf.” Over een eventuele aanschaf piekert hij niet. „De wielen mogen dan op de hoeken staan en de kilometerteller mag in het midden zitten, voor de rest is het geen Mini. 't Lijkt meer een Lupo.”

Ben van Leeuwen van het Mini Centre in Aarlanderveen moet eveneens niets van de jongste boreling van BMW hebben. „BMW heeft de naam gepikt. Dit heeft niets meer met Mini te maken. Helemaal nul. Kinderachtig commercieel gedoe”, moppert hij. „Een Mini is kunst.”

De prijs van de Mini-BMW komt ergens tussen de 40 en 50 mille te liggen, afhankelijk van de uitvoering. „Voor de meeste Mini-rijders te hoog gegrepen”, vreest Groos.

In september rijdt de laatste 'echte' Mini van de band. Hoewel... de fans weigeren het vooralsnog te geloven. „Je weet maar nooit met die Engelsen”, reageert Van Leeuwen voorzichtig. Ook de familie Groos hoopt op een doorstart. „Ze hebben in Engeland al zo vaak gezegd dat het einde oefening is. Maar telkens slagen ze er toch weer in nieuwe series te produceren. We wachten af.”