Rijbewijs voor alles op kleine wieltjesDoor A. J. Coster Skaters. Ze komen er steeds meer in Nederland. Het lijkt wel of iedereen naast zijn fiets een stel skates of skeelers in de schuur heeft liggen. Met het aantal skaters neemt ook het aantal ongevallen toe. Daarom geeft de Skatebond Nederland (SBN) sinds kort een skatevaardigheidsbewijs af. Directeur H. van Os: Zie het als een rijbewijs voor alles op kleine wieltjes. De komst van een skatevaardigheidsproef en -bewijs was meer dan nodig, schetst Van Os. Nederland telt zo'n 1,5 tot 2 miljoen skaters en skeelers. Van hen moesten er vorig jaar 13.000 worden behandeld in een ziekenhuis. Drie skaters vonden de dood. Uit onderzoek naar de ongevallen blijkt dat het overgrote deel wordt veroorzaakt door remproblemen, zwikken, stunts en vallen vanuit stilstand. De SBN, sinds juni vorig jaar door het ministerie van Verkeer erkend als vertegenwoordiger van skatend en skeelerend Nederland, constateerde niet alleen de problemen, maar ging er ook mee aan de slag. Wij willen de doorsnee skater een cursus aanbieden met een aantal basisvaardigheden. Niet zo moeilijk allemaal, maar wel erg praktisch. Opleiding In november startte de SBN met een door het rijk erkende opleiding voor skate-instructeurs, die ook les kunnen geven aan skeelers. Het verschil tussen die twee 'vervoermiddelen' is slechts één wieltje. Een skate heeft er vier, vergelijk het rijden erop maar met het schaatsen op een kunst- of ijshockeyschaats. Een skeeler heeft vijf wieltjes. Dit is voor de lange afstand en de snelheid, zeg maar de noor in de schaatswereld. De eerste groep instructeurs geeft inmiddels volop cursussen. De meesten van hen zijn sportschoolhouders en vrijwilligers van plaatselijke verenigingen. Zij gaven vroeger ook al skateles, maar nu voldoet de opleiding aan enkele eisen die overal hetzelfde zijn. Vroeger zat er wat dat betreft nog wel eens kaf onder het koren. Dan leerde je zogenaamd skaten. Dat kostte alleen maar 1500 gulden en na afloop was je net zover als in het begin. De SBN houdt er een andere praktijk op na. Onze cursisten betalen zo'n 100 tot 200 gulden voor gemiddeld acht praktijklessen. Heeft iemand het rijden dan nog niet onder de knie, dan kan hij blijven oefenen. Het is net als bij het lessen voor het autorijbewijs, alleen is dit nog niet verplicht. Examen De vergelijking met de autowereld gaat in meer zaken op, want ook de SBN kent een aparte toets. Na de praktijklessen gaat de skater of skeeler op voor het examen. Een gediplomeerd examinator neemt dat af. Tijdens het examen moet de kandidaat een aantal proeven doen. Zo moet hij of zij gecontroleerd rechtdoor rijden en tegelijkertijd over de schouder kunnen kijken. Natuurlijk zit er in de test ook het nodige bochtenwerk. Bijzonder zijn de verschillende remtechnieken. Twee ervan moeten beheerst worden, waarvan één zodanig dat de kandidaat met een snelheid van 10 kilometer per uur binnen 6 meter stil moet staan. Verder komen nog drempel- en stoeprandrijden, de bermstop en de slalom aan bod. Het remmen is een van de belangrijkste onderdelen, aldus Van Os. Drie manieren zijn daarvoor het gangbaarst: de schaatsstop, de sleepstop en de hielstop. Bij de eerste worden de skate- of skeelerpunten iets schuin naar binnen gezet, in een soort V-vorm. Bij de tweede sleept één been met de schaats overdwars over het wegdek. De derde vorm maakt gebruik van het remblokje op de hiel van de skateschoen. IJtunnel Remmen is zeer belangrijk, maar het voornaamste doel van de cursus is de skater of skeeler te leren anticiperen op het verkeer. Hij is daarvan deelnemer en zal zich moeten aanpassen aan de situatie waarin hij zich bevindt of waarin hij denkt te zullen komen. Komt hij daar niet meer uit, dan pas komt het remmen in zicht. Van Os zal de laatste zijn om te ontkennen dat bij de ongeoefende skater op het remmen vaak het vallen volgt. Toch besteedt de cursus voor het skatevaardigheidsbewijs daaraan geen speciale aandacht. Vallen is een paniekreactie, dus bij iedereen verschillend. Wij leren de skater echter zo'n houding aan te nemen dat, als hij onderuit gaat, dit met zo min mogelijk letsel gepaard gaat. Dat is aan te leren. Haalt iemand het begeerde papiertje, dan heeft hij het eerste jaar daarna gelijk een ongevallen- en WA-verzekering. Daarnaast is hij automatisch lid van de SBN. Zo'n ongevallenverzekering kan van pas komen, geeft Van Os aan. Hij refereert aan het beruchte IJtunnelongeval, waarbij vorig jaar tientallen skaters en skeelers ten val kwamen. De juridische nasleep daarvan is een lang verhaal aan het worden. De verzekeringen weigeren in veel gevallen uit te betalen. Nu is de organisatie van het evenement verantwoordelijk gesteld en dat gaat een hoop tijd en geld kosten. Voetganger Het verhaal over de IJtunnel brengt hem op een ander werkterrein van de SBN. Die rit werd niet onder auspiciën van onze bond gereden. Sterker nog, wij hadden de organisatoren gewaarschuwd voor de gevaren van het parcours. Voortaan gaan wij met hen om de tafel zitten om de rit veilig te krijgen. Dat doen wij met iedereen die een wedstrijd of tocht wil organiseren. Daar is een draaiboek voor. Wij letten bijvoorbeeld op de kwaliteit van het wegdek en de afscherming van lantaarnpalen. Het grappigste wat we ooit tegenkwamen, was een wildrooster midden in het parcours. De SBN is een bond van en voor skaters en skeelers. Op allerlei manieren zetten wij ons voor hen in, met name wat de veiligheid betreft. Behalve de cursus, geven we voorlichting aan gemeenten over skatevoorzieningen, zoals de bekende half-pipe. Ook trainen we winkeliers die skates en veiligheidsmateriaal moeten verkopen. Een nog onontgonnen terrein is de juridische positie van de skater. Tot nu toe is hij een voetganger. De ruimte die hij nodig heeft is echter veel meer dan die van een wandelaar. Dus wijkt hij uit naar het fietspad. De status van fietser is voor Van Os echter ook niet voldoende. Stel dat de skater op zijn wieltjes boodschappen doet. Tot het winkelcentrum is er niets aan de hand. Komt hij daarna in de voetgangerszone, dan is hij formeel in overtreding. Kliksysteem De directeur ziet bij voorkeur dat de skater dezelfde rechten krijgen als een rolstoeler. Dat klinkt vreemd, maar een rolstoelgebruiker is fietser als hij op het fietspad of de weg rijdt, en voetganger als hij van de stoep gebruikmaakt. De SBN maakt met onder meer de ANWB en Veilig Verkeer Nederland deel uit van een platform dat verandering van de huidige status voorstaat. Is dat geregeld, dan voorspel ik de skate een goede toekomst in het woon-werkverkeer. Het vervoermiddel mag overal komen en de nieuwste types hebben de wieltjes vastgeklikt aan de schoen. Klik: het huis uit over de stoep naar de bushalte. Klik: de bus in. Klik: over het fietspad naar het kantoor. Klik: naar binnen en aan het werk. Mooi toch? En dat zonder vallen. |