Auto 19 mei 2000

Smart cdi & cabrio blijven stuiterhard

Door Arno Witvliet
Smart heeft de grote belofte nog niet in kunnen lossen. Vorig jaar werd de geplande productie niet gehaald. Veel scheelde dat trouwens niet. Moeder DaimlerChrysler heeft echter voldoende vertrouwen in haar kleintje, blijkt uit het recente debuut van twee nieuwe varianten.

Binnen afzienbare tijd gaat autofabrikant NedCar in het Limburgse Born een rol van betekenis spelen in de vervaardiging van Smarts. Nu Mitsubishi en DaimlerChrysler gefuseerd zijn, komt aan de samenwerking tussen Mitsubishi en Volvo als vanzelfsprekend een einde. Voor NedCar geldt dat de capaciteit die nu aangewend wordt voor de productie van de Volvo's S40 en V40, zich in de toekomst meer richt op de Smart. De fabrikant komt tegen die tijd met een vierzits model op de markt.

Het gaat overigens lang niet slecht met Smart. Na een moeizame start, waarbij het kittige karretje niet in staat bleek om het journalistenvolkje tot uitbundige lofuitingen te verleiden, vonden inmiddels 100.000 Smarts in Europa hun weg naar een eigenaar. De Smart ziet er immers zonder meer frivool en dapper uit, wat onmiskenbaar als een belangrijk aankoopmotief beschouwd kan worden. Aan het wat ondermaatse weggedrag wordt minder waarde gehecht. De attentiewaarde van de Smart heeft verder talloze bedrijven tot aanschaf aangezet, om vervolgens het koetswerk royaal van plakletters en logo's te voorzien. Zo heeft de pizzeria om de hoek een gele en de Hypotheker een blauwe Smart. Bandenkoning Profile Tyrecentre zet Smarts in als vervangend vervoer.

Rolbeugel
Smart gaat uitbreiden. Het assortiment is verbreed met een carrosserievariant en met een nieuwe krachtbron. Vooral de Smart cabrio is een aanwinst. Het wagentje is voor de gelegenheid voorzien van nieuw gestileerde koplampen en achterlichtunits, die de luchtige en sportieve uitstraling van de Smart cabrio onderstrepen. Verder zijn de spatborden en de voorspoiler met dezelfde bedoeling aangepast.

De grootste ingreep is natuurlijk de onthoofding van de Smart, waarbij de zogenaamde Tridion-veiligheidscel aangepast diende te worden, met als doel dezelfde dosis stevigheid en veiligheid te garanderen. De A-stijl is met extra interne buizen verstevigd, terwijl diagonaal lopende stalen balken de bodem sterker maken. Mocht de Smart cabrio onverhoops een koprol maken, dan dient de rolbeugel die tussen de B-stijlen is gemonteerd de bescherming van de inzittenden tot op zekere hoogte voor zijn rekening te nemen.

De dakconstructie is op drie manieren instelbaar. Allereerst kan enkel het vouwdak tot aan de rolbeugel worden geopend. Wie zich meer wil blootstellen aan de zon, kan het vouwdak helemaal naar achter bewegen, om het vervolgens te vergrendelen. Enkel de laatste handeling gebeurt handmatig. De rest van het proces is elektronisch aan te sturen. De laatste fase van het dakloos worden bestaat uit de handmatige verwijdering van de steunbalken boven de zijruiten. In de achterklep is een speciale houder voor de twee steunen gemonteerd. Slim is dat de kap niet in zijn geheel verzonken wordt, zodat de toch al niet bepaald grote bagageruimte ten opzichte van de Smart city-coupé enkel wat beperkt wordt door de steunbalken.

Spaarzaam
De Smart cdi is van een ander laken een pak. Je kunt je immers serieus afvragen of een stadsauto zo'n hoog jaarlijks kilometrage zal realiseren dat de aankoop van een dieselgestookt exemplaar verstandig is. Zeker nu de overheid het beter vindt om de aankoop van auto's die door een dieselmotor worden aangedreven, met behulp van een extra BPM-heffing van 2000 gulden te ontmoedigen. Nog afgezien van de vraag of dieselmotoren het milieu daadwerkelijk zwaarder belasten dan benzinemotoren, is er het feit dat diesels spaarzamer met fossiele brandstoffen omspringen dan benzinegestookte wagens.

De smart cdi is een heel spaarzaam karretje. De fabrikant belooft een verbruik van 1 op 29,4, maar dat is zoals gewoonlijk te hoog gegrepen. Een gemiddelde consumptie van 1 op 22 is nog altijd heel acceptabel. Dan kun je ook nog eens gewoon voluit wegscheuren bij verkeerslichten en zo hier en daar een beetje de maximumsnelheid overschrijden. Het driecilinder dieseltje meet een cilinderinhoud van 0,8 liter en wurgt een maximumvermogen van 30 kW/41 pk bij 4200 tpm en een maximumkoppel van 100 Nm tussen 1800 en 2800 tpm. Samen is dat goed voor een beste tijd van 19,8 seconden voor de sprint vanuit stilstand naar 100 km/h en een topsnelheid van 135 km/h.

Opvallend is dat de krachtbron zelf het beste aankoopargument verschaft. Dwars tegen alle BPM-verdrukking in blijkt dat het dieseltje te prefereren is boven het kortademige benzineprutteltje. De cdi heeft meer trekkracht en toont zich eigenlijk stil, terwijl de prestaties min of meer gelijk zijn.

Onderstuur
Rijden in de Smart is een teleurstellende ervaring. De fabrikant monteert tegenwoordig wat soepeler dempers voor. Dat helpt, maar niet veel. De Smart is en blijft een stuiterharde auto, met een indirecte besturing en veel te snel opkomend onderstuur. Toch schijnen er methodes te zijn om het rijplezier in de Smart aanzienlijk te vergroten. Zo maken bredere banden een aanzienlijke hogere bochtsnelheid mogelijk. Verder dient de g-sensor een beetje gefopt te worden, zodat het standaard aanwezige trust-plus-systeem niet de tractie onderbreekt wanneer er met een te hoge snelheid een bochtje genomen wordt.

Jammer genoeg is er aan de indirecte besturing niets te doen. De grootste misser is echter de halfautomatische transmissie, die enorm vertraagde schakelmomenten veroorzaakt. Bovendien geeft het bijbehorende display eerder dan nodig aan dat er opgeschakeld dient te worden. De Smart ziet er dus nog altijd leuker uit dan hij rijdt. Vooral voor de cabrio is dit zo.

Het expressief ogende fuifnummer kost als cabrio & pulse trouwens wel een lieve 28.150 gulden, terwijl voor de cabrio & passion zelfs 30.150 gulden betaald moet worden. Met die cabrio's zal het wel gaan lukken. De Smart cdi lijkt met een basisprijs van 27.240 gulden echter een minder zonnige toekomst beschoren. Met dank aan de overheid welteverstaan.