Commentaar: Spaarbelasting blijft nog te fictief

Steeds vaker is dit niet alleen een gevoel, maar keiharde realiteit. De Belastingdienst gaat bij de vermogensrendementsheffing namelijk uit van een denkbeeldig rendement van 4 procent op het vermogen, waarover vervolgens 30 procent belasting moet worden betaald. In de praktijk betekent dit een belasting van 1,2 procent over spaargeld dat uitkomt boven de heffingsvrije grens van circa 21.00 euro (42.000 voor paren). Bij zowel Rabobank, ABN AMRO als ING is de spaarrente inmiddels nog slechts 0,8 procent. Zeker wie een aardig appeltje voor de dorst heeft opgebouwd, betaalt hierdoor dus al snel méér belasting dan hij aan rente ontving. Om over de inflatie nog maar te zwijgen. Sparen kóst zo geld.

Terugkijkend moet worden geconstateerd dat sinds de invoering van de vermogensrendementsheffing in 2001 het fictieve rendement van 4 procent op spaargeld eigenlijk nooit kon worden behaald. Ja, korte tijd bood het IJslandse Icesave zelfs nog wat meer. Om snel daarna ineen te zijgen.

Het is daarom goed dat het kabinet heeft aangekondigd op Prinsjesdag te komen met een plan om de ‘spaarbelasting’ meer te laten aansluiten bij de bestaande gevoelens van rechtvaardigheid. Vrijdag lekten in de media de details al uit van deze nieuwe regeling. Het komt erop neer dat het kabinet de spaartaks progressief wil maken, waardoor burgers met meer vermogen tegen een hoger tarief worden aangeslagen dan de ”kleine spaarder”.

Tot een vermogen van 125.000 euro gaan burgers duidelijk minder betalen, onder meer doordat het fictieve rendement van 4 procent vervalt en wordt gebaseerd op de gemiddelde spaarrente in de afgelopen vijf jaar. Op hogere vermogens wordt de belasting juist verhoogd, vanuit de gedachte dat ”grote spaarders” vaker beleggen en zodoende een hoger rendementen behalen dan ‘Henk en Ingrid’.

Hoewel veel spaarders straks beter af zijn dan nu, is de onrechtvaardigheid niet weg. Het denkbeeldige rendement van 2,9 procent voor de kleine spaarder blijft aan de hoge kant. Wie veel vermogen heeft, en dit anders dan het kabinet aanneemt helemaal niet belegt, krijgt zelfs een fictief rendement tot 5,5 procent voor de kiezen, resulterend in een spaarbelasting die de huidige spaarrente tweemaal overtreft.

Eerlijker en beter zou het daarom zijn als de fiscus niet een fictief rendement op het vermogen zou belasten, maar het daadwerkelijk in dat jaar behaalde rendement. Zo’n zuivere vermogenswinstbelasting acht het kabinet echter onuitvoerbaar. Dat is opmerkelijk. We zetten al sinds 1969 mensen op de maan, kunnen in de baarmoeder opereren, doen vooringevuld aangifte, maar het werkelijke rendement belasten –wat praktisch in alle ontwikkelde landen ter wereld gebeurt– zou „te complex” zijn. Dat wringt.

Commentaar: Spaarbelasting blijft nog te fictief

Opinie

RD.nl in uw mailbox?