Column (ds. J. Belder): Een hond is het dankbaarste schepsel

Opinie

Bartje bad niet voor bruine bonen. Is dat erg? Bidden is toch vragen om iets? Als kind hield ik niet van erwtensoep. Ik vroeg er niet om. Als het eenmaal op tafel stond, at je je bord leeg. Zij het met lange tanden. Je moest wel. Eten wat de pot schaft. Met verhalen over de Hongerwinter van 1944 en de uitgemergelde kindertjes van Biafra werd het ondankbare kroost tot eten gedwongen. Mijn zus vroeg zich dan hardop af of die Afrikaantjes wel van erwtensoep houden. „Honger maakt rauwe bonen zoet”, verdedigde mijn moeder haar brouwsel. „In de oorlog aten we zelfs bloembollen en suikerbietentaart. En we vonden het lekker.” En toen stond er ineens zo’n verrassing op tafel. Een onvervalste oorlogsdelicatesse: suikerbietentaart. Na de eerste hap keken we in lichte paniek naar ons bord en naar elkaar. Zus herinnerde nog even aan de kindertjes van Biafra. De oorlogsdelicatesse belandde in de tuin en wij zagen dankbaar hoe mussen en spreeuwen zich erover ontfermden.

We vragen u enkel voor persoonlijk gebruik onze content te kopiëren. Het delen van deze content met anderen is niet toegestaan © Reformatorisch Dagblad 2023.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl.