Rubriek Ter plekke: Gestolen goudschat Utrecht

Kerk & religie

De achttiende-eeuwse jonkvrouw Maria de Vriese, weduwe van Hendrik de Bertrij, is zeer vermogend, om niet te zeggen: schatrijk. Wie zal de erfgenaam worden van haar enorme bezit? Voor haar is het een uitgemaakte zaak: het zijn de diaconieën van haar geboortestad Dordrecht en die van haar woonplaats ’s-Gravenhage. In haar testament, opgemaakt in 1773, legateert ze tot „heugelijke nagedachtenisse” dat van een deel van de gelden vier massief gouden avondmaalsbekers en drie -schotels vervaardigd moeten worden, dezelfde als er in Dordrecht zijn. En haar naam en wapen moeten er „sierlijk” in gegraveerd worden.

We vragen u enkel voor persoonlijk gebruik onze content te kopiëren. Het delen van deze content met anderen is niet toegestaan © Reformatorisch Dagblad 2023.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl.