Technologische ontwikkelingen zien in rap tempo het licht. Wetenschappers manipuleren het lichaam om het slimmer, sterker, efficiënter en gezonder te maken. Daarbij gebruiken ze de techniek. Het doel lijkt te zijn: het bereiken van onsterfelijkheid. Ondertussen vervagen de grenzen tussen mens en machine. Het tijdperk van de cyborg –de robotmens– breekt aan. Waar liggen de grenzen?

Deel deze pagina

...
Prof. dr. Marc de Vries

Tijdlijn:

transport en mobiliteit informatie en communicatie oorlogsvoering
huishouden en landbouw lichaam en gezondheid kunstmatige intelligentie

De mens wordt gereduceerd tot een geavanceerde computer

Lammen die lopen, doven die horen en blinden die weer zien. Het zijn de ‘wonderen’ van de techniek. Is het eeuwige leven zelfs binnen handbereik met de samensmelting van mens en machine? Prof. dr. Marc de Vries: „De menselijke geest krijgen we nooit gekopieerd.”

tekst: Michiel Kerpel

De samensmelting van mens en machine, puur sciencefiction of realiteit?

„Voor een deel is het al realiteit. Zo bestaan er verlamde mensen die met hun hersenen zijn aangesloten op een computer en zo hun rolstoel besturen. Hoewel dit al echt een stap verder gaat dan een kunstheup of een kunstgebit, kun je nog heel duidelijk het verschil zien tussen organisch en anorganisch, tussen waar de mens ophoudt en waar de techniek begint.

Bij een volledige versmelting van mens en machine –de algemene definitie van een ”cyborg”– zou die grens niet meer duidelijk aan te geven zijn. Zulke machines met bewustzijn worden geen realiteit. Hoewel robots bedrieglijk menselijk lijken en steeds meer de schijn hebben van intelligentie: ze tonen emoties, kunnen glimlachen en huilen. Die geprogrammeerde slimheid vind ik overigens een armetierige opvatting van intelligentie.”

Sommige futurologen verwachten dat eeuwig leven en het opwekken van doden mogelijk zal worden.

„De vergissing die hierachter zit, is dat de mens niet meer zou zijn dan een zak moleculen. In feite wordt hij gereduceerd tot een heel geavanceerde computer: de mens zou volledig bestaan uit materie. Als je ervan uitgaat dat alle onderdelen van een lichaam –zelfs de hersenen– kunnen worden vervangen, is streven naar eeuwig leven een logische stap. Het idee is om het brein over te brengen op siliciumchips, want die sterven niet zoals menselijke organen. Bijbels gezien ligt er echter een principiële barrière. Een mens is meer dan materie, hij bezit een ziel en heeft een verantwoordelijkheid tegenover God. De menselijke geest krijgen we niet gekopieerd.”

Is een persoon vol implantaten en chips en met prothesen en een exoskelet nog een mens?

„Ik denk het wel. Iemand wordt toch primair gekend door zijn denkvermogen en niet door zijn lichaamsdelen. Uit onderzoek blijkt ook dat iemand met allerlei implantaten zich nog steeds mens voelt.”

„God kan de mens grenzen laten overschrijden, tot oordeel”

Breinimplantaten veranderen zelfs het karakter van een persoon.

„Dat komt doordat er een relatie is tussen de hersenen en onze geest. De werking van het brein is enorm complex. Met het plaatsen van een chip ben je indirect in iemands geest aan het roeren. Iemand kan spontaan allerlei gedachten krijgen of gewoonten ontwikkelen.

Met een chip valt in de toekomst mogelijk te voorkomen dat een misdadiger zich uitleeft. Maar is zo iemand nog verantwoordelijk voor zijn daden? Misschien niet, maar er is altijd iemand verantwoordelijk voor het gebruik of het plaatsen van de chip.

Hoewel er volop geëxperimenteerd wordt met implantaten in de hersenen, zijn de gevolgen voor een karakter op de lange termijn nog niet bekend.”

Toch wordt het al veel gebruikt bij parkinsonpatiënten?

„Een parkinsonpatiënt kan veel baat hebben bij het plaatsen van een elektrode. Je perkt er de gevolgen van een handicap mee in, dus ik zie geen morele grens. Vanwege akelige gedragingen die een patiënt krijgt, kan deze ook zeggen: Schakel het apparaat maar weer uit. Ik beef liever.”Bij een volledige versmelting van mens en machine –de algemene definitie van een ”cyborg”– zou die grens niet meer duidelijk aan te geven zijn. Zulke machines met bewustzijn worden geen realiteit. Hoewel robots bedrieglijk menselijk lijken en steeds meer de schijn hebben van intelligentie: ze tonen emoties, kunnen glimlachen en huilen. Die geprogrammeerde slimheid vind ik overigens een armetierige opvatting van intelligentie.”

Kan iemand zijn geloof kwijtraken door zulke implantaten?

„Iemand kan zijn geloof niet verliezen, maar mogelijk wel het vermogen om te bidden of de Bijbel te lezen. Een geruststellende gedachte: techniek zal een christen nooit uit Gods hand rukken.”„Ik denk het wel. Iemand wordt toch primair gekend door zijn denkvermogen en niet door zijn lichaamsdelen. Uit onderzoek blijkt ook dat iemand met allerlei implantaten zich nog steeds mens voelt.”

Het Rathenau Instituut deed onlangs de oproep aan de politiek om „de ethische onder- en bovengrenzen van intieme technologie” vast te stellen. Een goede zaak?

„Uitstekend. Het is goed om in een vroeg stadium beslissingen te nemen over grenzen. Het Rathenau Instituut praat niet alleen over de risico’s van techniek, maar haalt ook filosofische vragen naar boven. Dat waardeer ik. Het stelt vragen zoals: Wat doet techniek met de visie op de mens en de grens tussen leven en niet leven?
Het is overigens naïef om te denken dat beschermende wetten helpen om een techniek in te perken. Er kan altijd iemand zijn die willens en wetens kwaad doet met een uitvinding. Soms moet je gewoon kiezen –hoewel dat amper gebeurt– om een weg niet in te slaan. Het lijkt me goed om het voorzorgsprincipe te hanteren, als iets niet te voorspellen gevolgen heeft voor mens en milieu.”

„Het maken van een sterker, slimmer en beter mens is een brutale manifestatie van de zonde.”

Sleutelen aan en in de mens. De maakbare mens in optima forma. Gaat dit te ver voor een christen?

„Techniek kan een apocalyptisch karakter krijgen. Als christen moeten we er dan van wegblijven. Een ziek mens mag je genezen, maar als het om mensverbetering gaat, riekt het naar het bouwen van torens van Babel. Het idee van het maken van een sterker, slimmer en beter mens is een brutale manifestatie van de zonde. Als het zo ver zou komen, heeft zo’n supermens meer macht dan anderen. Met die ongelijkheid komen de verleidingen. Want macht corrumpeert.

Mensverbetering komt in een stroomversnelling door de bundeling van nanotechnologie, biotechnologie, informatietechnologie en neurowetenschappen. Wetenschappers manipuleren de fundamenten van de natuur.”

Welke grenzen zijn er?

„De belangrijkste grenzen heeft God Zelf al gesteld. Levend materiaal maken uit niet levend materiaal? Dat zal nooit lukken. En het maken van een machine met een bewustzijn zal ook niet kunnen.

Tenzij God de mens deze grenzen laat overschrijden, tot oordeel. Dan staan ons gruwelijke dingen te wachten, bijvoorbeeld als mensen enorme fysieke krachten zouden krijgen en elkaar daarmee te lijf gaan. Laten we hopen dat dit niet gebeurt.”

Wat stelt een christen tegenover de angst voor versmelting van mens en machine?

„Bezinning! Meer dan nu het geval is. Mensen beseffen te weinig dat techniek je steeds dichter op de huid zit. Predikanten hebben het in de kerk en op de catechisaties amper over techniek. Ook op scholen moet er meer aandacht voor komen. 

Daarnaast: de techniek biedt lapmiddelen voor het zwakke lichaam. Voor een christen is er door alles heen het uitzien naar een verheerlijkt en volmaakt lichaam, dat overigens van vlees en bloed zal zijn.”

Durf radicale keuzes te maken bij gebruik techniek

Ontwikkelingen gaan nergens zo rap als op computergebied. Kleinere chips, snellere processors. Ondertussen is internet overal en verbindt het alles met elkaar. Prof. dr. Marc de Vries: „Als de ontwikkeling van de auto ook zo snel was gegaan, reden we nu bij wijze van spreken in een dag en op een druppel benzine naar Zuid-Afrika.”

tekst: Michiel Kerpel

Geeft intieme technologie de gebruiker meer controle over zijn leven, of raakt hij die juist kwijt?

„Controle houden over de techniek wordt steeds lastiger. Bij de huidige techniek lukt dat veel gebruikers al niet. Dat kun je zien aan al die mensen in de trein met hun smartphones. Als ze het apparaat in hun zak stoppen, halen ze het twee tellen later alweer tevoorschijn. De techniek beheerst hen.”

Wat zijn de grenzen van techniekgebruik dan?

„Heel concreet: als je je sociale mediagebruik onder controle hebt, is het verantwoord. Maar zo gauw je weet of merkt dat je er niet meer van los kunt komen, als het je gaat beheersen, moet je ermee stoppen. Durf radicale keuzes te maken. Als je oog je ergert, ruk het uit! Techniek kan de relatie met God in de weg staan. En alles wat concurreert met God, is verkeerd.”
Is een persoon vol implantaten en chips en met prothesen en een exoskelet nog een mens?
„Ik denk het wel. Iemand wordt toch primair gekend door zijn denkvermogen en niet door zijn lichaamsdelen. Uit onderzoek blijkt ook dat iemand met allerlei implantaten zich nog steeds mens voelt.”

Technische snufjes worden gezien als gadgets, hebbedingetjes. Is dat een gevaar van Google Glass en andere draagbare apparaten?

„Zeker. Iets wat oorspronkelijk een middel was om iets mee te doen, wordt al snel een doel in zichzelf. Daarmee wordt het feitelijk een afgod. Tim Kellers definitie van een afgod trof mij in dit verband. In mijn eigen woorden gezegd: Keller noemt een afgod iets waarvan je helemaal in paniek raakt als het niet meer werkt. Is dat zo als jouw mobieltje kwijtraakt?”

„Techniek kan de relatie met God in de weg staan.”

Wat blijft er over van onze privacy als vrijwel al onze apparaten in verbinding staan met internet?

„Mensen hebben de illusie dat ze dingen in de hand hebben. Zo denken ze dat ze de baas zijn over eigen data. Maar dat is niet zo. Op internet surfen ze anoniem, maar daarna krijgen ze wel een aan een eerdere zoekopdracht gerelateerde advertentie te zien. De NSA tapt telefoons af, tot aan die van de Duitse bondskanselier Merkel aan toe, maar niemand weet ervan. Als burger kun je hooguit met succes protesteren, zoals onlangs gebeurde tegen het plan van ING Bank om klantgegevens beschikbaar te stellen aan bedrijven.
De gevolgen voor de privacy van ontwikkelingen zoals het internet der dingen vallen nog moeilijk in te schatten. Het stemt wel tot zorg. We geven veel informatie van onszelf weg via het web. Wat als die data in verkeerde handen valt?”

Zou u een elektronische tatoeage, die uw gezondheid checkt, laten zetten?

„Het lijkt me niet zo aantrekkelijk. Maar als daarmee allerlei ziekten kunnen worden vastgesteld die in een vroeg stadium kunnen worden behandeld, zou ik het overwegen. Maar ik zou wel precies willen weten wie er toegang krijgt tot mijn gegevens.”

De 3D-printer is een stap richting de hel op aarde zei S. D. Post eerder in deze krant. „Je krijgt onmiddellijk wat je wenst.”

„Dat kan het zijn. En dat geldt niet alleen techniek, ook voor vrienden, sport en hobby’s. Maar als we het weten te beheren en het ons niet gaat beheersen, kan het. Er is ook een positieve kant. Laten we erover gaan nadenken hoe we techniek voor het Evangelie kunnen gebruiken.”

Als je een auto hebt, nodigt-ie uit tot gebruik

Niets mis met het bezit van een auto, toch? Zeker niet, vindt ook prof. dr. Marc de Vries. Toch moet de gebruiker blijven opletten. „Techniek is nooit neutraal, ze dwingt tot een keuze.”

tekst: Michiel Kerpel

Hoe hebben ontwikkelingen op het gebied van transport en mobiliteit het leven van een mens veranderd?

„De wereld is stukken kleiner geworden, omdat we sneller kunnen reizen. De mogelijkheden zijn enorm en daar mogen we dankbaar voor zijn. Nu kun je familie die emigreert, in levenden lijve terugzien.”

In de toekomstige mobiliteit lijkt alles te gaan om tijdwinst en efficiëntie. Zijn dat dé criteria voor vervoer?

„De laatste jaren ligt de focus ook steeds meer op duurzaamheid. Hoe kunnen we ergens zuinig en met zo min mogelijk milieuschade komen? Het gaat dus niet alleen om snelheid en efficiëntie. In ideeën over toekomstige openbare vervoersstromen waar je overal en op elk moment kunt aankoppelen, komen deze drie criteria terug.

Hoe om te gaan met verantwoordelijkheden is een belangrijk vraagstuk voor de toekomst. Wat mij betreft stellen we een alcoholslot verplicht: een auto start niet als je te veel gedronken hebt. Daarmee ontneem je de bestuurder de verantwoordelijkheid. Maar in feite doen we dat al met hobbels in het wegdek in een woonerf, want die dwingen je langzaam te rijden. Maar dit soort maatregelen moet beperkt blijven, want verantwoordelijkheid hoort uiteindelijk steeds bij mensen te liggen.”

Hoe staat u ten opzichte van een vliegende auto?

„De mogelijkheden zijn er technisch, maar of het maatschappelijk haalbaar is? Ik verwacht het niet.”

Techniek is niet neutraal. Dus ook de auto niet?

„Als je eenmaal een auto hebt, nodigt-ie uit tot gebruik. Dát maakt hem niet neutraal. Het doet iets met je. Dat kan ertoe leiden dat je niet meer zonder kunt. Alle techniek dwingt telkens tot een keuze. Je moet kiezen: gebruik het of niet. Techniek krijgt daarmee iets vanzelfsprekends. De vraag of het gebruik zinvol is, het waarom, valt steeds meer weg. Je moet je echter steeds blijven afvragen: Met wel doel wil ik deze techniek gebruiken? Is dat een verantwoord doel?”

„In beginsel is techniek niet verkeerd.”

Auto’s die zonder bestuurder rijden, een ander nieuw fenomeen.

„Daar heb ik geen probleem mee. De automatische piloot in een vliegtuig is allang geaccepteerd en daarbij kan de menselijke piloot ingrijpen als er dingen foutgaan. Dat goede evenwicht moet ook bij de auto worden gevonden. De mens moet de mogelijkheid hebben om de besturing over te nemen.
Op zichzelf vind ik de ontwikkeling zelfs positief, omdat het veel ongelukken en daarmee slachtoffers kan voorkomen. Bij aanrijdingen spelen vaak de beperkingen van de mens een rol, zoals het reactievermogen. Een machine reageert sneller.”

Als techniek niet neutraal is, is ze dan goed of kwaad?

„God heeft ons de opdracht gegeven om de schepping te bebouwen en te bewaren. In beginsel is techniek dan ook niet verkeerd. Bij het bewerken van de schepping ten goede moeten liefde en dienstbaarheid motieven zijn.
Met allerlei middelen mogen we de gevolgen van de zonde –zoals ziekten– inperken. In 90 procent van de ontwikkelde technieken gaat het om het indammen van de gevolgen van het kwaad. Daar zit hem niet het probleem.
Tegenover beheren staat echter beheersen. De mens wil als God zijn en heeft een drang om alles te beheersen. Dan wordt techniek niet meer gebruikt om de ander te dienen, maar om eigen belangen. Alleen door het ingrijpen van de Heilige Geest kan de mens in zijn beheersingsdrang getemperd worden.”

Wordt vreemdelingschap belangrijker voor een christen?

„Het uitleven van zondige begeerten wordt met steeds meer en andere technieken mogelijk. Om je hiertegen te wapenen, zul je vreemdelingschap in praktijk moeten brengen. Je zult niet helemaal bij zijn en niet overal over kunnen meepraten.

Ik gebruik graag het voorbeeld van de amish. Dat zijn geen techniekhaters, maar zij selecteren heel scherp bij de poort. Ze vragen zich bij elk ding af of het hun gemeenschapswaarden –zoals wereldmijding– verstoort.

Ook in reformatorische kring zijn mensen dikwijls verslingerd aan technieken die gemakzucht en allerlei vleselijke begeerten dienen. Het moet voor sommigen een hele schok zijn om daarvan los te moeten komen. Wat betreft techniekgebruik gelden de woorden uit Openbaring: die vuil is, dat hij nog vuiler worde; en die rechtvaardig is, dat hij nog gerechtvaardigd worde.”

Robot kan dementerende oma geen liefde geven

Robots, ze komen er in groten getale aan. Of je nu wilt of niet. Als verpleegkundige, als chirurg, als soldaat. Prof. dr. Marc de Vries: „Ik hoop dat mensen wel hun verstand bij elkaar houden.”

tekst: Michiel Kerpel

Hoe te staan tegenover de toenemende robotisering van onze maatschappij?

„Robots vallen prima in te zetten bij simpele, zich herhalende taken of bijvoorbeeld voor werk dat veel spierkracht vraagt. Zo kan het heel handig zijn in de verpleging: robots die patiënten optillen.

Het zorgpersoneel zelf vervangen kan niet, een machine geeft namelijk geen echte liefde en toont geen emoties. Knuffelrobots die ontwikkeld worden voor dementerende ouderen doen dan ook geen recht aan de mens. Ik vind het zelfs mensonterend. Eigenlijk behandel je de patiënt dan ook als een robot. Verder is het belangrijk te beseffen dat een robot geen verantwoordelijkheid kan dragen.”

En een huis-tuin-en-keukenrobot die stofzuigt of het gras maait?

„Dat biedt vooral gemak. Er is een aardige studie die concludeert dat we sinds de komst van elektriciteit nog evenveel tijd aan het huishouden besteden. Dat komt doordat we vaker bezig zijn. In plaats van één keer per week, doen we de was drie keer per week. Al de techniek levert minder vrije tijd op dan men denkt.”

Sinds de uitvinding van de weefmachine is de kritiek op techniek dat deze banen van mensen afpikt. Gaan robots voor massale werkloosheid zorgen?

Sinds de uitvinding van de weefmachine is de kritiek op techniek dat deze banen van mensen afpikt. Gaan robots voor massale werkloosheid zorgen?
„Verschillende beroepen zullen verdwijnen, maar dat is iets van alle tijden. De straatlantaarnopsteker is er ook niet meer. Nieuwe technologieën brengen ook nieuwe opleidingen en nieuwe beroepen met zich mee. De mens wordt nooit overbodig. Hij blijft nodig om de robots te programmeren. Ik verwacht geen grote problemen voor de werkgelegenheid.”

Trouwen met een robot, ziet u het ervan komen?

„Ik hoop dat mensen hun verstand bij elkaar houden en dat het niet zo ver komt. Maar goed... op het gebied van het huwelijk mag en kan steeds meer. Daarnaast zullen robots zo geavanceerd worden en zo gaan lijken op een mens dat het er werkelijk van kan komen.”

„Een robot heeft geen wil en zal die ook nooit hebben.”

Er worden autonome vechtrobots ontwikkeld die beslissen over het doden van een mens.

„Als het gaat over het nemen van een mensenleven, dat mag en kun je niet delegeren naar een machine. Je hebt geen sturing meer over wat zo’n robot doet. Zulke vechtmachines zijn ethisch niet verantwoord. Zolang er een piloot aan te pas komt, kan er een beslissing genomen worden op basis van de situatie.
Overigens is er geen garantie dat het goed gaat als de mens de trekker zelf moet overhalen. Tegenwoordig kan de officier met allerlei apparatuur meekijken in de cockpit van een vliegenier. Er zijn gevallen bekend in Afghanistan dat een officier enorme druk uitoefende op de piloot, met vele burgerdoden als gevolg. Het wordt belangrijk om piloten hiervoor op te leiden, zodat ze weerstand kunnen bieden tegen hun meerderen als die moreel onverantwoorde opdrachten geven.”

In sciencefictionverhalen en -films nemen robots de heerschappij op aarde over.

„Een robot heeft geen wil en zal die ook nooit hebben. Dus ik ben niet zo bang voor allerlei boosaardige machines die bewust verkeerde dingen doen. Een voorgeprogrammeerde robot zou door een fout wel op hol kunnen slaan, maar daar zit geen wil achter.

Hoewel robots steeds echter worden en het lijkt alsof hij zich zelf doelen stelt, kunnen ze niet meer dan er is geprogrammeerd. En een zelflerende machine? Daarvoor geldt hetzelfde, zo’n apparaat kan niet meer leren dan er vooraf geprogrammeerd is te leren.”

Robots, een zegen of een vloek?

„Als een verpleegster haar rug kan sparen is het duidelijk een zegen. Maar wanneer robots gebruikt gaan worden om een demente oma zoet te houden, dan is het een vloek.”

Dit interview maakt onderdeel uit van de bijlage Mens en machine, die op 16 april 2014 verscheen. Alle artikelen uit deze bijlage zijn hier te lezen.

Colofon

Mens en Machine is een uitgave van het Reformatorisch Dagblad.
Tekst: Michiel Kerpel
Beeld: Cyprian Koscielniak
Productie en techniek: Wim Pekaar, Ton Hoeflaak, Alex van Pijkeren
© 2014 Reformatorisch Dagblad