In het hart van de islam

tekst: Bram van de Woestijne

Het uitgestrekte, moeilijk toegankelijke Arabisch schiereiland vormt de heilige grond van de islam. Toch zijn ook hier volgelingen van Jezus. In deze productie krijgen zij en anderen een stem.

Deel deze pagina

...

Het Reformatorisch Dagblad publiceerde in het voorjaar en de zomer van 2014 een uitgebreide serie over het Arabisch schiereiland. Een indruk daarvan is te zien in deze webspecial. De complete serie is verkrijgbaar als e-book.

Bestel nu als e-book

De onrust die nog komt

Al sinds de jaren tachtig groeit de orthodoxe islam. Dat is in de hele islamitische wereld terug te zien. Maar het had weinig gevolgen voor de machthebbers. Tot 2011. Sinds de revoluties die toen begonnen, moesten verschillende autocratische despoten het veld ruimen – soms na vele decennia. Maar niet overal. Het Arabisch schiereiland bleef grotendeels in de luwte. Hoe komt dat? Simpele verklaringen zijn vaak de beste verklaringen. Voor opstand moet er een voedingsbodem zijn. In grote delen van de Arabische wereld is die er: massale werkloosheid, soms zelfs honger. Maar op het Arabisch schiereiland zijn de mensen, behalve in Jemen, doorgaans rijker. Dus is er veel minder aanleiding voor grootschalige protesten. Toch zijn er argumenten voor de stelling dat de relatieve rust in de golfstaten zijn langste tijd heeft gehad. De bevolking mort, al was het maar omdat de koningen en sultans nog vrijwel op dezelfde autocratische manier regeren als in de vorige eeuwen. Bovendien is er de geopolitiek. Saudi-Arabië en naburige landen werpen zich graag op als de hoeders van de soennitische islam, overal ter wereld. De bedragen die daarmee gemoeid zijn, zijn gigantisch. Zo wordt in bijvoorbeeld Syrië onderhuids een tweede strijd gestreden: die tussen Saudi-Arabië als hoeder van de soennitische islam en Iran als leider van de sjiitische wereld. Hoe die strijd uitpakt, is koffiedik kijken. Eén ding is voor analisten helder: het Arabisch schiereiland zal de komende decennia in het brandpunt van de belangstelling staan. 

Saudi-Arabië

Is koning Abdullah wel recht in de leer?

„Ik zal alle joden en christenen van het Arabisch schiereiland verdrijven en zal niemand overlaten dan moslims.” Die uitspraak wordt toegeschreven aan Mohammed, de profeet van de islam. Op zijn sterfbed voegde hij eraan toe: „Er zullen geen twee godsdiensten zijn op het Arabisch schiereiland.” Feitelijk heeft Mohammed helemaal gelijk gekregen. Saudi-Arabië, met zijn orthodox-islamitische wahabitische interpretatie van de islam, is een van de weinige oorden ter wereld waar officieel geen enkele kerk is. Daarmee voegt het land zich in een somber makend rijtje waarin ook Noord-Korea en Afghanistan voorkomen. Het beeld dat hiermee ontstaat, lijkt volkomen duidelijk: dit land heeft een zeer streng islamitisch regime. Maar is dat wel zo? Verre van dat, zeggen radicale salafisten. Welkom in het Midden-Oosten, waar niets is wat het lijkt. De Saudische heersers hebben alleen maar oog voor hun eigen politieke leven, is het verwijt. De islam spannen ze voor hun karretje zolang het hun goed uitkomt – en vaak komt het niet goed uit. Een voorbeeld? Zie koning Abdullah die, om zijn eigen machtsbasis uit te breiden, voortdurend aanpapt met de „duivelse” president Obama van de Verenigde Staten. Of neem de wet waarin staat dat Saudische jihadstrijders die in het buitenland vechten, bij terugkeer drie tot twintig jaar celstraf kunnen krijgen. Het idee is dat dergelijke geesten zich in het binnenland wel drie keer zullen bedenken voor ze gewelddadig worden. Om al die dingen winden strenge salafisten en wahabisten, binnen en buiten Saudi-Arabië, zich mateloos op. En dus zingt bijvoorbeeld de Nederlandse salafist Abou Hafs in een van zijn anasheed –een soort islamitische psalmen– dat „het land van de profeet is bezet door de duivel.”  Voor de meest radicale groepen is het zo klaar als een klontje: Saudi-Arabië is nog lang niet streng genoeg in de door Mohammed overgeleverde leer.

De jaarlijkse hadj zorgt voor ongekende drukte in Mekka. Elk jaar gebeuren er ongelukken. Om die te voorkomen, worden de bezoekersstromen in strakke banen geleid.

Pelgrims verzamelen zich bij de Kaäba in Mekka. Dit is het onbetwiste centrum van de islam, waar iedere moslim indien mogelijk een keer in zijn leven heen moet gaan.

Een van de onderdelen van de hadj, de pelgrimage, is steentjes gooien naar de ‘duivel’. Pelgrims zijn daarbij traditioneel in het wit gekleed.

De enorme moskee van Medina is, na Mekka, de heiligste plaats van de islam. Ook deze stad in Saudi-Arabië trekt honderdduizenden pelgrims.

Verenigde
Arabische
Emiraten

Rijk dankzij moderne slavernij

De welvaart van de golfstaten is ondenkbaar zonder gastarbeiders. Dat geldt in de Verenigde Arabische Emiraten, maar ook in Qatar en in Koeweit. De Emirati en de inwoners van de omliggende landen vormen maar een klein aandeel van de totale bevolking; soms minder dan 20 procent. Om toch de baas te kunnen blijven in hun eigen land hebben de golfstaten ervoor gezorgd dat de gastarbeiders nooit genaturaliseerd kunnen worden. Daardoor delen de Aziaten nauwelijks in de enorme welvaart. In feite zijn veel buitenlandse werknemers moderne slaven.  Discriminatie hoort daar helemaal bij. Wie arriveert op een van de luchthavens van Dubai, merkt dat meteen. Grote aantallen gastarbeiders uit landen als Nepal, Indonesië, India en Pakistan staan te wachten in ellenlange rijen voor de douane.  Maar westerlingen worden er soms direct uitgehaald. Op de sociale ladder van de Emirati scoren zij hoog, en dat verenigt zich niet met een paar uur wachten. Die tweedeling tussen Emirati en westerlingen enerzijds en Aziatische arbeiders anderzijds komt in het hele land terug. De laatste groep heeft vaak nauwelijks rechten. Toch was zonder hen de snelle metamorfose van de Emiraten niet mogelijk geweest. Hier, en dan met name in Dubai, staan de grootste torens ter wereld. De allergrootste is de Burj al-Khalifa, die meer dan 800 meter telt. Ook de Burj Dubai, in de vorm van een zeilboot dat vanaf zee echter net een kruis lijkt, is erg bekend geworden.  Door de bouw van deze torens is het aanzien van Dubai in vijftig jaar totaal veranderd. Overweldigende rijkdom deed zijn intrede in een cultuur waar rijkdom altijd onbereikbaar leek. Toch is onder de glanzende oppervlakte nog altijd dezelfde mentaliteit aanwezig als ooit bij de rondtrekkende bedoeïenen.  

Waar is het einde van de groei? Nog altijd wordt in de Verenigde Arabische Emiraten gebouwd. De voormalige woestijnstaatjes zijn onherkenbaar veranderd sinds de ontdekking van de olie.

Dubai is het nieuwe Manhattan. Op de achtergrond is een van de meest megalomane projecten aller tijden te zien: eilanden in de vorm van een palmboom. Dubai heeft er verschillende van.

De Burj Khalifa is met ruim 800 meter de hoogste toren ter wereld. Voor zo lang het duurt, want Saudi-Arabië heeft plannen voor een toren die hoger dan een kilometer moet worden.

De skyline van Dubai verandert voortdurend. Nieuwe, nog hogere gebouwen maken plaats voor oude. De woestijn wijkt steeds verder.

Op plaatsen waar enkele decennia geleden de woestijn heerste, heeft de grote stad het stokje overgenomen. Steden als Dubai en Abu Dhabi blijven groeien.

Qatar

Qatar splijt de golfstaten

Zijn de Arabische opstanden goed of niet? Goed, zegt Qatar. Want daardoor krijgt de moslimbroederschap meer macht. Niet goed, zeggen alle buren van Qatar, inclusief het machtige Saudi-Arabië. Want daardoor krijgt de moslimbroederschap meer macht. Verschillende antwoorden, dezelfde argumentatie. Qatar is de enige van de golfstaten die de omstreden moslimbroederschap steunt. Normaal moeten regimes die de Arabische opstanden tot nog toe hebben overleefd, niets van die club hebben. Ze vormen immers een directe bedreiging voor hun voortbestaan. Maar Qatar heeft dus wél vriendschap gesloten met deze „onruststokers.” Het gevolg van dit beleid laat zich raden: Qatar ligt uit de vriendengroep. Saudi-Arabië haalde nog maar twee maanden geleden z’n ambassadeur terug uit Doha, en ook de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein deden dat. Dat was uniek, want de golfstaten liggen bijna altijd op één lijn naar buiten toe. De scheuren waren al langer zichtbaar. Toen Egypte een moslimbroeder als president kreeg, Morsi, bood Qatar hem 8 miljard dollar aan hulp. Maar toen het leger de moslimbroeders aan de kant schoof, bood Saudi-Arabië de nieuwe machthebbers 5 miljard dollar.  Zo zorgt de buitenlandpolitiek van Qatar, met als inzet de moslimbroederschap, voor een ongekende spanning in de relaties op het Arabisch schiereiland.

Qatar als gastheer van het WK voetbal? Voor velen is het een belachelijk plan, omdat de buitenlandse werkers die de stadions bouwen als slaven worden behandeld.

Zien de stadions in Qatar er straks zo uit? Fotomontage van een Arabisch publiek met Qatarese vlaggen in een voetbalstadion. In 2022 is het WK voetbal in dit snikhete Arabische land.

Veel gastarbeiders in Qatar komen uit Zuidoost-Azië. Ze verdienen niet veel, maar nog altijd meer dan thuis. Qatar is berucht vanwege de slechte huisvesting en behandeling van deze mensen.

Het strengislamitische wahabisme is de staatsreligie in Qatar. Dat houdt het land niet tegen om in 2022 de wereldkampioenschappen voetbal te organiseren. Aan stadions wordt al druk gebouwd.

Bahrein

Bahrein

Bahrein mag geen Syrië worden

Wie goed naar Bahrein kijkt, leert minstens twee dingen over de Arabische wereld en de relatie met het Westen. Ten eerste maakt de onrust in dit eilandstaatje glashelder wat een van de belangrijkste, maar tegelijk ook wrange uitkomsten van de Arabische opstanden is: soennieten en sjiieten kunnen elkaar nu nog minder goed verdragen dan daarvoor.  In Bahrein geldt dat in een notendop, in Syrië is dat in het groot te zien. Meer en meer zijn de opstanden in het Midden-Oosten een uiting geworden van de onvrede tussen de twee grootste islamitische geloofsrichtingen. Ten tweede maakt de onrust in Bahrein duidelijk dat het Westen graag opkomt voor democratische rechten, maar niet tegen elke prijs. De prijs voor sjiitische rechten in Bahrein is blijkbaar te hoog. Immers: de protesten van sjiitische Bahreini’s gaan nog altijd door, maar de politieke stilte in het Westen en met name in de Verenigde Staten is oorverdovend.  Dat is verklaarbaar. Bahrein is de thuishaven van de Amerikaanse Vijfde Vloot. Die haven is van enorm strategisch belang voor de militaire operaties van de Verenigde Staten in het Midden-Oosten. De belangen in Bahrein zijn simpelweg te groot om de situatie te laten escaleren. Bahrein mag geen Syrië worden.  Mede daarom waren politieke leiders stil toen Saudi-Arabië in 2011 met tanks het staatje binnenviel om de soennitische leiders te helpen de protesten op bloedige wijze neer te slaan. En mede daarom zwijgen politieke leiders nog altijd als het over Bahrein gaat, hoewel de situatie van de sjiitische meerderheid in het land sinds 2011 eerder slechter dan beter is geworden.

Woest zijn ze, sjiitische vrouwen in Bahrein. Sjiieten vormen de meerderheid in het eilandstaatje, maar ze worden onderdrukt door de soennitische leiders.

Wie dacht dat relschoppen alleen iets voor mannen is, komt bedrogen uit. In Bahrein staan ook de vrouwen op tegen het feit dat ze, als sjiieten, stelselmatig worden achtergesteld.

Het oog van de wereld is niet op Bahrein gericht, maar toch sterven daar maandelijks mensen bij aanhoudende protesten tegen de regering. Soms zijn zij nog erg jong, zoals deze jongen.

Sjiitische Bahreini’s protesteren tijdens de begrafenis van een jongen die omkwam tijdens weer een ander protest tegen de regering. 

Traangasgranaten van de oproerpolitie in Bahrein belanden tussen demonstranten, die niet van wijken willen weten tot ze, als sjiitische minderheid, meer rechten krijgen.

Koeweit

Meer democratie betekent meer islam

Democratie. Dat toverwoord is hét sleutelbegrip geweest in de Amerikaanse buitenlandse politiek van het vorige decennium. Als het Midden-Oosten maar democratisch zou worden, dan zouden de meeste problemen als sneeuw voor de zon verdwijnen. De Verenigde Staten gaven zelf een voorzetje om dat te bewerkstelligen: ze zetten in 2003 de Iraakse dictator Saddam Hussein af. Sindsdien is Irak weliswaar een democratie, maar een die nauwelijks een dag zonder geweld heeft gekend. Andere dictators in de regio werden niet door Amerika, maar door het volk zelf afgezet sinds de Arabische opstanden die in 2011 begonnen. Het bekendste voorbeeld is Hosni Mubarak, die zich genoodzaakt zag terug te treden als president van Egypte. Maar ook daar brachten verkiezingen geen rust: de moslimbroederschap en de nog strengere salafistische partij behaalden een absolute meerderheid, waarna aan het leger gelieerde groepen opnieuw de macht grepen.  Daarbij vergeleken is Koeweit een oase van rust, maar toch laat ook dat landje zien dat vrije verkiezingen een groeiende invloed van radicaalislamitische stromingen opleveren – zij het dat de moslimbroederschap nu afwezig is in het parlement omdat de partij de laatste verkiezingen boycotte. Het patroon is, kortom, eenduidig: meer democratie betekent in de Arabische wereld op dit moment haast per definitie meer islam. Dat is echter het tegenovergestelde van wat westerse krachten die democratie promoten, beogen.  De conclusie is eenvoudig: democratie volgens westers recept kan blijkbaar niet zomaar in een totaal andere samenleving als de Arabische worden geplant. Maar steeds weer blijkt dat die les blijkt buitengewoon moeilijk is te leren.

Koeweit staat te boek als Arabische golfstaat met de meeste democratie. Ofwel: een goed land om zaken mee te doen. Enorme olietankers varen af en aan in de havens.

Olieproductie is dé nationale bron van inkomsten in Koeweit. Het kleine staatje ligt boven een enorme hoeveelheid van het zwarte goud.

De zon gaat schuil achter een spaarzame wolk boven de skyline van Koeweit-Stad. De autochtone inwoners zijn doorgaans rijk en gaan op hun 55e met pensioen.

Oman

Nergens dichter bij het oude Arabië dan in Oman

Zo’n beetje de hele Arabische wereld is op drift. Van Tunesië tot Irak en van Libanon tot Jemen kolkt en borrelt de samenleving, met heftige oprispingen tot gevolg. In die situatie is het bijna een gotspe om te spreken over toerisme naar Arabische landen. Toch is dat wel degelijk mogelijk. Oman laat het zien. Het voordeel van het land is dat het al het attractieve van het Arabisch schiereiland in zich verenigt. Er zijn woestijnen in het noorden, bergen in het oosten en stranden in het zuiden en oosten. Bovendien is het land erg veilig en toegankelijk, zelfs voor gezinnen. Ook in dat opzicht is Oman een verademing op het Arabisch schiereiland. Waar buurland Jemen opduikt in rijtjes met de gevaarlijkste landen ter wereld, hoort Oman in de top vijftig van veiligste landen thuis. Dat komt voor een belangrijk deel door het optreden van de sultan. Ook hij werd in 2011, net als veel andere islamitische landen, met onrust geconfronteerd. Hij kwam de bevolking vlot tegemoet door nieuwe banen te creëren, zijn kabinet te hervormen en zijn ambtenaren meer loon te geven.  Daarbij heeft Oman het geluk dat de bevolking redelijk homogeen is. Oman is het enige land ter wereld waar de meerderheid van de bevolking het ibadisme aanhangt. Dat is een tamelijk onbekende tak van de islam die nogal flexibel omgaat met dogma’s en zeker niet bekendstaat om scherpslijperij. Het is niet zo vreemd dat de toeristische sector zich daar senang bij voelt. Door de afwezigheid van het grote geld –Oman produceert slechts op bescheiden schaal olie– heeft de traditionele cultuur er tot nog toe kunnen overleven. Wie, kortom, op zoek is naar het oude Arabië, komt in Oman het meest aan zijn trekken.

Oman is normaal gebleven; zó normaal dat toenmalig koningin Beatrix het land in 2012 officieel kon bezoeken. Ze bezichtigde onder meer de grote moskee in Masqat.

De grote moskee van Masqat is een geschenk van sultan Qaboos aan zijn volk. Toenmalig koningin Beatrix droeg tijdens haar bezoek aan de moskee een sjaal.

In Oman is voor toeristen die van cultuur en natuur houden, genoeg te vinden, zoals deze oude ommuurde stad in een oase. Met het oog op de toeristen worden dit soort muren goed onderhouden.

De uitgestrekte kustlijn van Oman valt in de smaak bij toeristen. Twee jongens peddelen bij zonsondergang op een surfplank voor de kust van Masqat.

Jemen

Jemen: onbekend, want er is niets te halen 

Jemen? Veel mensen zullen het niet zo snel kunnen aanwijzen op de kaart als bijvoorbeeld Irak of Syrië. Jemen is weliswaar een groot land en met 25 miljoen inwoners ook een dichtbevolkt land –er wonen bijna evenveel mensen als in het veel grotere buurland Saudi-Arabië– maar toch is Jemen in het Westen vooral een onbekend land. Dat komt mede doordat Jemen over weinig natuurlijke hulpbronnen beschikt. Olie is er, vergeleken met de buurlanden, maar mondjesmaat. Het land is bovendien al jaren buitengewoon armoedig, te vergelijken met Somalië dat aan de andere kant van de Rode Zee ligt. Net als in andere Arabische landen krijgen ook Jemen radicale groepen steeds meer voet aan de grond, ook daar splijten sjiitische en soennitische stammen het land. Toch is daar nauwelijks aandacht voor, in tegenstelling tot de huidige crises in Irak en Syrië. Aan militaire interventies vanaf de grond wordt al helemaal niet gedacht. Het toont een dubbele standaard van westerse landen: ingrijpen wordt pas interessant als er iets te verdedigen valt. Westerse belangen zijn er echter nauwelijks in Jemen, en niemand heeft dus zin om zich in het wespennest te steken. Het enige grote westerse belang is dat Jemen geen broeinest van radicalen wordt; reden waarom de Verenigde Staten zich niet geheel afzijdig houden. Vanuit de lucht worden zeer geregeld aanvallen met drones uitgevoerd waarbij verdachten worden geliquideerd. Rechters komen daar niet aan te pas, maar ook daartegen klinkt buiten Jemen maar weinig protest.

Eén land is de grote uitzondering op het Arabisch schiereiland: Jemen. Het land is straatarm; olie is er nauwelijks. Kinderen hebben slechte vooruitzichten. Een groot deel blijft analfabeet.

Ooit kende Jemen gelukkiger tijden. De binnenstad van Sanaa, de hoofdstad, staat op de lijst van UNESCO-Werelderfgoed vanwege de prachtige eeuwenoude huizen.

Jemen is arm en gewelddadig. Toch gaat ook hier het leven zijn gewone gang en willen veel mensen hetzelfde als bijna iedereen: een gelukkig leven.

Dorpelingen hangen in Jemen de was te drogen over stenen muurtjes. Het land heeft, ondanks aanhoudend geweld, nog altijd veel van zijn schoonheid weten te behouden.

Het Reformatorisch Dagblad publiceerde in het voorjaar en de zomer van 2014 een uitgebreide serie over het Arabisch schiereiland. Een indruk daarvan is te zien in deze webspecial. De complete serie is verkrijgbaar als e-book.

Bestel nu als e-book

Colofon

In het hart van de islam is een uitgave van het Reformatorisch Dagblad.
Tekst: Bram van de Woestijne
Beeld: ANP, AFP, EPA, Fotolia, Bram van de Woestijne
© 2014 Reformatorisch Dagblad