In het midden van Engeland ligt een tastbaar overblijfsel uit de tijd van de Romeinen, de muur van keizer Hadrianus, oftewel Hadrian’s Wall. De bijna 2000 jaar oude grensmuur was de noordelijkste grens van het Romeinse rijk. Hadrian’s Wall staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco en op het wensenlijstje van menig toerist. Het is een historisch bouwwerk waar wandelaars uit de hele wereld op afkomen.
De Romeinse keizer Hadrianus liet in het jaar 122 in Midden-Engeland een muur van oost naar west bouwen. De muur van Hadrianus, oftewel Hadrian’s Wall was de noordelijkste grens van het Romeinse rijk. Hoewel die grens ten tijde van een latere keizer, Antoninus nog een stukje noordelijker kwam te liggen. Op het smalste punt van Engeland werd de Antonine Wall gebouwd maar daar is weinig van teruggevonden. Wie met de veerboot de haven van Newcastle binnenvaart, belandt in een drukke havenstad. Op het eerste gezicht heeft Newcastle, weinig van doen met Hadrian’s Wall. Toch begint hier de beroemde muur, één van de belangrijkste trekpleisters van dit gebied. De Unesco heeft het zelfs tot werelderfgoed bestempeld. Hadrianus heeft met zijn bouwwerk het toerisme een dienst bewezen. Lange tijd was het geen echte blikvanger, maar sinds de English Heritage en The National Trust -te vergelijken met Staats Bosbeheer en Natuurmonumenten- de handen ineen hebben geslagen is het een trekpleister van de eerste orde. Een eldorado voor wandelaars, “wallwalkers” (muurlopers) worden ze genoemd. Er is zelfs een speciaal wandelpad aangelegd, het Hadrian’s Wall Path. Deze route loopt voor een groot gedeelte langs de muur. Ook is er een fietsroute, echter wie die route neemt komt de muur nauwelijks tegen. Hadrian’s Cycleway gaat langs veel mooie plekken behalve die waarnaar het vernoemd is. In Wallsend, een stadje dat vergroeid is met Newcastle, is het eerste stukje muur te vinden. De meeste wandelaars, beginnen dan ook hier hun tocht en die eindigt 122 kilometer verder, bij Bowness-on-Solway aan de andere kant.
Aan de bouw van Hadrian’s Wall, die ongeveer zeven jaar duurde, namen verschillende Romeinse legioenen deel. Onder hen ook onze vroege voorvaders, de Bataven en de Friezen. De 4 meter hoge muur werd na iedere Romeinse mijl (1,5 kilometer) onderbroken door een burcht met daartussen twee wachttorens. In totaal stonden er tachtig “miles castles”. Voor de muur lag een drie meter diepe droge gracht, behalve op de steile kliffen. Bovenop het bouwwerk patrouilleerden soldaten. Wie er een goed beeld van wil krijgen moet het ‘Great North’ museum in Newcastle bezoeken. Hier staat een gedetailleerde maquette. Langs de huidige route staat nu nog zo’n 10 kilometer muur al dan niet gereconstrueerd, de meeste restanten echter bevinden zich onder de grond. De Engelsen huldigen de regel dat opgravingen die niet goed geconserveerd worden weer begraven moeten worden. Zo is er heel wat heen en weer geschept. Hadrianu’s Wall was bedoeld om de Romeinen van de Barbaren te scheiden. Waarbij Barbaar niet negatief opgevat moet worden. Het waren volken met een andere taal en cultuur. Het woord is ook terug te vinden in het bijbelboek Handelingen waar Paulus toen hij schipbreuk leed vriendelijk door de inlandse bevolking -de barbaren- werd opgevangen. Keizer Hadrianus heeft het hele traject ooit te paard bezocht, maar zijn eigen muur heeft hij nooit af gezien, want tijdens de laatste fase van de bouw stierf hij. Ondanks dat is hij thans overal aanwezig in de naamgeving van hotels, bed & breakfast, pubs en bedrijven. Zoals ook veel plaatsen langs de muur de naam “Wall” in zich dragen.
De wandelaars die langs “Hadrian’s Wall” trekken komen overal vandaan. Ze zijn wat dat betreft een afspiegeling van de Romeinse legioenen die hier ooit marcheerden. Voor de geoefende wandelaar is het hele traject -ongeveer 123 kilometer van oost- naar westkust- in ruim een week goed te doen. Langs de route zijn zeven stempelposten en wie alle stempels heeft krijgt een heus “Wallcertificaat”. Onderweg zijn er genoeg onderkomens voor de nacht, al dan niet met bagageservice. (www.broomshaw.co.uk www.farlamhall.co.uk). Tijdens het wandelen kom je de vaste bewoners van de muur tegen, dat wil zeggen koeien en schapen in allerlei variaties. Ook al komt de muur niet overal boven de grond uit toch zijn de sporen ervan -vooral van de greppel achter de muur; de zogenaamde Vallum- ook na zo’n ‘2000’ jaar in het landsschap terug te vinden. Op Google Earth ziet dat er soms frappant uit. Zo kan een licht gedeelte in een graanveld de oorspronkelijke weg naar een Romeinse nederzetting verraden. Om zwakke plekken op te sporen wordt het hele traject drie keer per jaar gefotografeerd. Daarnaast wordt het wandelpad regelmatig gemaaid en goed in de gaten gehouden, het mag niet eroderen. Hoewel er veel wandelaars naar dit gedeelte van Engeland komen is het er nooit extreem druk. In de tijd van de Romeinen echter behoorde het gebied tot het dichtstbevolkte gedeelte van het noorden.
Langs “Hadrian’s Wall” hadden in de loop der tijd verschillende schermutselingen plaats. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Hadrian’s Wall ieder jaar dienst doet als achtergrond voor nagespeelde Romeinse spelen en soms fungeert als filmdecor. Een van de meest iconische plekken is Sycamore Gap. In een dal tussen twee hoge bergruggen staat een markante esdoorn. Het dal is ontstaan door smeltwater. Het verhaal van Robin Hood -die stal van de rijken om de armen te helpen- werd hier vastgelegd op film. Hoewel Robin Hood een verzonnen held is zullen soortgelijke taferelen zich hier ongetwijfeld hebben afgespeeld. Hoewel iedereen die het Romeinse rijk achter de muur wilde betreden zijn wapens in moest inleveren werd daar niet altijd gehoor aan gegeven. Sycamore’s Gap is het bezoeken waard en er is zelfs een speciale route voor aangelegd. Wie dus zijn bezoek aan Hadrian’s Wall wil beperken tot een enkele dag moet hier zijn! Naast het prachtige landschap zijn er ook de best bewaarde en hoogst gebouwde originele stukken muur te vinden. In een bui van onnozelheid werd hier ooit een bordje geplaatst om de plaats extra aan te prijzen. De tekst: “Originele Romeinse mortel” lokte souvenirjagers die grote stukken weghakten voor thuis op de schoorsteenmantel. De route, van 8 kilometer neemt ongeveer drie uur in beslag en is niet voor watjes, maar de beloning is er dan ook naar. De Esdoorn die de plek markeert heet nu in de volksmond de “Robin Hoodboom”
Langs “Hadrian’s Wall”, grensmuur tussen Wallsend tot Bowness-on-Solway lagen verschillende Romeinse forten. Het waren eigenlijk nederzettingen met namen als Chesters, Vindolanda, Housesteads en Corbridge. Nu zijn het museale plekken. De ruïnes liggen meestal een eindje achter de muur, maar Housesteads bijvoorbeeld is er een onderdeel van. Bij sommige forten worden nog steeds opgravingen verricht, iets waar archeologie studenten voor in de rij staan, ondanks het feit dat ze alles zelf moeten betalen. Hoewel de liefhebber er misschien nooit genoeg van zal krijgen, vallen de forten onder de noemer “Als je er één gezien hebt, heb je ze allemaal gezien”. Datzelfde geldt echter niet voor de geschiedenis van de forten. Zo zijn er bij Vindolanda tabletten van hout gevonden, de “Vindolanda writings”. “Kom je op mijn verjaarspartijtje op 11 september”, zo staat er op één van die tabletten. De schrijfsels bieden een verrassend inzicht in de aard en leefwijze in die tijd. Het baden en de dagelijks behoefte bijvoorbeeld vormden een sociaal gebeuren. De mannen en de vrouwen gescheiden, dat wel. Het is fascinerend om te zien hoe dat toiletteren er aan toe ging. Romeinen deden hun behoefte niet in een geïsoleerde ruimte zoals wij, nee dat gebeurde gemeenschappelijk. Toiletpapier was er uiteraard niet, daarvoor had men een stokje met aan het uiteinde een sponsje, dat na gebruik werd schoongespoeld klaar voor de volgende wasbeurt. Een begrip als schaamte moet in de loop der tijd gelijke tred gehouden hebben met wat wij beschaving noemen.
Het kan haast niet anders; dat wie Hadrian’s Wall in Midden-Engeland bezoekt vroeg of laat Romeins verklede types tegenkomt. In de meeste gevallen gaat het om schoolklassen die op deze manier geschiedenisles krijgen. Maar niet alleen kinderen verkleden zich, ook volwassenen kunnen er helemaal in opgaan. Wellicht is het iets typisch “British” ? In het hoogseizoen zijn er overal langs de muur Romeinse spelen. Wie een goed beeld wil krijgen van hoe er in die tijd geleefd werd moet het Roman Army museum in Greenhead bezoeken. Ook voor kinderen zeker aan te bevelen. De leefwijze van een Romeins soldaat wordt er beeldend uitgelegd. Zo tekende hij voor 25 jaar, moest Latijn leren, trouw aan de keizer zweren, niet bang zijn en uiteraard sterk. Het uniform en de wapenrusting wogen zo’n 35 kilo en er moesten vaak lange en zware marsen worden afgelegd Het leidt geen twijfel dat de soldaten de huidige wandelaars -zelfs de meest getrainde- gemakkelijk de baas zouden zijn. Hun toenmalige keizer, Hadrianus staat bekend als een ‘milde’ heerser wat niet wegneemt dat hij de opstand van de Joden in Judea wreed liet neerslaan. Dat gebeurde onder andere met soldaten die uit Brittannië gerekruteerd waren. Hadrianus ging zelfs zover dat hij de sabbath en de besnijdenis verbood. Op de Tempelberg liet hij een beeld van hemzelf oprichten… Om één ding zou hij het echter ook in deze tijd goed doen want hij was degene die de baard als modeverschijnsel introduceerde.
Bij Heddon on the Wall begint de “Military Road” een rechte weg van zo’n 30 kilometer. Deze B-weg loopt voor een groot gedeelte over Hadrian’s Wall. De muur zorgde voor een stevige ondergrond en bovendien konden de stenen voor de bouw van de weg gebruikt worden. Nu ligt al dat moois onder het asfalt. Het Hadrian Wallpath loopt langs deze weg, de muur moet je erbij bedenken!
Bij Brampton, een stadje niet ver van Hadrian’s Wall ligt een prachtig natuurgebied, de Gelt Woods. Het bosgebied is vernoemd naar het riviertje de ‘Gelt’ dat hier door de rotsachtige bodem meandert. Op sommige plekken heeft het water de stenen kunstzinnig uitgesleten. Er zijn natuurlijke watervallen en er staan hele oude bomen. Kortom: het is een fascinerende plek. Het gebied wordt dan ook veel bezocht door wandelaars. Desondanks zijn de Gelt Woods niet heel erg duidelijk aangegeven en veel mensen -zelfs plaatselijke bewoners- weten dan ook niet dat de Romeinen hier stenen vandaan haalden. Diep in de bossen, verscholen achter het groen, bevinden zich hoge rotspartijen. De wanden dragen nog duidelijk sporen van menselijke activiteit. Er is in gehakt en geschaafd. Volgens sommigen zou het mogelijk een tempel geweest kunnen zijn, maar om dat er in te zien moet je wel over het nodige inlevingsvermogen beschikken. Of de stenen ook voor muur van Hadrianus gebruikt zijn daar is niet iedereen even zeker van. Feit is wel dat hier een inscriptie van een Romeinse soldaat is gevonden. De Romeinen kenden deze plek dus en in de periode waarin de legioenen in Engeland verbleven -ruim 300 jaar- werd er geregeld gesleuteld aan de muur van Hadrianus. Er werden versterkingen gebouwd en sommige gedeelten moesten worden hersteld. Wellicht speelden de rotsformaties in de Gelt Woods daarbij een belangrijke rol.
In het plaatsje Gilsland, een voormalig kuuroord, staat een vervallen pastorie. De predikanten die er ooit woonden hadden een speciale band met Hadrian’s Wall. De muur loopt namelijk dwars door de tuin van de pastorie. Niet iedere dominee zal evenveel door het fenomeen gegrepen zijn, maar ds. Wright organiseerde er in 1877 een ‘miniopgraving’ in de tuin. Predikanten waren sowieso ruim vertegenwoordigd als het het blootleggen van de geschiedenis van de muur gaat. Zo schreef ds. Collinwood er in 1848 een standaardwerk over en eind 19e eeuw trok ds. Coates langs de muur en legde die in tekeningen vast. Predikanten behoorden tot notabelen van de gemeenschap. Zij hadden tijd en geld en konden zich een reis langs het traject van de muur veroorloven, iets wat voor de gewone man niet was weggelegd. Nu is het in Gilsland vooral vergane glorie. De allure van het stadje door de aanwezigheid van de thermale baden is verdwenen. Maar de toekomst lacht Gilsland weer toe, dankzij de muur! Ironisch is wel dat die muur -die overal langs de route uitstekend is geconserveerd- hier aan z’n lot is overgelaten. De huidige bewoners van de voormalige pastorie zijn zwerverachtige types en het huis staat op het punt onbewoonbaar verklaard te worden. Mag je elders de muur -bij wijze van spreken- nauwelijks aanraken, hier heerst de chaos. In de tuin van de voormalige dorpspredikanten van Gilsland is het zogezegd een rommeltje en het cultureel erfgoed is er in verval.
Tijdens het recent gehouden referendum over de Brexit gebruikten de voorstanders Hadrian’s Wall als metafoor voor hun standpunt. Engeland moest zich opnieuw afscheiden van de barbaren – lees: Europa. Maar het is de vraag of die metafoor klopt. Het is waar dat muren over het algemeen niet worden gebouwd om te verbinden; dat gold ook voor Hadrian’s Wall. Maar juist nu vervult deze muur een heel andere functie. Bezoekers uit de hele wereld komen eropaf. De globalisering, de reislust en niet te vergeten de financiële mogelijkheden maken dat Hadrian’s Wall zeker geen ”Brexitwall” is. In tegendeel, het is een muur die verenigt, net als de naam van het huidige Britse rijk: ”United Kingdom”. Als je Hadrian’s Wall al als metafoor wilt zien, dan is het die van het verbrokkelde Romeinse rijk. Van een imperium dat werd opgeslokt door de tijd – net als deze oorspronkelijk zo imposante grensmuur. Een groot gedeelte van de muur bestond uit steen en leem en op sommige plekken is dat nog steeds zo. Maar stenen van de muur zijn gebruikt voor grote bouwwerken, zoals de kathedraal van Hexam en de abdij van Lanercost. Ook werden ze gebruikt voor de bouw van boerderijen en afscheidingsmuurtjes. Dat laatste zorgt soms voor een verwarrend beeld in het landschap. Je ziet zogezegd overal Hadriaanse muren… De geschiedenis van de muur stemt tot nadenken. Het Romeinse Rijk was een imposant wereldrijk. Wie in Engeland de oorspronkelijke grens van dat rijk opzoekt komt ervan onder de indruk. Uiteindelijk bleek het echter een rijk met “lemen voeten”.
Hadrian Wall is een uitgave van het Reformatorisch Dagblad.
Tekst en beeld: Henk Visscher
Vormgeving: Ton Hoeflaak
©2016 Reformatorisch Dagblad