Meeschrijven met de preek? Zo pak je dat aan
De een noteert alleen de psalmen en de punten, de ander schrijft de hele dienst mee of maakt na afloop zelfs een gedicht van het gehoorde. Meeschrijven met de preek komt steeds vaker voor. Wat zijn de voordelen? En hoe maak je op een zinvolle manier aantekeningen?
Het begon spontaan. Ze paste thuis op de kleinste kinderen en luisterde de dienst mee via de kerktelefoon. „De preek raakte ineens zo mijn hart dat ik voelde: dit moet ik vasthouden. En ik begon mee te schrijven op de rand van de krant, die op tafel lag. De volgende zondag pakte ik mijn eerste schriftje.”
Nu, bijna twintig jaar later, schrijft mevrouw Van Zwieten (62) uit Uddel nog steeds iedere preek mee. „Door te schrijven kan ik mijn aandacht er van minuut tot minuut bij houden. Ik noteer in halve woorden, later thuis vul ik het aan en schrijf ik eventueel bladzijden over. Zo ga ik twee keer door de preek heen.”
Ook Martha Boogerd (9) uit Harskamp maakt graag aantekeningen tijdens de kerkdienst. Ze schrijft de punten op die de predikant noemt, en probeert een belangrijke boodschap uit de preek te halen. „Ik kan altijd veel beter luisteren als ik ondertussen ergens mee bezig ben. Maar je moet natuurlijk niet uitgebreid gaan kleuren of zo, want dat leidt af. Dus is meeschrijven heel handig. Eigenlijk maak ik gewoon een korte samenvatting.”
Populairder
Meeschrijven met de preek is populairder geworden, zo blijkt uit de vele reacties op een oproep van het Reformatorisch Dagblad op sociale media. Ook spreektrainer Paulien Vervoorn (44) ziet veel mensen preeknotities maken. Vervoorn heeft een eigen trainingsbureau, Geloofwaardig Spreken, en schreef onlangs het boekje ”Preekaantekeningen”. In die uitgave geeft ze onder andere tips over hoe je structuur aanbrengt in je notities en benoemt ze gespreksvragen voor na de preek (zoals bijvoorbeeld ”Welke boodschap uit deze preek zou je meegeven aan iemand die niet zo vertrouwd is met de kerk en het geloof?”).
De trainer schrijft zelf al sinds haar achttiende mee, en heeft in de loop der jaren heel wat notitieboekjes verzameld. Lachend: „Als ik nu terugblader, merk ik precies wanneer ik geraakt was door de preek, want dan schreef ik werkelijk alles op.”
Volgens haar is het grote voordeel van meeschrijven dat het didactisch gezien helpt om de aandacht vast te houden. Het biedt structuur. Herkenbaar, vindt Coby Prins (63) uit Ede. „Ik kan erg afgeleid worden door mijn eigen gedachten. Als ik meeschrijf, heb ik daar geen last van, want dan heb ik de rust en de concentratie om te luisteren.”
Ook Maurits le Poole (23) uit Terschuur merkt dat het noteren hem helpt. Hij schrijft nu een half jaar met de preek mee. „Pas was mijn pen tijdens de dienst leeg en dan krijg je het gevoel alleen maar te luisteren en veel te missen. Als ik aantekeningen maak, ben ik veel minder snel afgeleid door wat er om me heen gebeurt. Je focus ligt namelijk met je ogen en handen op je schrift en met je oren op de preek.”
Meeschrijven zorgt er ook voor dat je later nog eens na kunt lezen waar de preek over ging. Als een predikant een bepaalde leestip geeft of verwijst naar een andere tekst, kun je dat ook opschrijven zodat je het minder snel vergeet. Verder kun je later terugzoeken wanneer er over een bepaalde tekst is gepreekt. Soms worden de notities zelfs gebruikt in een schoolklas. „Sommige predikanten geven veel achtergrondinformatie. Die kan ik gebruiken voor mijn Bijbelverhalen”, zegt Henriëtte de Haan (24) uit Kampen.
Lezer Aart Blaak uit Stoutenburg-Noord gebruikt zijn aantekeningen als steun om gerichte vragen te stellen aan zijn kinderen. Op zondag praat het gezin Blaak altijd kort over de preek door. „Tijdens het gesprek proberen we de belangrijkste punten van elke gedachte te benoemen en leggen we onduidelijkheden of moeilijke woorden of teksten aan de kinderen uit.”
Actief
Dat mensen hun aantekeningen gebruiken om gericht en actief mee te luisteren, kan trainer Paulien Vervoorn alleen maar toejuichen. Ze wijst op de verantwoordelijkheid die je als luisteraar hebt om goed op te letten. „Natuurlijk moet een dominee helder preken, maar soms wordt de schuld wel heel gemakkelijk bij de predikant gelegd als de aandacht afdwaalt. Als de boodschap je ene oor in en je andere oor uitgaat, wat doe je dan zelf om dat tegen te gaan? Zet je je in om actief te luisteren? Zo’n actieve luisterhouding is belangrijk. Daar mag je ook voor bidden, net als je mag bidden voor de predikant.”
Als argument tegen het meeschrijven wordt soms genoemd dat het vervelend zou zijn voor een predikant. „Ik kan me voorstellen dat het voor een dominee niet fijn is als de hele gemeente meeschrijft, omdat alle hoofden dan naar beneden gericht zijn”, zegt Henriëtte de Haan. Ze schrijft zelf niet elke dienst mee. „Een nadeel kan ook zijn dat je meer gefocust bent op de aantekeningen dan op het maken van een toepassing voor jezelf tijdens de preek. Bij mezelf merk ik vaak dat ik stop met schrijven wanneer iets in de preek me raakt.”
Trainer Vervoorn denkt dat schrijvende luisteraars voor predikanten niet echt een probleem zijn. Volgens haar schrijft lang niet iedereen mee en zitten mensen zelden op hetzelfde moment aantekeningen te maken. „Het kan juist ook bemoedigend zijn om mensen zo actief te zien luisteren. Dat toont interesse, aandacht en betrokkenheid.”
Gedicht
Bijna alle meeschrijvers die reageerden op de oproep van het RD bewaren hun notitieboekjes met aantekeningen voor later. Sommigen hebben dozen vol verzameld. Soms pakken ze er een boekje uit om nog eens door te bladeren. Er zijn ook mensen die hun aantekeningen gebruiken om iets anders te schrijven. Zo kwam Hetty Schipper (66) uit Noordscheschut op het idee om een gedicht te maken van het gehoorde toen ze een artikel in het RD las over iemand die dat ook deed. „Vanaf die tijd verwerk ik de preken in dichtvorm. Ik dicht en rijm sowieso graag en houd van het spelen met woorden. Door een gedicht te maken gaat de preek nog meer voor me leven, lees ik mijn notities vaker over en kan ik het gehoorde gemakkelijker doorgeven aan een ander.”
Corry Mol (32) uit Kesteren deelt haar aantekeningen ook met anderen. Ze is daarmee begonnen toen een vriendin als au pair in Londen werkte. „In het begin was het voor haar lastig om de Engelse preek goed te volgen, waardoor ze het idee had geen zondag te hebben gehad. Ze vroeg mij of ik mee wilde schrijven met de preek en de aantekeningen naar haar wilde mailen. Dat ben ik gaan doen en ik ben niet meer gestopt.”
Inmiddels schrijft ze voor meer mensen mee, bijvoorbeeld voor iemand uit haar omgeving die aangaf soms lastig de preek te kunnen volgen. Nu brengt ze haar notitieboekje daar regelmatig langs en krijgt het dan meestal dezelfde avond terug. „Ook na een belijdenisdienst wordt me weleens gevraagd om aantekeningen te delen. Degene die belijdenis doet, heeft door spanning soms stukjes gemist van de preek en het is fijn om een samenvatting te hebben van zo’n bijzondere dienst.”
Vrucht dragen
Hoewel het meeschrijven veel voordelen kan hebben, blijkt uit de reacties ook dat mensen oog hebben voor het feit dat meeschrijven geen garantie op zegen is. „De Heere moet de boodschap in het hart brengen”, zegt mevrouw Van Zwieten. „En dat heeft Hij ook willen doen, nog voor ik begon met meeschrijven. Ik schrijf mee om alles van mijn Heere en mijn Meester zo goed mogelijk vast te houden.”
Ook Paulien Vervoorn benadrukt dat het uiteindelijke doel niet is dat je zo veel mogelijk van een preek onthoudt, maar dat het Woord vrucht draagt. „De duivel kent de Bijbel ook uit zijn hoofd. Je kunt veel aantekeningen maken en hele verslagen opstellen, maar als het Woord je hart niet raakt en je er niet uit leeft, heeft je schrijfinspanning geen zin. De vrucht op de verkondiging van het Evangelie moeten en mogen we aan God overlaten.”