De zes passionisten die nog in het klooster wonen verhuizen voor Kerst naar appartementen in een voormalig klooster in Oudewater. Hun communiteit wordt daar voortgezet.

Het kloostercomplex langs de Hollandsche IJssel werd een eeuw geleden gebouwd als opleidingshuis voor toekomstige missionarissen van de congregatie van passionisten. Ooit waren er zo’n 25 paters vaste bewoner, lange tijd lag dat aantal rond de 17. Door overlijdens is de woongroep de afgelopen twintig jaar sterk ingekrompen. De zes overgebleven paters zijn veelal op hoge leeftijd. „Het klooster werd voor ons te groot. Ook de hoge onderhoudskosten waren een reden om het klooster te verkopen, met pijn in het hart”, zegt woordvoerder pater Mark-Robin Hoogland.

Sint Gabriël in Haastrecht is nog het enige klooster in Nederland van de orde van passionisten, die officieel de Congregatie van het Lijden van Jezus Christus heet. Passio is het Latijnse woord voor lijden, vandaar dat de leden van de orde passionisten worden genoemd. Wereldwijd zijn er 1900 passionisten in 63 landen.

De herinnering aan het lijden van Christus is voor passionisten de drijfveer om zich te bekommeren om mensen die lijden door ziekte of geweld, in kerk of maatschappij in verdrukking komen of op zoek zijn naar zin en richting in hun leven. „De nieuwe bestemming van ons klooster sluit daar goed bij aan”, zegt Hoogland. „We hebben ons altijd gefocust op mensen die niet in het centrum van kerk en maatschappij staan. Als je iets achterlaat, wil je dat doen voor mensen voor wie je je altijd hebt willen inzetten.”

In de kloosterkerk, de Sint Gabriëlkerk, die in 1928 in gebruik werd genomen, is afgelopen zondag de laatste mis gehouden. De diensten in deze kerk trokken voor de coronaperiode gemiddeld zo’n 100 kerkgangers uit Haastrecht en omgeving. Die moeten nu uitwijken naar de Barnabaskerk in Haastrecht of een andere kerk in de regio.