Europese Commissie maakt 2,5 miljard euro over aan Oekraïne
De Europese Commissie heeft 2,5 miljard euro aan Oekraïne overgemaakt om te helpen bij de lopende uitgaven. Zo moet de overheid van het door oorlog geteisterde land bijvoorbeeld pensioenen uitbetalen en scholen en ziekenhuizen draaiende houden. Het geld is onderdeel van een totaalpakket van 9 miljard euro dat de EU voor dit jaar heeft beloofd, in de vorm van gunstige leningen, waarbij de EU de rente voor haar rekening neemt.
De Oekraïense regering krijgt de zogeheten macrofinanciële bijstand niet onvoorwaardelijk. Ze moet een aantal maatregelen nemen om de economische stabiliteit en het ondernemingsklimaat in het land te verbeteren, de energiezekerheid te waarborgen, en de rechtsstaat en het bestuur te versterken. Steeds als een aantal ijkpunten is bereikt wordt het geld in delen overgemaakt.
De commissie wil dat Oekraïne volgend jaar een constantere stroom van deze EU-bijstand krijgt, van gemiddeld 1,5 miljard euro per maand ofwel 18 miljard euro voor heel 2023. De lidstaten moeten dat plan wel nog eerst goedkeuren.
Oekraïne heeft naar schatting 3 tot 4 miljard euro per maand nodig om het land te kunnen blijven besturen. Ook landen als de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk springen bij, evenals financiële instellingen als de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF).