Dr. Kirn, recent benoemd tot hoogleraar kerkgeschiedenis aan de Theologische Universiteit Kampen (ThUK, Oudestraat), gaat in zijn oratie in op de „omstreden” relatie tussen Joden en christenen. Volgens hem verdient het thema een veel hogere plaats op de kerkhistorische agenda. „Als integraal thema heeft het nog geen contouren gekregen”, stelt hij vast, vooral op basis van Duitse literatuur. „Integraal betekent hier: Joods-christelijke vraagstellingen zijn essentiële kerkhistorische vraagstellingen.”

Kirn denkt dat de relatie kerk en Israël aan het begin staat „van een ingrijpende vernieuwing. Daarbij komt de oecumenische probleemstelling. De verbreding van een christelijke tot een abrahamitische oecumene van Jodendom, christendom en islam zet ons thema hoog op de agenda.”

Dat het ”wij-bewustzijn” van een bepaalde groep verloren gaat, acht de hoogleraar niet van doorslaggevend belang. „Het gaat erom dat dit bewustzijn in bredere samenhangen leert denken en zonder angst open blijft voor veranderingen. Deze open houding kan niet zonder een historisch en kritisch bewustzijn. Is dat niet ook een probleem van het Samen op Weg-proces?”

Kirn laat zien hoe kerkhistorisch onderzoek het bij uitstek een domein is waarop de dialoog tussen christenen en Joden kan worden gevoerd. Op dit moment vraagt hij zich af of er überhaupt van een dialoog sprake is. „Een kleine minderheid is geëngageerd, een brede meerderheid is nauwelijks geïnteresseerd. Het is de vraag of de kritiekloze steun aan de staat Israël bij een groep christenen onder het hier gehanteerde begrip dialoog kan vallen.”