Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) meldt dinsdag het exacte aantal positieve tests in de afgelopen week. Dat doet het instituut voor de 125e keer, op de 1000e dag van de coronacrisis. Op 27 februari 2020, bijna drie jaar geleden, testte voor het eerst iemand in Nederland positief.

Vorige week meldde het RIVM dat het in zeven dagen tijd 6077 positieve tests had geregistreerd. Dat was het laagste aantal sinds eind juni vorig jaar, en dat terwijl het aantal besmettingen in het najaar eigenlijk juist zou moeten oplopen. Volgens het RIVM zijn mensen door vaccinaties en eerdere infecties goed beschermd. Mede daardoor daalt ook het aantal ziekenhuisopnames als gevolg van een coronabesmetting.

De overheid gebruikt sinds september een ‘thermometer’ om de corona-epidemie in de gaten te houden, als opvolger van de risiconiveaus. Die thermometer telt vier standen: laag, verhoogd, hoog en zeer hoog. Op 11 oktober, zes weken geleden, ging het alarmniveau voor het eerst een stapje omhoog, van laag naar verhoogd. Dat gebeurde omdat het aantal besmettingen toen snel opliep en omdat kwetsbare groepen extra risico liepen. Twee weken geleden hield het RIVM de thermometer op ‘verhoogd’ door de opkomst van een nieuwe subvariant van het virus.

Het RIVM meldt dinsdag ook hoeveel mensen in de afgelopen week de herhaalprik tegen het coronavirus hebben gehaald. De opkomst loopt de afgelopen weken terug. De GGD’en doen daarom een stapje terug op de grote centrale locaties. In plaats daarvan trekken de vaccineerders de wijken en dorpen in, om de mensen te bereiken die tot nu toe nog niet ingeënt zijn.