Gevaar van terreur blijft in Israël helaas actueel
Binnen 25 minuten doodde Mohammed Souf deze week drie Israëliërs, voor hij zijn daad met zijn leven moest bekopen. De aanslag laat zien dat het gevaar van terreur altijd op de loer ligt.
Niemand had voorzien dat Souf zou doordraaien. Ook de Israëlische veiligheidsdiensten niet. De 18-jarige Palestijn werkte als schoonmaker op een industrieterrein in de buurt van Ariel, in het noordelijke deel van de Westelijke Jordaanoever. Zijn werkvergunning was in orde. Hij was niet eerder in aanraking met politie en justitie geweest.
Afgelopen dinsdag stak hij echter plotseling een bewaker neer bij de ingang van het Ariel Industrial Park. Daarna verwondde hij met zijn mes nog drie anderen bij een tankstation in de buurt. Hij ging er vandoor in een gestolen auto, waarmee hij op andere voertuigen inreed op snelweg 5. Na die aanrijding stak hij weer iemand neer. Hij stal opnieuw een wagen, die hij ook liet crashen. Soldaten en gewapende burgers openden schoten hem vervolgens dood. Het trieste resultaat: drie vermoorde Israëliërs en drie zwaargewonden.
Het dodental als gevolg van terreuraanslagen in Israël is daarmee dit jaar gestegen tot 29 – het hoogste aantal sinds 2008. Het Israëlische leger heeft de afgelopen maanden daarom diverse grootschalige antiterreuroperaties uitgevoerd. Zo rolden speciale eenheden het terreurnetwerk Lion’s Den in de Palestijnse stad Nablus op. Deze goed georganiseerde groepering maakte geen geheim van haar activiteiten en presenteerde zich nadrukkelijk op sociale media. Op Instagram had ze maar liefst 160.000 volgers.
Lastiger was het in vluchtelingenkamp van Jenin, waar terroristen met diverse ideologische achtergronden zich in een tamelijk los verband hadden georganiseerd en aanslagen met vuurwapens op soldaten en leden van de grenspolitie uitvoerden.
Alles bij elkaar lieten de statistieken de afgelopen weken een dalende trend in het aantal terreurincidenten zien. Tot de dodelijke aanslag van dinsdag bij Ariel. De Israëlische veiligheidsdiensten gaan ervan uit dat Souf geen deel van een terreurnetwerk uitmaakte, hoewel hij mogelijk wel hulp bij de voorbereiding van zijn daden heeft gehad. Dat maakt het extra lastig om dit soort aanvallen te voorkomen.
In rechtse politieke kringen klinkt intussen steeds luider de roep om een grootschalige militaire operatie in de Palestijnse gebieden om een einde aan de golf van terreur te maken. Het Israëlische leger heeft tot nu toe afwijzend gereageerd. De strijdkrachten vrezen dat de situatie op de Westelijke Jordaanoever daarmee volledig zal destabliseren, terwijl de Palestijnse Autoriteit nu al niet bij machte is om de orde te handhaven.
De vraag is hoe de nieuwe Israëlische regering straks met deze problematiek om zal gaan. Dat er iets moet gebeuren, staat wel vast. Zeker als onschuldige Israëlische burgers steeds opnieuw slachtoffer van terreur zijn. De recente militaire operaties hebben hun nut bewezen. Maar ze bieden geen oplossing voor de achterliggende problemen van uitzichtloosheid en radicalisering.