Vrijdagavond kwam bovendien naar buiten dat klimaatgezant John Kerry van de Verenigde Staten positief is getest op het coronavirus, wat de onderhandelingen nog wat moeilijker maakt. De VS zijn een belangrijke partij. Kerry kan nu niet meer aanwezig zijn bij de onderhandelingen, maar werkt verder via de telefoon. „Hij blijft in contact met zijn onderhandelingsteam en buitenlandse collega’s om tot een succesvol einde van COP27 te komen”, laat een woordvoerder weten.

Op de klimaattop splitst de discussie tussen bijna 200 landen zich vooral toe op het al dan niet optuigen van een fonds voor het vergoeden van schade die het gevolg is van klimaatverandering. Ook de snelheid waarmee landen hun uitstoot van broeikasgassen verminderen en het afbouwen van fossiele brandstoffen zijn heikele punten.

Voor de EU, die als een blok onderhandelt, hangen deze onderwerpen nauw met elkaar samen. Europa is bereid akkoord te gaan met een schadefonds, maar dan moeten andere landen wel meer ambitie tonen in het verlagen van hun uitstoot. En een land als China mag zeker niet aan de ontvangende kant zitten, vindt Europa. Ondertussen vallen landen als Qatar of de Verenigde Arabische Emiraten ook officieel nog in de groep met ontwikkelingslanden, terwijl het gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking daar hoger ligt dan bijvoorbeeld in Frankrijk.

Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat alle bijna 200 landen zich kunnen vinden in de uiteindelijke slotverklaring, waarin de afspraken worden opgesomd. Dat lukt meestal, maar niet altijd. De klimaattop van 2009 in Kopenhagen werd afgesloten zonder verklaring waar alle landen het mee eens waren. Op de top in Glasgow werd de slotverklaring vorig jaar aan het einde nog afgezwakt onder druk van China en India. Het „uitfaseren” van steenkoolgebruik werd toen gewijzigd in het vagere „afbouwen”.