De leeuw bleef Gerasimus volgen
RD‑correspondent Alfred Muller zocht in Israël naar sporen van mensen die in het verleden in het Heilige Land op bezoek zijn geweest of er hebben gewoond en gewerkt. Hij vond er zes. In drie weken tijd worden de lezers meegenomen naar plaatsen in Israël waar historische figuren hun sporen hebben nagelaten. Woensdag deel 2, volgende week dinsdag deel 3. Aan het einde van de 4e eeuw had de overweldigende eenzaamheid van de woestijn al duizenden mensen aangetrokken. De beweging begon in Egypte, waar vrome mannen en vrouwen dorpen en steden verlieten om in grotten te gaan wonen, waar ze in stilte God konden zoeken en tegen de verleidingen konden strijden. Het betrof vaak eenvoudige mensen die het Nieuwe Testament niet in het Grieks konden lezen.
De eerste monnik die zich in de Judese woestijn vestigde, was Chariton. Hij kwam in de vierde eeuw als pelgrim naar Jeruzalem. De woestijn ten oosten van Jeruzalem had als voordeel dat deze dicht bij de heilige plaatsen lag. Een van de heremieten die de beroemde Armeense woestijnvader Euthymius in de woestijn volgden, was Gerasimus.
Gerasimus werd geboren in Lycië (Turkije) in een rijk gezin. Toen hij nog heel jong was, ontdekte hij dat hij weinig gemeen had met zijn leeftijdgenoten. Hij ontwikkelde een grote liefde voor God en besloot zich als monnik te vestigen in Egypte. Na zijn terugkeer in Lycië richtte hij in 455 een kloostergemeenschap op bij de Jordaan in de buurt van Jericho.
Voor de zeventig woestijnbewoners die zich om Gerasimus heen verzameld hadden, ontwikkelde hij een regel. Vijf dagen per week zouden de monniken in een cel of grot wonen in de vlakte rondom het klooster en daarbij lichte handenarbeid verrichten, zoals het weven van matten of manden. Op zaterdag en zondag kwamen ze bij elkaar voor een gemeenschappelijke dienst en maaltijd. Zondagmiddag keerden de monniken naar de eenzaamheid terug met slechts een kruik water en wat brood en groente.
De monniken in het klooster hebben de eeuwen door verteld dat Gerasimus eens door de woestijn bij de Jordaan liep en een leeuw tegenkwam die zijn klauw naar hem uitstrekte. De woestijnvader zag dat de poot was geïnfecteerd en opgezwollen door een doorn. De leeuw keek hem smekend aan; Gerasimus verwijderde de doorn en verbond de poot. Daarna volgde de leeuw hem overal waar hij ging. De leeuw kreeg volgens de legende de taak de ezel te bewaken die water van de Jordaan moest halen. Toen Gerasimus in 475 stierf, ging de leeuw kort daarop dood van verdriet.
Het klooster werd in 614 verwoest bij de inval van de Perzen. Het huidige klooster dat is gewijd aan Gerasimus werd in de negentiende eeuw gebouwd op de fundamenten van een klooster uit de twaalfde eew en heet ook wel Deir Hajla. In een grote kapel is nog altijd een middeleeuws mozaïek te zien. In een tweede, kleine kapel bevindt zich volgens een middeleeuwse traditie de grot waar Jozef, Maria en Jezus verbleven toen zij naar Egypte vluchtten. In de buurt van het klooster bevinden zich grotten en cellen die vroeger door de kluizenaars werden bewoond.
De grote kapel in het klooster is momenteel ontruimd. De aardbeving in februari 2004 heeft namelijk schade aangericht aan de tegelvloer en de muren. Grote scheuren lopen door de fresco’s. Dankzij de versterkingen met stalen buizen, die al eerder waren aangebracht, is de koepel niet naar beneden gekomen.
Er wonen elf monniken en er zijn ruimtes voor vrijwilligers en pelgrims die de stilte zoeken. Die stilte is soms ver te zoeken, want het klooster ligt aan de weg door de Jordaanvallei. Vele nieuwsgierige Israëliërs, Arabieren en toeristen komen een kijkje nemen in het klooster.