Toekomst van de Kerk
Genesis 9:27
„God breide Jafeth uit en hij wone in Sems tenten.”
De Bijbel zegt ook: „Zing vrolijk, gij onvruchtbare, die niet gebaard hebt! maak geschal met vrolijk gezang en juich, die geen barensnood gehad hebt! Want de kinderen der eenzame zijn meer, dan de kinderen der getrouwde, zegt de Heere. Maak de plaats uwer tent wijd, en dat men de gordijnen uwer woning uitbreide en verhinder het niet” (Jesaja 54:1, 2). „Want uw Maker is uw Man, Heere der heirscharen is Zijn Naam; en de Heilige Israëls is uw Verlosser, Hij zal de God van de ganse aardbodem genaamd worden” (Jesaja 54:5). Zie ook Galaten 4:27. „Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt, en de heerlijkheid des Heeren gaat over u op. Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken en donkerheid de volken; doch over u zal de Heere opgaan en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden, en de heidenen zullen tot uw licht gaan en koningen tot de glans, die u is opgegaan” (Jesaja 60:13). „Het zal worden één kudde en één herder” (Johannes 10:16). „En niet alleen voor dat volk, maar opdat Hij ook de kinderen Gods, die verstrooid waren, tot één zou vergaderen” (Johannes 11:52). „Gij hebt ons Gode gekocht met Uw bloed uit alle geslacht, en taal, en volk, en natie…” (Openbaring 5:9, 10).
Caspar Olevianus, hoogleraar te Heidelberg
(”Verklaring der Apostolische Geloofsbelijdenis”, 1868)
Caspar Olevianus (1536-1587) studeerde rechten in Genève. Daar ontmoette hij de reformator Johannes Calvijn. In 1560 vertrok hij naar Heidelberg in de Palts. Hij promoveerde in de theologie en werd er hoogleraar. Daar ontmoette hij Zacharias Ursinus met wie hij samen werkte aan de Heidelbergse Catechismus. Na een periode in Berleburg werd hij hoogleraar in Herborn. Hij wordt gezien als een van de stichters van de Duits-gereformeerde theologie.