Ollongren: kritiek NAVO op Nederland niet verzwegen
Defensieminister Kajsa Ollongren spreekt tegen dat ze kritiek van de NAVO op haar beleid voor de Tweede Kamer heeft verzwegen. Ze heeft immers wel degelijk toegegeven dat het bondgenootschap niet met alle keuzes van Nederland blij is, stelt ze.
Onder meer regeringspartij CDA vindt dat Ollongren het oordeel van de NAVO te gunstig heeft voorgespiegeld. In een periodiek rapport stelt de westerse militaire alliantie dat Nederland te weinig geld steekt in bijvoorbeeld tanks. Maar de minister stuurde dat rapport nog niet naar de Kamer en meldde in september dat Nederland „grotendeels” voldoet aan de wensen van de NAVO.
„Ik heb gezegd ‘grotendeels”’, benadrukt Ollongren na overleg met EU-collega’s in Brussel. „Dat betekent dat er ook nog een stukje is waarover we het niet eens zijn.” Een NAVO-lidstaat maakt nu eenmaal zijn eigen keuzes. Nederland heeft ervoor gekozen met Duitsland samen te werken, waarbij „de Duitsers dan de tanks hebben en wij de vuursteun doen. Doordat we die keuze maken staan we uiteindelijk ook als NAVO sterker.”
De minister heeft „de Kamer juist geïnformeerd”, houdt ze vol. „Over dat we op een heleboel delen het eigenlijk helemaal eens zijn met de NAVO en dat we op een onderdeel een andere keuze hebben gemaakt”. Dat is volgens haar „open en bloot met de Kamer” besproken.
Ollongren heeft het rapport inmiddels naar de Kamer gestuurd. Daarin staat inderdaad dat Nederland nog tekortschiet op meerdere vlakken. Zo hebben zowel de zware als medium-infanteriebrigade „structurele tekortkomingen” en ook de luchtmobiele brigade is niet in staat om klaar te staan bij een oproep.
De minister erkent in de brief dat de NAVO kritiek heeft op „aanhoudende kwalitatieve en kwantitatieve tekortkomingen, vooral op het vlak van slagkracht en operationele (gevechts-)ondersteuning”. Wel wijst ze erop dat de Nederlandse krijgsmacht dankzij de investeringen „goed op weg” is om de tekortkomingen aan te pakken. Tot en met 2025 besteedt Nederland in totaal 14,8 miljard euro aan de krijgsmacht.
Eerder zegde Ollongren al toe het rapport snel naar de Kamer te verzenden. „Ik denk dat de kou dan meteen uit de lucht is.”