Arme wereldling, als u nog buiten Jezus bent! Wat bent u toch trots op uw rijkdom? Wat bent u trots op uw zorgeloos leven, uw grootheid, uw aanzien, uw eer? Wat beroemt u zich op uw wijsheid, schoonheid, gezondheid en kracht? Uw leven is maar een geschilderde dood, een beeld dat wel door de kunst bewogen wordt, maar waar geen geest en geen leven in is.Wat omarmt u en wat streelt u, waarop vestigt u uw blijdschap? Ach, het is maar een schaduw, een rook, een damp. Het zijn gebroken bakken die geen water houden. Ja, wat zeg ik, alles waarin u uw vreugde stelt, bevordert uw dood en eeuwig verderf. Zo u uit de doodsslaap van de zonden uw ogen zou opslaan, zou u met verbazing over al die wereldse heerlijkheid uitroepen: De dood is in de pot. Als alle zegeningen die wij ontvangen, niet geheiligd zijn door Christus, werken zij de dood. De zonde maakt een langzaam en dodelijk vergif klaar, dat de zondaar in een schone kelk wordt voorgezet. Doch, helaas, het loon van de zonde is de dood.

U zult mogelijk denken: Wij hebben Christus gevonden, zijn wij dan ook dood? Ach, bedrieg u toch niet met ijdele overleggingen. Als u Christus heeft gevonden, heeft u ook het leven gevonden. Is dat niet genoeg? Moet u dan nog uw krachten, liefde en genegenheden gebruiken voor vergankelijke dingen van deze aarde? Alsof dat uw deel zou zijn?

Frederik van Houten, predikant te Middelburg (Het weergaloos goed, 1725)