Wiersma: EU-landen moeten af van taboe op onderwijssamenwerking
Als Nederland en de andere EU-landen het afglijden van het onderwijs willen keren, kunnen ze niet langer alleen naar zichzelf kijken. Ze moeten op zijn minst zorgen dat ze hun onderwijs kunnen vergelijken zodat ze van elkaar kunnen leren, vindt onderwijsminister Dennis Wiersma.
EU-landen gaan zelf over hun onderwijs en schuwen vanouds iedere Europese bemoeienis. Dat is „misschien wel jammer”, zegt Wiersma tijdens een eerste bezoek aan Brussel. Want ze kampen met dezelfde problemen, zoals teruglopende schoolprestaties en een schreeuwend tekort aan leraren. Hij constateert „een soort betonrot in het hele systeem” en dat „is eigenlijk het Europese systeem”. Als die doorzet kan Europa bijvoorbeeld opboksen tegen opkomend China wel vergeten.
„Dat moet je dus Europees dan wel gaan oppakken samen”, vindt Wiersma. De minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs wil onderwijsresultaten in verschillende EU-landen voortaan kunnen vergelijken. Daarvoor zullen ze wel meer op dezelfde noemer moeten worden gebracht, denkt hij. Andere landen lopen daar ook voorzichtig wel warm voor, denkt Wiersma.