De verantwoordelijke Britse minister Chris Heaton-Harris heeft de deadline voor het uitschrijven van nieuwe verkiezingen verschoven met zes weken, met een optie van nog eens zes weken. Daardoor ligt de uiterlijke datum om een nieuwe regering te vormen op 19 januari. Dan gaat pas de periode van twaalf weken in waarin de nieuwe verkiezingen daadwerkelijk moeten worden gehouden.

Noord-Ierland verkeert al sinds februari in politieke chaos toen de unionistische DUP uit de regering stapte. Die partij weigert uit onvrede over brexitafspraken mee te werken aan een nieuw bestuur, ook na de verkiezingen van afgelopen mei. Het pro-Ierse Sinn Féin werd toen voor het eerst de grootste, maar heeft de DUP nodig voor een coalitie.

Na de verkiezingen hadden de partijen al 24 weken om er samen uit te komen, maar dat is niet gelukt. Daarom had Heaton-Harris laten weten zijn wettelijke plicht te doen en nieuwe verkiezingen uit te zullen schrijven. Maar in Noord-Ierland vragen mensen zich af of dat de impasse oplost. De DUP wil dat de problemen met de brexit verholpen worden, niet dat de kiezers zich opnieuw uitspreken. Bovendien zal de uitslag volgens de peilingen nauwelijks verschillen van de vorige.

Het lijkt er daarom op dat de minister schuift met de deadline om het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie meer tijd te geven de situatie in Noord-Ierland op te lossen. De katholieken in dat land willen geen harde grens met Ierland, dat nog bij de EU hoort, terwijl de protestanten niet afgezonderd willen worden van de rest van het VK. Londen en Brussel onderhandelen al tijden over het probleem.