Meer maatwerk per land voor schuldafbouw in EU-begrotingsregels
De Europese Commissie stelt voor om voor alle EU-landen, in samenspraak, individuele begrotingsplannen voor de middellange termijn op te stellen waarin schuldafbouw, hervormingen en investeringen de hoofdelementen zijn. Landen met hoge schulden moeten zich meer inspannen om hun schulden op een aanvaardbaar peil te krijgen. Maar ze krijgen meer zeggenschap over hoe ze hun eigen netto uitgavenpad, zoals de commissie het noemt, willen bewandelen. De afspraken zijn wel bindend en zullen streng worden gehandhaafd.
De Europese Commissie presenteerde woensdag voorstellen voor herziene begrotingsregels. Een wettelijk kader volgt pas begin volgend jaar, maar de ministers van Financiën zullen zich volgende maand voor het eerst over het pakket buigen. Naar verwachting worden de onderhandelingen over definitieve wetgeving moeizaam en langdurig.
Volgens Eurocommissaris Paolo Gentiloni (Economie) is het doel van de hervorming van de begrotingsregels drieledig. „Ten eerste willen we groei ondersteunen en tegelijk de schuldhoudbaarheid verbeteren. Ten tweede willen we de nationale zeggenschap over economische besluiten versterken maar die wel in een Europees kader verankeren. En ten derde willen we de bestaande regels vereenvoudigen maar wel gebruik maken van hun vernuft.”
Al lang was duidelijk dat het zogeheten Stabiliteits- en Groeipact veel te ingewikkeld is en hervormd moet worden. Kort na het begin van de coronapandemie werden de begrotingsregels tijdelijk opgeschort zodat de lidstaten hun burgers en bedrijven straffeloos konden steunen met allerlei maatregelen. Nadat Rusland Oekraïne was binnengevallen en inflatie en hoge energieprijzen de EU in een nieuwe crisis hadden gestort, werd de opschorting verlengd. Maar de commissie wil de begrotingsregels in 2024 weer in ere herstellen.
De regels voor de staatsschuld (niet meer dan 60 procent van het bruto binnenlands product) en het begrotingstekort (niet boven 3 procent van het bruto binnenlands product) worden niet geschrapt. Daar zou een wijziging van het EU-verdrag voor nodig zijn en daar wil niemand aan. Aan een maximaal begrotingstekort van 3 procent houdt de commissie juist vastberaden vast door sancties aan te kondigen als landen zich daar niet aan houden. Maar het schuldenprobleem moet anders worden aangepakt.
Die staatsschulden zijn de afgelopen twee jaar door de crises in veel landen enorm opgelopen, maar er zijn grote verschillen. Zo heeft Estland 20 procent schuld, maar Griekenland 180 procent. De Nederlandse schuld zit ongeveer op 50 procent van het bruto binnenlands product. De commissie wil de lidstaten niet langer op het percentage van 60 procent vastpinnen, maar wil realistische schuldafbouw bereiken. Wel verdwijnt de zogenaamde 1/20-regel. Onder de oude regels moesten de lidstaten hun staatsschuld boven de 60 procent van het bruto binnenlands product jaarlijks met een twintigste deel terugbrengen.