Leiders hoopvol over plan voor klimaatadaptatie Afrika
Na het doemscenario van een „klimaathel” dat VN-chef António Guterres aan het begin van de klimaattop schetste, zijn in Sharm-el-Sheikh ook hoopvolle geluiden te horen. „U bent hier allemaal om te laten zien dat het zo niet hoeft te zijn”, reageerde hoofd Patrick Verkooijen van het Global Center on Adaptation (GCA) dinsdag op de opmerkingen van de VN-chef.
Diverse leiders toonden zich tijdens een bijeenkomst die door het GCA was georganiseerd voorzichtig positief over het programma dat Afrika moet helpen zich beter aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering. Aan dat programma draagt Nederland 100 miljoen euro bij, maakte premier Mark Rutte maandagavond bekend.
„We verwachten dat deze programma’s tastbare vooruitgang opleveren”, zei de Ghanese president Nana Akufo-Addo. De Duitse bondskanselier Olaf Scholz noemde het programma „een begin”. Hij voegde eraan toe dat er nog „ruimte is voor zoveel meer”. VN-chef Guterres, ook aanwezig, sprak zijn „totale solidariteit” met het plan uit. De baas van de Afrikaanse ontwikkelingsbank Akinwumi Adesina wil hiermee „de hoop doen herleven”. Allen waren het erover eens dat Afrikaanse landen zelf amper hebben bijgedragen aan de opwarming van de aarde, maar daar wel de dupe van zijn.
Scholz stond stil bij klimaatgerelateerde problemen zoals ernstige overstromingen in Nigeria en het vijfde jaar van extreme droogte in de Hoorn van Afrika. „Als we niet ambitieuzer zijn in het tegengaan van klimaatverandering en het beter bestand maken van lokale gemeenschappen, zullen we nog veel meer van dit soort catastrofes zien”, zei hij.
Verkooijen legt uit dat het Afrikaanse plan waar onder meer Nederland aan bijdraagt vooral bedoeld is om bestaande programma’s klimaatbestendig te maken. „Bijvoorbeeld met droogtebestendige gewassen.”
Een ander voorbeeld dat de Nederlander geeft is de renovatie van de haven van Banjul in Gambia. „Als je die toch gaat renoveren, maak hem dan meteen klimaatbestendig. Zo worden delen van de haven opgehoogd en worden mangrovebossen aangelegd als kustbescherming, om het overstromingsgevaar te verkleinen. Dat zijn heel concrete interventies.” Als je dat soort maatregelen niet neemt „wordt het uiteindelijk vele malen duurder”, zegt de chef van het in Rotterdam gevestigde GCA.