Nigeriaanse weduwen staken zaak tegen Shell
De vier Nigeriaanse weduwen die oliemaatschappij Shell beschuldigden van medeverantwoordelijkheid bij mensenrechtenschendingen in de Nigerdelta, hebben hun zaak gestaakt. Volgens hun advocaat hebben de vrouwen die beslissing genomen omdat de juridische procedure hen de vreselijke gebeurtenissen steeds laat herbeleven, „terwijl de uitkomst erg onzeker is.”
De echtgenoten van de vrouwen maakten deel uit van de Ogoni Nine, een groep anti-olie-activisten die in 1995 werd opgehangen na wat wereldwijd werd gezien als een schijnproces. Volgens de weduwen werkte Shell nauw samen met het toenmalige regime in Nigeria. Het bedrijf zou bij herhaling hebben aangedrongen op maatregelen tegen het Ogoni-volk, dat protesteerde tegen de oliewinning in de Nigerdelta, en hebben aangeboden acht getuigen om te kopen.
In maart oordeelde de rechtbank in Den Haag dat er niet genoeg bewijs was voor de beschuldiging van de vrouwen dat Shell getuigen had omgekocht om valse getuigenissen af te leggen in de zaak die leidde tot de executie van hun mannen.
Shell kwam in 2009 met andere nabestaanden, onder wie die van de Nigeriaanse schrijver Ken Saro-Wiwa, tot een overeenkomst voor een vergoeding van 15,5 miljoen dollar. Het bedrijf nam daarbij geen schuld op zich. In een verklaring benadrukt Shell maandag dat het de beschuldigingen altijd heeft ontkend, „alhoewel dat op geen enkele wijze afdoet aan het tragische karakter van de gebeurtenissen in 1995.”