Toch weer beschietingen bij grens Armenië en Azerbeidzjan
Een week na het sluiten van een overeenkomst, is er toch weer geschoten bij de grens tussen Armenië en Azerbeidzjan. De twee landen geven elkaar de schuld van het geweld. Maandagmiddag vinden weer gesprekken plaats tussen de beide landen, onder leiding van de Verenigde Staten.
Armenië en Azerbeidzjan spraken vorige week af „geen geweld te gebruiken” om hun geschil over de regio Nagorno-Karabach op te lossen, maar dat lijkt nu al te mislukken. Beide ministeries van Defensie beschuldigen de tegenstander ervan te zijn begonnen met het beschieten van vijandelijke posities. Er zijn geen gewonden gemeld en volgens Armenië is de situatie weer relatief stabiel.
Het incident komt slechts een paar uur voordat de twee ministers van Buitenlandse Zaken bijeenkomen in Washington. De onderhandeling van afgelopen week stonden nog onder leiding van de Russische president Vladimir Poetin, die zichzelf graag presenteert als de bemiddelaar van de regio. Maar omdat Rusland steeds meer geïsoleerd staat op het wereldtoneel, bemoeien de Verenigde Staten en de Europese Unie zich ook actief met het conflict op de Kaukasus.
In de jaren 90 en in 2020 vochten Jerevan en Bakoe twee oorlogen om het gebied waar vooral Armenen wonen, maar wat omringd wordt door Azerbeidzjan. Er is weinig voor nodig om het conflict weer te doen oplaaien. In september vielen nog 280 doden bij nieuwe confrontaties.