Uithuisplaatsing na mishandeling vaak positief voor kind en ouder
Ongeveer een op de vijf Nederlandse kinderen is slachtoffer van mishandeling. Wie zijn kind fysiek of verbaal geweld aandoet, kan onder toezicht worden gesteld of het gezag over zijn kinderen verliezen. Maar hoe effectief is die aanpak?
Prof. Majone Steketee, wetenschappelijk directeur bij het Verwey-Jonker Instituut, onderzocht met haar team gedurende anderhalf jaar ruim 1300 verschillende gezinnen. Bij allemaal was structureel of incidenteel sprake van kindermishandeling en kwam de ontwikkeling van het kind in gevaar. Pakweg 800 huishoudens accepteerden vrijwillig hulp om de situatie op te lossen. Bij zo’n 500 gezinnen lukte vrijwillige hulpverlening niet. In dat geval werd de hulp afgedwongen via de rechter en werd er een zogenoemde kinderbeschermingsmaatregel opgelegd.
„Zo’n maatregel is heel ingrijpend. De rechter plaatst de ouders onder toezicht of bepaalt dat een kind verplicht voor een tijdje uit huis moet worden geplaatst”, vertelt Steketee. Veel ouders zijn achteraf opgelucht dat er iets gedaan is aan de onwerkbare gezinssituatie. „Later zijn ze het vaak eens met de maatregel of denken ze zelfs dat ze er zelf om gevraagd hebben.”
Steketee onderzocht welk resultaat een kinderbeschermingsmaatregel heeft op het welzijn van de ouders en de kinderen. Ook ging ze na of de ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing bijdraagt aan een afname van geweld.
De conclusies van het onderzoek, die vorig week werden gepubliceerd, zijn positief. Steketee: „Bij gezinnen die een kinderbeschermingsmaatregel opgelegd kregen, daalde de kindermishandeling van 83 procent naar 47 procent.” In een derde van de gevallen stopte de kindermishandeling zelfs helemaal.
Nadat een gezin de maatregel opgelegd krijgt, gaat volgens de professor ook het welzijn van het kind en de opvoedvaardigheden van de ouders omhoog. „De ouders zijn in staat hun kind meer warmte te bieden. Het kind heeft minder stress en voelt zich veiliger.”
Helaas leidt een kinderbeschermingsmaatregel er in de helft van de gevallen nog niet toe dat de mishandeling helemaal verdwijnt, zegt de onderzoeker. „Maar het aantal geweldsincidenten neemt er wel flink door af.” Zo kan het zijn dat een vader voor de instelling van de maatregel zo’n negentig keer per jaar geweld gebruikt binnen zijn gezin. „Dat kan een fysiek geweld zijn, zoals trappen of slaan of emotioneel geweld, zoals uitschelden.” Nadat de ouders onder toezicht zijn gesteld daalt dit bijvoorbeeld naar zo’n twintig incidenten. „En dat is natuurlijk positief voor het kind.”
De redenen waarom ouders hun kinderen mishandelen, lopen volgens Steketee uiteen. „Het kan zijn dat ouders ontzettend veel stress ervaren en dat afreageren op hun kinderen. Ook gebeurt het dat het kind zelf problematisch gedrag vertoont. Of er is sprake van bijvoorbeeld een verslaving of een vechtscheiding.”
Kwetsbaar kind
Volgens de onderzoeker is het moeilijk om vaste patronen bij structurele mishandeling te veranderen. Zo’n 40 procent van de ouders die hun kinderen geweld aandoen, zijn zelf namelijk slachtoffer geweest van kindermishandeling. „Mensen die zijn opgevoed met een tik en een klap en denken: „ik ben er zelf ook nooit slechter van geworden.” Het doorbreken van zo’n gedachte is heel moeilijk.”
Het onderzoek laat dan ook zien dat er nog een hoop werk verzet moet worden om kindermishandeling uit de samenleving te bannen. Steketee: „We zijn op de goede weg, maar de problematiek is zeer complex. Goed beleid en langdurige begeleiding blijven hard nodig.”
Wie een vermoeden heeft van kindermishandeling doet er goed aan dat te melden bij Veilig Thuis, zegt Steketee. Die organisatie geeft advies en schakelt hulp in als de mishandeling structureel van aard is. „Ook al twijfel je, het is altijd goed om het te melden. Er zijn geen valse meldingen. Je komt namelijk op voor een kwetsbaar kind.”