Geen vergunningen meer voor emissiearme melkveestallen in Brabant
Brabant geeft geen vergunningen meer af voor emissiearme stallen van melkveehouderijen. Dat maakte de provincie vrijdag bekend. Daarmee breekt Brabant met een beleid dat afwijkt van de rest van Nederland, waarbij boeren tot 2024 de kans kregen om via aanpassing van hun stal met een emissiearme vloer de stikstofuitstoot te beperken.
De beslissing volgt op de uitspraak van de rechtbank in Den Bosch die op 28 oktober natuurvergunningen vernietigde die de provincie Noord-Brabant verleende aan jongveehouderijen in Budel, Made en Knegsel. Volgens de rechtbank ging de provincie er ten onrechte van uit dat emissiearme stalsystemen zorgen voor minder uitstoot van ammoniak bij jongvee.
Conform een eerdere uitspraak van de Raad van State oordeelde de rechtbank dat niet zeker is of een emissiearm systeem in elke stal op dezelfde manier presteert. Dit moet volgens de rechtbank beter worden geregeld in de natuurvergunningen.
Inmiddels leven er ook bij de provincie twijfels over het nut van de emissiearme stallen, waar urine door een sleuf naar een kelder beneden stroomt en uitwerpselen op de stalvloer blijven liggen. Door urine en poep te scheiden zou er minder ammoniak en daarmee minder stikstofemissie ontstaan, was het idee. Daar bestaan intussen echter gerede twijfels over. De provincie verwijst in dit verband naar een recent onderzoek door de Universiteit Wageningen.
„Wij geloven in innovatie als het gaat om emissies van stallen voor een gezonde leefomgeving”, aldus gedeputeerde Elies Lemkes-Straver. „Uiteraard hebben we wel zekerheid nodig dat de huisvestingsystemen ook doen wat ze beloven. Het is zeer wel mogelijk dat ze dat doen, maar dat kan op dit moment onvoldoende worden onderbouwd volgens de Raad van State.”
Volgens de gedeputeerde is nu het ministerie van Landbouw aan zet om duidelijkheid te scheppen over de emissiearme systemen. Zolang die duidelijkheid er niet is geeft Brabant geen vergunningen meer af.