„Mediaopvoeding snel handen en voeten geven”
Verlegenheid, verbazing en zorg kenmerken de reacties op het rapport over ICT in het onderwijs van het Sociaal- en Cultureel Planbureau (SCP). „We moeten de bezinning over het gebruik van computers steviger aanzetten.”
„Dat er wat nuchterheid komt, is zonder meer positief”, zegt A. A. Gorter, docent informatica aan het Hoornbeeckcollege te Amersfoort. „Er is veel geld in ICT-onderwijs gepompt. De vraag of het wat op heeft geleverd, is terecht.” Het planbureau oordeelt in zijn rapport vernietigend over het overheidsbeleid: ondanks 1 miljard euro voor ICT-onderwijs leren jongeren thuis de meeste digitale vaardigheden.
De overheid krijgt eindelijk de rekening gepresenteerd voor haar beleid, meent Gorter. „Het onderwijs is overvraagd. Minister Ritzen riep destijds al dat computers de oplossing zijn voor alle onderwijsproblemen. Bovendien zou de inzet van computers moeten bijdragen aan maatschappelijke veranderingen. Dat is ver bezijden de waarheid. Het is terecht dat het SCP kritisch is.”
Het zal de docent niet verbazen als er een einde komt aan het beleid dat de aanschaf van computers het einde van alle tegenspraak is. „Het maakte niet uit wat je ermee deed, als je maar computers had.”
De investeringen zijn geen weggegooid geld, vindt Gorter. „We moeten de computers alleen gerichter inzetten. Je kunt bedrijfsresultaten niet opkrikken door even wat computers neer te zetten. Zo moet ook de meerwaarde in het onderwijs duidelijk worden gemaakt. De kernfunctie van het onderwijs is het bijbrengen van kennis en het aanleren van vaardigheden. Computers kunnen een docent daarbij helpen.”
De voorstellen van Pim Fortuyn en prof. T. Chanowski van Medialab Solutions om scholen van computers te zuiveren, vinden geen gehoor bij Gorter. „Dan sla je door. Computers zijn een onderdeel van de maatschappij. We moeten computervaardigheden juist wel aanleren. Die komen niet vanzelf aanwaaien.”
Dat de overheid op den duur zal veronderstellen dat iedereen toegang heeft tot een computer met internet, hoeft volgens de Amersfoortse docent niet negatief te zijn. „Dan krijgen we als scholen meer vrijheid om eigen beleid te ontwikkelen. Daarbij zullen wij rekening houden dat juist niet iedereen thuis toegang heeft.”
Evenals Gorter ziet ook P. C. Beeke, directeur van de Herman Faukeliusschool in Middelburg, veel in het SCP-advies om meer aandacht te besteden aan media-educatie. „Het is verontrustend als ik zie hoe thuis de computer is verworden tot een pretmachine. Als scholen moeten we de handen ineen slaan om media-opvoeding handen en voeten te geven. Het liefst in samenspraak met de ouders.”
De schooldirecteur vindt dat de basisschool daarbij een grote rol kan spelen. „Kinderen van acht jaar zitten al achter de computer, blijkt uit het onderzoek. En dat wordt steeds jonger. Het is een illusie te denken dat dit niet geldt voor onze jongeren. We moeten de scholieren heel jong en heel summier de begeleide confrontatie aan laten gaan. Anders ben je stellig te laat.” Het is naïef om nu al concreet resultaten te verwachten van de in beweging gezette zoektocht naar doeltreffend gebruik van computers, meent Beeke.
„Het is de regering in elk geval voldoende duidelijk gemaakt dat de problematiek niet alleen is op te lossen met wat geld en het dumpen van machines. De uitkomst van het SCP-rapport is niet verbazingwekkend. Er is altijd stevig ingezet op de middelen. Maar de worsteling zit in de integratie in het leerproces. Om ICT te koppelen aan onze doelen.” Wel herkent Beeke zich in de conclusie dat er nog weinig goede software is. „Waarschijnlijk wachten de makers op een samenhangende visie. De doelen zijn nog niet helder.”
De stellige uitspraken van het planbureau verbazen M. M. Vaders, consultant van Talent-ICT. In zijn werk om bovenschoolse ICT-samenwerking te stimuleren binnen het reformatorisch basisonderwijs ziet hij juist positieve ontwikkelingen. Hij deelt de kritiek van minister Hermans en van de Stichting ICT op School. „Ik was erg blij met het recent verschenen onderzoek dat in Engeland de schoolprestaties verbeterden door de inzet van computers. Het SCP-rapport is daar mee in strijd. Ik voel me uitgedaagd om te kijken waar het nu precies aan ligt.”
De opmerking van het planbureau dat met name buitenlandse bedrijven profiteren van de investeringen, is een verrassing voor Vaders. Dat investeringen in ICT niet parallel kunnen lopen met onderwijsvernieuwing, ontkent hij. „Hogeschool De Driestar in Gouda is in samenwerking met een aantal scholen uit de omgeving bezig met een ICT-project. De didactische veranderingen zijn zichtbaar.”
Dat er grote verschillen zijn in de wijze waarop basisscholen de leerlingen digitale vaardigheden bijbrengen is juist. „Het voortgezet onderwijs heeft daar hinder van. Daar wordt hier en daar al hard aan gewerkt”, zegt Vaders.
Pessimistisch over de mogelijkheden van ICT op school is Vaders niet. De afgelopen jaren heeft het onderwijs zich inderdaad veel gefocust op het behalen van de doelen. „Het gaat om het primaire proces. Niet het leren gebruiken van de computer moet de aandacht krijgen, maar het gebruiken om te leren. Dan hebben computers een meerwaarde.”