Overheid moet optreden tegen verkoop van filtersigaretten
De overheid moet meer doen tegen de verkoop van filtersigaretten. De manier om te meten hoeveel schadelijke stoffen rokers binnenkrijgen, klopt niet, oordeelt de rechtbank in Rotterdam. Daardoor is de verkoop van filtersigaretten „in strijd met de Tabaks- en rookwarenregeling”.
Binnen zes weken moet de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gaan handhaven. Het is aan de autoriteit zelf om te bepalen „hoe zij daar precies invulling aan gaan geven”, aldus de rechtbank.
De zaak was aangespannen door de Stichting Rookpreventie Jeugd. Die sprak over sjoemelsigaretten. De stichting vroeg de NVWA in 2018 om de verkoop van die sigaretten aan te pakken, maar de toezichthouder weigerde dat. Ook een bezwaar daartegen werd in 2019 afgewezen. Daarop stapten de rookbestrijders naar de rechter. Bij de zaak kreeg de stichting steun van onder meer het Rode Kruis Ziekenhuis, de gemeente Amsterdam en organisaties voor kindergeneeskundigen, tandartsen, longartsen en cardiologen.
Sigaretten worden getest door machines de rook op te laten zuigen. Vervolgens meet de machine hoeveel teer, nicotine en koolmonoxide daarbij vrijkomen. In de filters zitten kleine gaatjes, waardoor de machines ook schone lucht opzuigen. Daardoor verdunt de lucht en lijkt het alsof rokers minder schadelijke stoffen binnenkrijgen. Maar in de praktijk hebben rokers hun vingers en lippen op die gaatjes. „Daarmee worden dus niet de emissiewaarden gemeten die bij beoogd gebruik van een sigaret vrijkomen”, concludeert de rechtbank. „Het is daarom niet duidelijk of filtersigaretten voldoen aan de wettelijke normen. Rokers kunnen dus veel meer schadelijke stoffen binnenkrijgen dan waarvan ze mogen uitgaan.”