Andestumult niet alleen maar potsierlijk
De aanvoerder van een groep nationalistische rebellen in Peru is ingerekend, samen met ongeveer negentig van zijn volgelingen. Hiermee lijkt een voorlopig eind te zijn gekomen aan een kleine opstand van oud-militairen die op zaterdag in het bergstadje Andahuaylas het politiebureau bestormden en daar tien agenten gijzelden.
De opstandelingen verlangden het aftreden van de in hun ogen corrupte president Alejandro Toledo. In een land als Peru, waar links, rechts en ook het politieke centrum de kiezers amper meer kunnen bekoren -en vrijwel alle partijen hun kans hebben gehad en verspeeld- is een opstandje als die van het afgelopen weekeinde meer dan alleen een voetnoot in de tumultueuze geschiedenis van het land.
De voormalige majoor Antauro Humala, die aan het hoofd van ongeveer 150 geüniformeerde en goed bewapende reservisten het politiekantoor van Andahuaylas bestormde, deed dit in naam van de zogeheten Etnocaceristische Beweging. Dit is een enigszins duistere organisatie die een beroep doet op zowel latente gevoelens van nationalisme als een tot dusver stil verlangen naar het herstel van indiaanse maatschappelijke waarden. De boodschap van de Etnocaceristen vindt een verrassende mate van weerklank in de kazernes van het land.
Humala dacht dan ook dat zijn opstand aanzet zou geven tot muiterijen op grotere schaal die de gekozen maar hoogst onpopulaire regering van president Toledo ten val zouden brengen. Dat de gebeurtenissen in en rond het politiebureau van een anders slaperig Andesstadje niet direct een machtswending teweegbrachten wil allerminst betekenen dat de regering het gevaar als geweken kan beschouwen of de Etnocaceristen als verslagen of ontmanteld. De beweging is niet groot, maar draagt een gedachtegoed uit dat, hoewel op het eerste zicht potsierlijk, een gevoelige snaar raakt bij veel Peruanen.
De naam van de beweging verwijst naar generaal Andres Avelino Caceres, die ten tijde van de oorlog met Chili tussen 1879 en 1883 de destijds machtige en triomferende vijand moedig belaagde vanuit de bergen en uiteindelijk met zijn guerrillatactieken een flinke bijdrage leverde aan de beëindiging van vier jaar lange Chileense bezetting van Peru.
Voor de Etnocaceristen is Chili volksvijand nummer één. Oud-majoor Humala beschuldigt president Toledo van hoogverraad door het toestaan van Chileense investeringen, waardoor deze vermeende opponent aanzienlijke delen van Peru’s economie kan domineren. Overigens willen de Etnocaceristen alle buitenlanders uit het land verjagen. De bezittingen die zij achterlaten vallen vervolgens toe aan de staat. De beweging wil voorts de democratie afschaffen. Niet helemaal zonder reden argumenteren Humala en zijn volgelingen dat het democratische bestel niet kan deugen wanneer het indiaanse deel van de bevolking een overweldigende meerderheid vertegenwoordigt maar de politieke macht in de hoofdstad Lima stevig in handen blijft van een minderheid blanken en mestiezen.
Vanwege de niet aflatende stroom aan corruptieschandalen, waartegen geen enkel staatshoofd zich de afgelopen twintig jaar heeft kunnen wapenen, is het niet verwonderlijk dat de meeste Peruanen democratie ervaren als een systeem dat enkelen het recht geeft om de gemeenschapsfondsen te plunderen.
De Etnocaceristen eisen de instelling van een indiaanse republiek naar voorbeeld van het Tahuantinsuyo-rijk uit de vijftiende eeuw. Toen bereikte de incabeschaving haar hoogtepunt, slechts enkele decennia voor de aankomst van de eerste Spaanse roofexpedities. Volgens Antauro Humala en zijn broer Ollanta -een luitenant-kolonel in het leger die na een kortstondige muiterij in oktober 2000 naar het verre buitenland is gestuurd en tot voor enkele dagen militair attaché was op de Peruaanse ambassade in Zuid-Korea- is er sinds de komst van de eerste conquistadores (veroveraars) uit Spanje 500 jaar geleden niets veranderd. „Het plunderen van onze nationale rijkdommen is nooit opgehouden. President Toledo is niets meer of minder dan een erfgenaam van Hernan Cortes, de eerste conquistador die hier kwam om ons te bestelen”, aldus Antauro Humala.
Dergelijke taal slaat aan onder de miljoenen indiaanse paupers, wier bestaan op de rand van de samenleving even uitzichtloos als precair is. Voor hen heeft democratie geen enkele betekenis. Anders is dat met vergane incabeschaving, die voortleeft in prachtige vertellingen, waar veel indianen tot op heden trots op zijn. Ex-majoor Humala, zelf van indiaanse afkomst, net als de meeste soldaten en lagere officieren in het leger, is voor wat Peruaanse indianen betreft beslist geen operetteachtige rebel.
Dat ultranationalistische officieren met ogenschijnlijk uitheemse ideologieën een gevaar kunnen betekenen voor de gevestigde orde, bewijst Venezuela, waar een bij herhaling muitende luchtmachtkolonel uiteindelijk tot president is gekozen en herkozen. Hugo Chavez heette in de jaren negentig van de vorige eeuw een ongevaarlijke, zij het lastige, dwaas. Maar Chavez’ ideeën -bestempeld als raar, waanzinnig en zelfs als „het gedachtegoed van een idioot”- sloegen aan en transformeerden de Venezolaanse samenleving.
De broers Humala en hun Etnocaceristische Beweging maken geen geheim van hun bewondering voor het Venezolaanse staatshoofd, maar vinden dat Hugo Chavez lang niet ver genoeg gaat met zijn hervormingen. Chavez kon zegevieren nadat de kiezers van zijn land genoeg hadden van de meest corrupte politici die Venezuela jarenlang bestuurden zonder dat er veel ten goede veranderde. De situatie in het hedendaagse Peru is haast identiek. Slechts een krappe 9 procent van de bevolking kan nog enig vertrouwen opbrengen in president Alejandro Toledo, die daarmee het minst geliefde staatshoofd in Zuid-Amerika is.
In hun electorale wanhoop kijken sommige Peruanen nu weer -overigens zonder veel enthousiasme- naar eerder afgedankte oud-presidenten als de wegens corruptie en machtsmisbruik afgezette en naar Japan gevluchte Alberto Fujimori en zijn voorganger Alan Garcia, die het land met ondoordachte nationaliseringen financieel ruïneerde. Er hoeft maar weinig te gebeuren willen de kiezers deze minder aantrekkelijke electorale alternatieven inruilen voor iets totaal nieuws, zoals de Humala-broers en de Etnocaceristen bepleiten.