Ook zijn de prijzen in de bouw veel harder gestegen dan in bijvoorbeeld de industrie. Door onder meer digitalisering en modulair bouwen staat de arbeidsproductiviteit bij het bouwen van woningen en bedrijfsgebouwen er wel goed voor.

Op het gebied van nieuwbouwwoningen en bedrijfsgebouwen nam de arbeidsproductiviteit tussen 1995 en 2021 met ruim 40 procent toe, ten opzichte van ongeveer een kwart in de hele bouw.

Maar vooral de infrasector werd er niet efficiënter op. Daar daalde de productiviteit zelfs met 17 procent. Volgens ING kwam dit deels doordat de sector is gekrompen, wat „geen goede voedingsbodem voor de productiviteit” is.

Investeren

„Krimp zorgt vaak voor overcapaciteit waardoor werknemers minder productief kunnen worden ingezet. Daarbij zorgen krimp en overcapaciteit ervoor dat bedrijven minder investeren in nieuwe (efficiëntere) machines”, aldus de bank.

In de industrie verdubbelde de arbeidsproductiviteit bijna in dezelfde periode. „Hierdoor kan een medewerker in de industrie nu twee keer zoveel produceren in hetzelfde aantal uren waardoor industriële producten vaak zelfs goedkoper worden.” Prijzen in de bouw gingen ongeveer een kwart meer omhoog dan in de industrie.

Volgens ING kan de bouw inzetten op industrialisatie en digitalisering om efficiënter te worden. Met digitalisering kan met minder risico vooruitgang worden geboekt. „Industrialisatie moet ook zeker overwogen worden maar door hoge aanvangsinvesteringen (zoals fabriek, machines en robots) is het verstandig dit met de nodige voorzichtigheid te doen”, aldus de bank.

Minder productief

Het Nederlandse bedrijfsleven is in vergelijking met voor corona minder productief geworden. Dit in tegenstelling tot andere landen in de eurozone, waar de productiviteit juist toenam. Dat meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dinsdag op basis van een analyse.

Onder arbeidsproductiviteit verstaat het CBS het bruto binnenlands product (bbp) per gewerkt uur. Zowel de gehele economie als het aantal gewerkte uren is in Nederland toegenomen, maar dat laatste steeg sterker. Per saldo nam de arbeidsproductiviteit daardoor af.

De sterke stijging van het aantal gewerkte uren schrijft het CBS toe aan onder meer de bevolkingsgroei. In drie jaar tijd groeide de bevolking met 1,8 procent. Ook het aantal mensen in de leeftijd van 20 tot 65 jaar, de groep waarvan veel mensen werken, groeide.

In omliggende landen steeg het aantal gewerkte uren minder sterk, waardoor de arbeidsproductiviteit in drie jaar tijd toenam.