Kerk & religie

„Geuzenacties hadden ook religieuze lading”

„Acties van de geuzen in 1572 waren niet alleen profaan, maar hadden ook een religieuze lading”, meent dr. Jos de Weerd. „Kerkroof was in die tijd het ergste wat er bestond.”

Van onze correspondent
1 November 2022 09:50
Dr. Jos de Weerd. beeld Jan van Reenen
Dr. Jos de Weerd. beeld Jan van Reenen

De geschiedenisdocent aan de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap sprak maandag in het gebouw van de Vrije Universiteit Amsterdam. Het HDC Centre for Religious History hield er een publiekssymposium over 1572, het „geboortejaar” van Nederland. De zaal zat vol, mede door de leerlingen die De Weerd vanuit Apeldoorn had meegenomen.

Prof. dr. Fred van Lieburg, directeur van het HDC Centre for Religious History, lichtte toe waarom voor het thema ”1572, een religieus rampjaar?” is gekozen. De gereformeerde leer won destijds aan kracht. In 1571 vond de Synode van Emden plaats en in 1572 de Synode van Edam.

Tegelijkertijd was er volgens Van Lieburg sprake van een rooms-katholieke reformatie. Er kwamen nieuwe bisdommen en er vonden weer kerkelijke visitaties plaats. „Inquisiteur Franciscus Sonnius, die een negatieve naam heeft, was tegelijk een theoloog met grote pastorale gaven.”

Die reformatie werd, aldus Van Lieburg, „in de wielen gereden” door de verovering van Den Briel door de watergeuzen op 1 april 1572. Hij noemde de watergeuzen „antikatholiek” en zei dat ze veel „criminele daden” verricht hebben, zoals het verwoesten van kloosters en het doden van rooms-katholieke geestelijken, onder wie de martelaren van Gorcum en de martelaren van Roermond. „Veel geestelijken zijn door hen kwaadaardig behandeld.”

18747758.JPG
Prof. dr. Fred van Lieburg voor een volle zaal. beeld Jan van Reenen

Forten

Tijdens de Opstand (1568-1648) werden nogal wat kerken verwoest, schetste dr. Arjan Nobel, docent Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Veel kerken werden in het laatste gedeelte van de zestiende eeuw afgebroken omdat ze van belang konden zijn als verdedigingswerk of als uitkijkpost. Dat was bijvoorbeeld het geval met de kerk van Warmond, die werd gesloopt tijdens het beleg van Leiden (1574).

Andere kerken werden neergehaald om stenen te verkrijgen voor forten. Stenen van kerken in het Zeeuwse Boudewijnskerke en Sint Janskerke waren nodig voor de bouw van Fort Rammekens bij Vlissingen. De Mariakapel in Oisterwijk brandde af toen Staatse troepen in 1587 het Brabantse dorp platbrandden om de Spaanse troepen tegen te houden. Er zijn, aldus Nobel, nog steeds kerken die door de (nabijgelegen) ruïnes herinneren aan die tijd. Hij noemde als voorbeelden Bergen en Wassenaar.

De Weerd nam het op voor de geuzen, waarmee hij de opstandelingen van het eerste uur bedoelde. Hun acties waren volgens hem niet alleen profaan, maar droegen ook een religieuze lading. „Het ruïneren van kerkelijk bezit kende ook religieuze motieven.”

18747760.JPG
Dr. Jos de Weerd. beeld Jan van Reenen

De historicus, die vorig jaar promoveerde op de Reformatie van de Veluwe, stelde dat kerkroof in die tijd het ergste was dat er bestond. Die vond plaats als vorm van religieuze kritiek, omdat men het niet eens was met de Rooms-Katholieke Kerk. Dat gebeurde ook al voor de Beeldenstorm. Zo stal Jasper de Haese in 1564 liturgische voorwerpen, waaronder een miskelk, uit de kerk van Hattem om die in een gat buiten de stad te begraven.

De Beeldenstorm in 1566 had volgens De Weerd zeker een religieuze dimensie. Het verwijderen van liturgische voorwerpen die bestemd waren voor de rooms-katholieke eredienst en het veranderen van ruimtes in kerken op de Veluwe was een logische vervolgstap in 1572, aldus De Weerd. „Er werd geprobeerd een nieuwe religieuze orde in te stellen.”

Hij gaf aan dat het zo ging bij de verovering van Elburg en Harderwijk door de geuzen, maar ook bij andere geuzenacties op de Veluwe. In Ellecom werd een sacramentshuisje gezuiverd. In Spankeren sloegen ze een muur om het kerkhof kapot. In Brummen haalden ze miskelken weg. Dat deden de geuzen niet voor het geld, aldus De Weerd.

De acties van 1572 op de Veluwe hielden geen stand. De rooms-katholieke gebruiken kwamen weer terug. Er kwamen, bijvoorbeeld, nieuwe kosters in Putten en Oldebroek die zich vertrouwd maakten met de rooms-katholieke rituelen, terwijl elders nieuwe miskelken kwamen. „In 1572 hadden de acties van de geuzen nauwelijks effect. Dat was wel het geval toen er in 1578 een definitieve verandering kwam.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer