Topje van monument op de Dam weer terug na opknapbeurt
Op zo’n 22 meter hoogte is maandag na een opknapbeurt het topje van het Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam weer teruggeplaatst. Daarmee is het onderhoud aan het gedenkteken bijna afgerond. „We willen het monument voor de kerst weer teruggeven aan de stad”, zei projectleider Merel Peppelenbosch, nadat het 1000 kilo wegende bovenste deel van de zogenoemde pyloon weer op zijn plek lag.
De werkzaamheden, die in mei begonnen, duren ruim zeven maanden. De afgelopen tijd zijn in totaal 198 natuursteenblokken van de pyloon, nog eens 123 van de urnenwand en 48 van de sokkels van de leeuwen gedemonteerd en onder handen genomen door een steenhouwerij in Winterswijk. Daar is alles schoongemaakt en waar nodig hersteld. Dit is volgens Peppelenbosch allemaal volgens plan verlopen. De blokken waren flink beschadigd, maar dit was al eerder naar voren gekomen uit uitgebreid vooronderzoek.
Het gedenkteken is opgetrokken uit travertin, een Italiaanse kalksteen die gevoelig is voor inwerking van het weer en daarom goed moet worden verzorgd. Om die reden krijgt het monument naast een jaarlijkse schoonmaakbeurt elke 25 jaar grondig onderhoud, voor het laatst in 1997.
De komende weken worden de laatste blokken teruggeplaatst en is het tijd voor de afwerking, aldus de projectleider. Dit keer is ieder blok nauwkeurig gedocumenteerd, zodat in de toekomst precies duidelijk is wat er sinds het laatste onderhoud is veranderd. Het hele proces kost rond de 2 miljoen euro.
Het Nationaal Monument op de Dam van beeldhouwer John Rädecker en architect Ko Oud stamt uit 1956. Het is opgericht ter nagedachtenis aan de Tweede Wereldoorlog en staat centraal tijdens de Nationale Dodenherdenking op 4 mei.