Hof staat berechting Pinochet toe
Het hooggerechtshof in Chili heeft dinsdag bepaald dat de voormalige dictator Augusto Pinochet mag worden berecht wegens moord en ontvoering tijdens de dictatuur (1973–1990). Drie leden van het vijfkoppige hooggerechthof spraken zich uit voor het bekrachtigen van het vonnis van een lagere rechtbank. Twee leden van het hof stemden tegen.
Eind december oordeelde het Chileense hof van beroep dat de ex–president mag worden berecht wegens zijn rol in de Operatie Cóndor. Dat was in de jaren zeventig een geheim samenwerkingsverband van inlichtingendiensten in Zuid–Amerika waarmee linkse activisten werden uitgeschakeld.
Advocaten van Pinochet gingen in beroep tegen de uitspraak van het hof van beroep. De juristen stelden dat de gezondheidstoestand van hun 89–jarige cliënt geen proces toestaat.
Onderzoeksrechter Juan Guzman klaagde Pinochet in december formeel aan voor betrokkenheid bij negen ontvoeringen en een moord in de jaren zeventig. De slachtoffers waren linkse opponenten van de dictator. Guzman liet Pinochet daarop onder huisarrest plaatsen.
In Chili ontstond kort voor de uitspraak van het hooggerechtshof dinsdag ophef over een artikel in de Chileense krant La Nación. Dit dagblad publiceerde in de maandageditie (plaatselijke tijd) een notitie van 6 november 1975 van de geheime dienst DINA, die door Pinochet was ondertekend. In het document reageert Pinochet als plaatsvervanger van de toenmalige chef van de DINA, Manuel Contreras, op een brief van een vrouw die op zoek was naar haar vermiste dochter.
Naar aanleiding van de publicatie van het document zei de socialistische parlementariër Juan Bustos dat nu het „onweerlegbare bewijs" is geleverd dat Pinochet de hoogste chef van de DINA was. Pinochet zelf heeft altijd ontkend dat hij tot in de details op de hoogte was van het reilen en zeilen van de DINA.