VN-milieubureau: veel te weinig vooruitgang in klimaatplannen
In een jaar tijd hebben regeringen wereldwijd veel te weinig vooruitgang geboekt om hun klimaatplannen te verbeteren, stelt het milieubureau van de Verenigde Naties (UNEP) donderdag in een rapport. Sinds de klimaattop in Glasgow vorig jaar zijn nieuwe plannen aangekondigd, samen leiden die tot minder dan 1 procent extra vermindering van broeikasgassen. „Hopeloos ontoereikend”, aldus UNEP.
UNEP noemt het ook wel een „verspild jaar”. Om de opwarming van de aarde te beperken tot 2 graden Celsius, of liever nog 1,5 graad, moet de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met zeker 30 tot 45 procent zijn verminderd. Met de huidige klimaatbeloftes van landen wordt dat doel, afgesproken in het Klimaatakkoord van Parijs, bij lange na niet gehaald.
De temperatuur stijgt met de huidige beloftes 2,4 of 2,6 graden ten opzichte van het pre-industriële tijdperk, heeft het bureau uitgerekend. Onder het klimaatbeleid dat al is ingevoerd, zal de aarde 2,8 graden opwarmen. Dat laat het verschil zien tussen toezeggingen die zijn gedaan en daadwerkelijke actie, zegt UNEP in het zogenoemde Emissions Gap Report.
Momenteel is er dus geen enkele „geloofwaardige route naar 1,5 graad”, stelt het milieubureau. Als de aarde meer opwarmt dan 1,5 graad, nemen de risico’s toe. Het gaat dan bijvoorbeeld om extreem weer of hevige droogte. Ook smelt het ijs op Antarctica en Groenland dan sneller en sterven mogelijk meer dieren- en plantensoorten uit.
Om de doelen nog te halen is op grote schaal een snelle systeemverandering noodzakelijk, vindt UNEP. „Elke fractie van een graad is van belang: voor kwetsbare gemeenschappen, voor dieren en planten, voor ecosystemen en voor ieder van ons”, zegt chef van het milieubureau Inger Andersen. „Ook als we onze doelstellingen voor 2030 niet halen, moeten we proberen zo dicht mogelijk bij 1,5 graden te komen.” De bedoeling is om in 2050 de uitstoot verminderd te hebben tot netto nul: alle uitstoot die er dan nog is, zou opgevangen moeten worden.
UNEP zegt dat er snel een transformatie nodig is in de elektriciteitsvoorziening, industrie, transport en voedsel- en financiële systemen. Dit moet helpen om een klimaatramp te voorkomen, aldus het bureau. Het gaat dan bijvoorbeeld om het gebruik van hernieuwbare energie en meer investeringen in projecten die klimaatverandering tegengaan.