Protestantse dorpskerk in rooms-katholiek Laren
De Johanneskerk in Laren, in het Gooi, bestaat vijfhonderd jaar. Het meest bijzondere element in de dorpskerk is misschien wel het beeld van Johannes.
De prominente Johanneskerk is een protestantse kerk in een vanouds rooms-katholieke omgeving. Zestig jaar –van 1521 tot 1581– was het bedehuis in gebruik voor de rooms-katholieke eredienst. Daarna werd het aan de protestanten gegeven. Dat gebeurde na de overgang van Laren naar de kant van de Opstand.
„De gemeente bleef maar klein” zegt Henk Michielse, een van de auteurs van het boek ”De Johanneskerk te Laren 1521-2021”. „Maar weinig inwoners van Laren gingen over naar de Reformatie. De kleine gemeente ging eerst samen met Hilversum en daarna met Blaricum.”
In de napoleontische tijd probeerden de rooms-katholieken hun oude dorpskerk terug te krijgen, aldus Michielse. „In een bezwaarschrift in 1809 wezen ze erop dat de hervormden met nauwelijks 20 zielen de beschikking hadden over de dorpskerk, terwijl de katholieken met 1300 zielen maar een kleine kerk hadden. In 1822 en 1830 werden de ramen van de hervormde kerk in Laren ingegooid en in 1830 werden de kerkdiensten verstoord door luidruchtige katholieken.”
Michielse is blij dat nu alles pais en vree is. Tijdens de presentatie van het boek vorige maand was pastoor Van der Peet van de parochie aanwezig en kreeg hij ook een boek uitgereikt.
En natuurlijk is Michielse ook blij met het donkere, houten beeld van Johannes voorin de kerk, al is dat beschadigd. „Het werd tijdens de restauratie van 1954 aangetroffen in de toren”, vertelt Jan de Bruijn, medesamensteller van het boek. „Het was afgeschaafd en diende eeuwenlang als stutbalk in de fundering van de toren. Het heeft daarna jaren op de kamer van de burgemeester van Laren gestaan. In 2003 wilde de burgemeester het aanbieden aan de parochie in Laren, maar de protestantse gemeente wilde het graag hebben en dat is gebeurd. Vanaf dat moment heet deze kerk de Johanneskerk.”
Er is nog iets bijzonders met het beeld. De Bruijn: „Algemeen werd gedacht dat het een afbeelding betrof van Johannes de evangelist. Onderzoek heeft uitgewezen dat dit niet het geval is, omdat de jonge apostel Johannes in de West-Europese iconografische traditie nooit een baard heeft en dit beeld wel. Maar het is niet erg dat de heilige voortaan naamloos blijft. De onbekende heilige, die zijn gezicht verloor en zijn naam kwijtraakte, maar die toch eeuwenlang als onzichtbare en stille kracht de toren heeft helpen stutten, is als een vingerwijzing naar de hemel.”
De Bruijn heeft meer nieuws ontdekt. Hij draait zich om naar het orgel. „Eerst dacht men dat dit een Weidtman-orgel was, maar dat is niet het geval. Het is een Titz-orgel. Het heeft een mooie klank en wordt regelmatig bespeeld, ook tijdens orgelconcerten. De ”Vrienden van de Johanneskerk” proberen het kerkgebouw een functie voor het hele dorp te geven. De Johanneskerk is nu weer de dorpskerk.”
De kerk is in eigendom van de protestantse gemeente Laren-Eemnes, maar wordt niet meer gebruikt voor de zondagse erediensten. Daarvoor dient nu de Ontmoetingskerk, een voormalige gereformeerde kerk. De Bruijn: „De Johanneskerk wordt gebruikt voor bijzondere diensten, zoals rouw- en trouwdiensten, advents- en zomerdiensten en voor concerten en wordt meer en meer de huiskamer van het dorp.”
De Bruijn ontdekte nog iets in de archieven. Hij loopt naar buiten, naar de voorkant van de kerk, en wijst op de gele stenen in de stoep die aangeven dat hier vroeger een koor is geweest. „Dat koor is afgebroken, maar tot nu toe was niet bekend wanneer dat gebeurd was. Mijn onderzoek heeft het jaartal 1837 opgeleverd. De kerk was verwaarloosd en moest worden opgeknapt. Het koor, dat toch niet gebruikt werd en waaraan veel moest gebeuren, werd afgebroken. De kerk heeft helaas aan schoonheid verloren.”
Hij wijst naar het informatiepaneel. „Het is jammer dat daarop onjuiste informatie staat, niet alleen over het Johannesbeeld, maar ook over de beeldenstorm die hier niet geweest is en over andere dingen. Had de burgerlijke gemeente maar even gewacht tot het boek af was! Maar, gelukkig heeft de gemeente beloofd de informatie te verbeteren.”