Opinie

Vakantie in Thailand

4 January 2005 11:51Gewijzigd op 14 November 2020 02:04

Het ging juist weer wat beter met de witte-stranden-met-palmbomen van Thailand. Na de SARS-epidemie in de zomer van 2003 krabbelde het toerisme wat op. Dit jaar hoopte het Thaise Bureau voor Toerisme meer dan 13 miljoen gasten te kunnen verwelkomen. Echter, amper een maand na de start van het warme hoogseizoen trekt een dramatische zeebeving diepe sporen in de stranden langs de Stille Oceaan.Het leven gaat door, denken toeristen echter, en de afgelopen dagen zonden persbureau’s alweer foto’s van zonnebadende en bierdrinkende badgasten. Op de achtergrond, soms maar een meter of tien van hen vandaan, ligt het puin opgestapeld. Mensen zoeken naar de restanten van hun bezittingen. Blijkbaar kan dat, luieren in een lijklucht.

Zo bont maakte minister Remkes van Binnenlandse Zaken het gelukkig niet. Hij bleef een paar honderd kilometer van het rampgebied vandaan. Op tweede kerstdag meldde hij zijn voorspoedige aankomst en voegde eraan toe niet gestoord te willen worden.

Natuurlijk kan ook bij ministers de boog niet altijd gespannen staan. Na de hectische weken sinds de moord op Van Gogh zal de bewindsman behoefte hebben gehad aan rust tijdens het kerstreces. Niemand zal Remkes dus zijn vakantie willen ontzeggen.

Toch had hij beter even op Schiermonnikoog kunnen uitwaaien. Het is al merkwaardig dat Remkes slechts met grote moeite te bereiken was, maar de minister maakt het helemaal bont door op een steenworp afstand van het rampgebied te doen alsof er niets aan de hand is. Pas na forse kritiek van enkele kamerfracties besloot Remkes alsnog een bezoek te brengen aan zijn ’eigen’ Rampen Identificatie Team (RIT) dat op een naburig eiland nuttig werk verricht.

Het ministerschap is geen baan van acht tot vijf. Het verweer van Remkes dat hij de hulpverleners niet voor de voeten wil lopen, is niet erg steekhoudend. Natuurlijk hoeft een minister niet zelf de schop in de hand te nemen. En op het Thaise ministerie van Binnenlandse Zaken zou hij een kat in een vreemd pakhuis zijn geweest.

Maar een minister moet er wel zijn voor z’n mensen, reces of niet. Hij had niet alleen de hulpverleners een hart onder de riem kunnen steken, maar ook de gestrande toeristen kunnen opzoeken - zeker nu duidelijk is dat er tientallen, mogelijk honderden Nederlanders vermist zijn. Met een spontaan bezoek had de minister van Binnenlandse Zaken juist zijn onlangs nog beschadigde imago wat kunnen herstellen.

Iedereen herinnert zich de foto’s uit 1953, toen koningin Juliana met kaplaarzen en verwaaide haren door de Zeeuwse modder banjerde en de gedupeerden van de watersnoodramp bezocht. Op eenzelfde manier krikte president Bush eind 2003 het moreel van zijn mannen op door Thanksgiving te vieren in een militaire kantine in Bagdad.

Zo’n bezoek van een Nederlandse minister mag uiteraard niet de gedachte laten ontstaan dat een ramp als deze voor ons alleen betekenis heeft omdat er ook Europese slachtoffers zijn. De huidskleur mag geen enkele rol spelen bij de mate van inspanning die er verricht wordt om mensenlevens te redden.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer