Britse regering moet zich afvragen met hoeveel mandaat ze het land nog kan besturen
Liz Truss heeft een record gevestigd. Na 45 dagen is ze donderdag afgetreden als premier van het Verenigd Koninkrijk. Daarmee is ze de kortst zittende Britse minister-president uit de geschiedenis.
Het is echter wel een dubieuze mijlpaal. Want Truss verlaat Downing Street op het moment dat het land meer dan ooit een sterke leider nodig heeft. De economie zit in zwaar weer en de eerste plannen van de kersverse premier joegen daar nog een flinke storm overheen.
De financiële markten zijn nog maar nauwelijks bekomen van de belastingmaatregelen die Truss had voorgesteld. Het ontslag van de minister van Financiën en het terugdraaien van de omstreden plannen konden de politieke ondergang van de premier niet voorkomen.
Die had ook alles te maken met de snel afkalvende steun voor Truss binnen haar eigen, toch al diep verdeelde Conservatieve Partij. De populariteit van de premier én de Tories daalde de afgelopen weken tot een absoluut dieptepunt.
Dat werpt vanzelfsprekend de vraag op hoe het nu verder moet. De Conservatieven zullen een nieuwe partijleider moeten kiezen, die dan in principe ook de nieuwe premier wordt. Na het aftreden van Truss’ voorganger Boris Johnson meldde zich al snel een handvol kandidaten. Nu staan politici begrijpelijkerwijs niet te trappelen om die handschoen op te nemen, uit angst dat hun vroeg of laat eenzelfde lot als Truss wacht.
De mogelijkheid bestaat intussen dat Johnson zich opnieuw als redder van het land opwerpt. Hij mag dan in bestuurlijk opzicht zijn sporen hebben verdiend en een sterke leider zijn; de schandalen die tot zijn aftreden leidden, maken hem nu niet bepaald de vertrouwenwekkende persoon die het Verenigd Koninkrijk door deze zware tijden heen zal loodsen.
Voor de Britse oppositie bestaat er maar één oplossing: nieuwe verkiezingen. Dat is natuurlijk de standaardreflex als er politieke problemen zijn: direct roepen dat de regering weg moet; zij is immers altijd de schuld van alle misère.
Formeel kan de Conservatieve Partij zich beroepen op de keus die de kiezer bij de laatste stembusgang heeft gemaakt. Als de huidige regering er in de peilingen echter zo dramatisch voor staat en inmiddels aan de derde premier in drie jaar toe is, moet ze zich wel afvragen met hoeveel mandaat ze het land nog kan besturen.
Nieuwe verkiezingen zouden echter voor de Conservatieve Partij een vorm van politieke zelfmoord zijn, want de partij zal naar alle waarschijnlijkheid een dramatische nederlaag lijden. En dus zullen de Tories alles op alles zetten om het pluche in Downing Street warm te houden.
Het is kiezen uit twee kwaden. Zowel nieuwe verkiezingen als de interne crisis bij de Conservatieven zijn fnuikend voor het land. Juist in een tijd waarin de economische situatie, de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis om stabiliteit vragen.