Duizelingwekkend wonder
Johannes 11:43,44a
„En als Jezus dit gezegd had, riep Hij met grote stem: „Lazarus, kom uit.” En de gestorvene kwam uit.”
Zeg nooit dat u weet wat het is om de goedertierenheid van God bij ondervinding in uw ziel te genieten als u nooit in het walgelijke graf geweest bent, waar de goedertierenheid van God, zoals Psalm 88:12 het zegt, „verteld” wordt. De natuur duizelt en al de wijsheid van de mens geeft de geest. God maakt graag de hoogheid van de mens tot schande, en vernietigt al de wijsheid van het schepsel. Daarom brengt Hij Zijn volk in zulke plaatsen om de grootheid van Zijn goedertierenheid aan te tonen. En zo, terwijl Hij hen behoudt met een eeuwige behoudenis, maakt Hij die behoudenis dierbaar door die te ontdekken in zulke plaatsen en toestanden dat niets anders in hun omstandigheden kan passen, of hun zielen kan verlossen. Maar zie de wonderlijke stelling. Hoe? De metgezel van de wormen, hij die zelf gevoelt dat hij een graf is, hij die zichzelf kent als besmet met al het bederf van het graf, begeert voor zich de goedertierenheid van een Drie-enig God, dat hij zou wensen dat de heilige Drie-eenheid komt, niet slechts tot de buitenzijde, maar tot de binnenzijde van het graf. Hij komt niet slechts tot de marmeren deuren van Lazarus’ graf, maar geestelijk door de deuren in de plaats waar Lazarus ligt, om de welriekende geur en reuk van eeuwige liefde uit te storten tussen de verrotting van het graf.
J. C. Philpot, predikant te Oakham en Stamford
(”Arm, maar rijk in God”, 2021)