Difterie vastgesteld bij asielzoeker uit Syrië
Een vluchteling uit Syrië in Nederland is besmet geraakt met difterie. De asielzoeker is met antibiotica behandeld. Mensen met wie de vluchteling in contact is geweest, zijn getest en gevaccineerd, maar ze hadden het virus niet opgelopen.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) meldt niet waar en hoe de asielzoeker het virus heeft opgelopen. Difterie is een zeer besmettelijke ziekte.
Difterie gaat rond onder asielzoekers in Europa. Begin deze maand meldde de Europese gezondheidsdienst ECDC dat er dit jaar 92 besmettingen zijn vastgesteld. Dat zijn meer gevallen dan in 2020 en 2021 bij elkaar. Zeker een persoon is aan de infectie overleden.
Volgens het ECDC was de ziekte tot begin oktober bevestigd in België, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Noorwegen, Oostenrijk en Zwitserland. De besmette mensen komen met name uit Afghanistan en Syrië. Eén persoon die het virus heeft opgelopen, werkte in een opvanglocatie voor vluchtelingen. Alle positief geteste mensen zijn mannen, en de meeste besmettingen zijn in de asielopvanglocaties zelf vastgesteld.
Het ECDC zei dat de toename te maken kan hebben met een stijging van het aantal vluchtelingen uit landen waar difterie nog voorkomt. Het zou ook kunnen zijn dat de bacterie gemakkelijk rondgaat in opvanglocaties. Er zijn geen aanwijzingen dat het virus zich verspreidt onder inwoners van Europese landen.
Difterie kan door twee bacteriën worden veroorzaakt. Na een besmetting kunnen huid, longen, hart, zenuwstelsel en nierbuisjes beschadigd raken. Mensen kunnen de bacterie oplopen door het hoesten van iemand anders, maar difterie verspreidt zich ook via besmette dieren, ongepasteuriseerde melk en besmet voedsel. Vroeger stierven in Nederland veel kinderen aan de bacterie, maar vaccinatie maakte daar een einde aan. Sinds het begin van de eeuw zijn in Nederland achttien gevallen vastgesteld. Het meest recente geval tot nu was in 2020. In 1993 overleed voor het laatst iemand in Nederland aan difterie.