De natuur in zonder iets te zien
Als er één ding is dat tijdens een tochtje door de natuur onmisbaar lijkt, is het wel een goed stel ogen. Eddy Van Oers –zelf nagenoeg blind– laat zien dat ook mensen met een beperkt gezichtsvermogen prima zelfstandig een boswandeling kunnen maken.
De zestigjarige Vlaming weet al van kinds af aan wat het is om slechtziend te zijn. Hij lijdt aan de ziekte van Stargardt, een genetische netvliesafwijking die in de loop der jaren alleen maar erger wordt. „Ik heb normaal basisonderwijs gevolgd en ook leren lezen, maar er was veel wat niet kon. Technische hulpmiddelen waren er in die tijd nog nauwelijks.”
Van Oers is opgegroeid in Wildert, een dorpje in de buurt van Kalmthout, een bosrijk gebied dicht bij de grens met Nederland. Van jongs af aan voelde hij zich thuis in de natuur en heeft zich daarbij door zijn beperking nooit tegen laten houden. Als het maar even kon trok hij eropuit, het bos in.
De keuze voor een vervolgopleiding was voor de Vlaming beperkt. Hij koos voor de bakkersopleiding en heeft dat werk zo’n dertig jaar kunnen doen. „Er zit een zwarte vlek in het midden van mijn gezichtsveld die in de loop van de tijd steeds groter werd. Op een gegeven moment ging de achteruitgang heel snel en moest ik de bakkerij vaarwel zeggen.”
Van Oers ging een traject van omscholing in, met focus op de Nederlandse taal en het omgaan met de computer. Hij loopt stage bij Toegangspoort De Vroente, een natuureducatiecentrum bij het Grenspark Kalmthoutse Heide. Na afloop kan hij daar verder als educatief medewerker en als baliemedewerker.
Op die plek krijgt hij de kans om een grote wens van hem te vervullen: het ontwerp van een natuurpad dat blinden en slechtzienden zelfstandig en veilig kunnen lopen. De ervaringsdeskundige ziet als geen ander de noodzaak van zo’n pad. „Mensen met een gezichtsbeperking zijn geneigd te veel binnen te blijven, in een vertrouwde omgeving die ze op hun duimpje kennen. Terwijl het juist voor hen zo goed is om eropuit te gaan en lichaam en geest te prikkelen.”
In goed overleg met de beheerder van het gebied kiest Van Oers een bestaand pad op de Kalmthoutse Heide uit, het Vlinderpad. Deze route van 2,7 kilometer leidt door een gevarieerd terrein van bos en heide. De zijkant van het pad is, indien nodig, gemarkeerd met liggende boomstammetjes. Op andere plaatsen zorgt de begroeiing voor een natuurlijke afscheiding. „Dit is duidelijk geen park, maar echt een bospad met boomwortels en andere oneffenheden.”
Niet alleen vanuit België weten blinden en slechtzienden het pad inmiddels te vinden. „Een poosje geleden ben ik met een aantal mensen van de Nederlandse Stichting Bartiméus op pad geweest, sommigen aan de arm, anderen helemaal zelfstandig. Ze hebben genoten, juist ook door de puurheid van het terrein.”
Op diverse punten in de route wordt de wandelaar door middel van noppentegels en via de bijbehorende app uitgedaagd om de zintuigen die wel intact zijn te gebruiken. Zo wijst de app bijvoorbeeld op de kenmerkende scherpe geur van het pijpenstrootje en nodigt hij uit om een groot litteken in een boomstam te betasten.
In principe is de route geschikt om zelfstandig af te leggen. „Ik raad het wel af. Er kunnen altijd onverwachte zaken als een omgevallen boom op het pad liggen, waardoor mensen zich bezeren of zich niet meer kunnen oriënteren.” Om die reden loopt Van Oers elke week het pad af ter controle en geeft vrijwilligers opdracht tot snoeien of herstel. „Het onderhoud vraagt veel werk.”
Van Oers ziet niet alleen blinden en slechtzienden als doelgroep. „Studenten van de opleidingen toerisme of zorg en ook betrokken familieleden kunnen bij ons een bril lenen die blindheid en slechtziendheid nabootst. Een onvergetelijke en ontzettend leerzame ervaring.”