Met toename houtstook stijgt risico op schoorsteenbranden
Door de hoge gasprijs besluiten steeds meer mensen hun huis te verwarmen met een houtkachel of open haard. De kans op schoorsteenbranden neemt toe, waarschuwen schoorsteenvegers. „Onkunde is vaak de oorzaak.”
Het wordt kouder en de gasprijs piekt. Reden voor veel Nederlanders om hout te gaan stoken als goedkoop alternatief voor gas. Maar dat alternatief is niet geheel zonder risico. Hout stoken vergt kennis van zaken, en als je die mist, zou het rookkanaal van je kachel zomaar een keer in brand kunnen vliegen, vertelt Knud van Eijk.
Van Eijk heeft een schoorsteen- veegbedrijf met vestigingen in Yerseke en Koewacht. „Ik heb in de voorbije weken al een paar keer een inspectie moeten uitvoeren van schoorstenen nadat er een brand in had gewoed”, zegt Van Eijk.
„Zo’n brand ontstaat meestal doordat onverbrande deeltjes die zich in de loop der tijd in het rookkanaal hebben opgehoopt, tijdens het stoken door de hoge temperaturen opnieuw vlam vatten.
Vuiligheid
Deze teerachtige, zeer brandbare laag heet in vaktaal creosoot. Het ontstaan van die vuiligheid in je schoorsteen is dikwijls het gevolg van onkunde. Als je niet op de correcte manier stookt, kan zich creosoot afzetten tegen de binnenwanden in het rookkanaal.”
En dat verhoogt volgens Van Eijk het risico dat op een dag de vlammen uit je schoorsteen slaan en de brandweer moet uitrukken.
Het is dus volgens de Zeeuwse schoorsteenveger zeker niet verstandig als je zomaar wat gaat stoken en bij wijze van spreken een volle prullenbak leegkiepert in de open haard, en die vervolgens aansteekt. Maar ook bielzen met teer, sloophout en papier kun je beter niet in de open haard of houtkachel werpen, adviseert Van Eijk, om van kunststof maar te zwijgen.
Patroon
Zijn schoorsteenveegbedrijf is aangesloten bij de Algemene Schoorsteenvegers Patroons Bond (ASPB), een vakorganisatie waar honderdvijftig erkende schoorsteenvegers lid van zijn.
De ASPB adviseert om een open haard altijd te stoken volgens de zogenaamde Zwitserse stookmethode. Je legt dan de grootste houtblokken onderaan, daarboven plaats je de kleinere stukken en helemaal bovenaan het fijnste hout, je legt dus het meest brandbare materiaal bovenop.
Vaak doen mensen juist het omgekeerde als ze hun kachel vullen. Ze beginnen met krantenpapier, daarboven komt het fijne hout en de grote blokken leggen ze er bovenop. Ze ontsteken die stapel dan onderaan. Bij de Zwitserse methode gaat het dus precies andersom, óók het aansteken. Je steekt de stapel bovenaan aan, liefst met aanmaakblokjes.
Niet vol
Ook moet er voldoende lucht tussen het hout zitten, met andere woorden: prop je kachel niet vol, en gebruik droog hout, benadrukt schoorsteenveger Van Eijk.
Hij verwacht dat het aantal schoorsteenbranden in de komende tijd „zeker zal toenemen.” Dat komt volgens Van Eijk mede omdat veel mensen die nu vanwege de hoge gasprijs besluiten hun haard of houtkachel aan te steken, deze mogelijk al lang niet meer hebben gebruikt. „Misschien zijn ze de afgelopen jaren vergeten hun schoorsteen regelmatig te laten vegen. Je moet hem minstens één keer per jaar laten reinigen door een erkende schoorsteenveger. Dat is ook een voorwaarde voor veel verzekeraars.”
Het advies voor veilig stoken van Van Eijk, maar ook van de bond ASPB en de brandweer, luidt dan ook: zorg dat je rookkanaal in orde is, gebruik goed hout en steek de kachel correct aan.
„Mensen kunnen heel veel zelf doen om schoorsteenbranden te voorkomen”, aldus Van Eijk. „Een schoorsteen kan op zich wel een stootje hebben, en bij een schoorsteenbrand hoeft niet per se je hele huis af te branden, maar het kan toch enorm riskant zijn. Want de hitte die er bij vrijkomt is enorm.”
Emmer zand
En de brandweer geeft nog de tip om een emmer met zand klaar te zetten bij je brandende haard of kachel, níet een emmer water. Je kunt volgens de brandweer namelijk beter zand in het vuur gooien als het misgaat, dan water. Door water kan je kachel uit elkaar barsten vanwege het plotseling optredende grote temperatuurverschil, en dat kan de situatie verder verergeren.