Shell overzag alles, zelfs de risico’s
Zeven weken getuigenverhoren heeft de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning achter de rug. Krijgt de versterkingsoperatie nu alsnog een impuls?
Of een lagere aardgaswinning zorgt voor een lagere intensiteit van bodemschokken? Nee, zet Pieter Dekker voor de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning uiteen. „Het verlagen van de productie draagt niet bij aan het oplossen van het probleem.” Evenmin is het volgens hem zo dat het verhogen van de winning veel kwaad kan. Opnieuw Dekker, tijdens het verhoor op 30 juni: „Je krijgt dezelfde bevingen, maar iets dichter op elkaar. Materieel maakt dat geen verschil.”
Wie niet beter zou weten, zou denken dat de commissie die dertigste juni een seismoloog verhoorde; eentje die de ins en outs van bodemschokken op zijn duimpje kent. Maar Dekker is geen wetenschapper; hij is voormalig Shelltopman en was bij het olieconcern verantwoordelijk voor het gashandelshuis Gasterra en de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). Goedbeschouwd is het enige wat hij schetst op welke kennis de NAM zich tijdens de gasboringen in Groningen dacht te kunnen beroepen. Of is het beter om te zeggen: achter welke kennis Shell en de NAM zich dachten te kunnen verschuilen?
Feit is, zo is uit de parlementaire enquêteverhoren overduidelijk gebleken, dat de vraag wat de boringen eigenlijk betekenden voor de Groningers en hun veiligheid tot in 2013 nooit serieus is onderzocht. De TU Delft en het KNMI wisten alles van aardbevingen ver weg en weinig van aardschokken in Groningen. Moedige geologen of ingenieurs, zoals Hans de Waal en Hans Roest, die op eigen gezag onderzoek deden, hadden mede daardoor het nakijken.
De NAM haalde de schouders op toen het Staatstoezicht op de Mijnen na een krachtige aardbeving in 2012 in Huizinge adviseerde het niveau van de aardgaswinning zo snel mogelijk te verlagen. Dat moet eerst maar eens nader worden onderbouwd, reageerde het bedrijf.
Schuldbewust
Ook volgens toenmalig VVD-minister Kamp (Economische Zaken) was aanvullend onderzoek vereist. Zelfs de klap bij Huizinge, eentje met een kracht van 3,6 op de schaal van Richter, schudde hem en zijn voorganger Maxime Verhagen (CDA), nog niet wakker. „Ik had naast de mensen moeten gaan staan”, blikte de CDA’er tijdens zijn verhoor op 1 september schuldbewust terug. Maar hij zag de bevingen als nevenschade, iets wat ook een van zijn voorgangers, VVD’er Annemarie Jorritsma, deed. Een werkbezoekje, bedoeld om de gedupeerden een hart onder de riem te steken, hoefde volgens hem niet.
Uit de verhoren bleek niet alleen hoe gemakzuchtig bewindslieden er lange tijd vanuit gingen dat de gaswinning veilig was. Ook bij de vermeende onmisbaarheid ervan plaatsten zij amper vraagtekens. Zelfs de Groningse commissaris van de Koning Van den Berg, die toch echt naast de burgers stond, vroeg zijn provinciegenoten om begrip toen de gaswinning na het alarmerende advies van het Staatstoezicht op volle toeren doorging. „Het abrupt terugschroeven, kan mogelijk maatschappij-ontwrichtende gevolgen hebben”, waarschuwde hij in een opiniestuk in het Dagblad van het Noorden.
Dat blijkt inmiddels veel genuanceerder te liggen. En het inzicht dat er wel degelijk alternatieven waren geweest, had veel eerder kunnen landen, zo lieten de parlementaire enquêteverhoren zien. Dat is wrang.
Topambtenaren
Bewindslieden zoals Verhagen en Kamp kregen maar mondjesmaat grip op het gasdossier. De Maatschap Groningen (NAM, Shell, ExxonMobil en staatsbedrijf EBN) zette de toon. Weliswaar kwamen partijen geregeld langs op het ministerie om de strategie te bespreken, maar in dat gesloten wereldje kregen de ministers als passanten maar moeilijk voet aan de grond. De gasverhoren bevestigden het vermoeden dat zij het onderhouden van de contacten het liefste overlieten aan hun topambtenaren.
Zo kon het gebeuren dat een van die topambtenaren het alarmerende advies van het staatstoezicht al uitgebreid had doorgesproken met de sector, ook wel ”de olies” genoemd, en met hen al een voorlopige reactie had bepaald, voordat Kamp aan zet was. En dat een doorrekening van GasTerra uit 2012 in een diepe la verdween. Wat daarin stond, was cruciaal: de leveringszekerheid hoefde niet in gevaar te komen als de NAM in plaats van ruim 40 miljard kubieke meter aardgas er ‘slechts’ 27 miljard zou oppompen. Maar wat voor de Groningers een hoopgevende boodschap had kunnen zijn, werd genegeerd.
Wellicht komt de enquêtecommissie tot de slotsom dat de overheid de rechten van de gedupeerden lang met voeten heeft getreden. Voor de Groningers is dat geen nieuws. Wel kunnen de verhoren bijdragen aan hun verwerkingsproces. Dat is zeker geen onbelangrijke bijkomstigheid. En misschien, heel misschien is de staat alsnog wakker geschud en zet het ministerie vanaf nu echt alles op alles om de vastgelopen versterkingsoperatie alsnog tot een goed eind te brengen.
Dat is, zo mag na alle verhoren worden geconcludeerd, niets minder dan een ereschuld.