CoMensha: slachtoffers mensenhandel verdwijnen uit zicht
Slachtoffers van mensenhandel verdwijnen steeds meer uit zicht, vreest het Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel (CoMensha). Het aantal meldingen van slachtoffers is afgelopen jaar afgenomen, maar het centrum vermoedt dat het daadwerkelijk aantal slachtoffers juist toeneemt. Daarom wil het een onafhankelijk onderzoek naar de problematiek, meldt het centrum dinsdag, op de Europese Dag tegen Mensenhandel.
In 2021 registreerde CoMensha 791 nieuwe slachtoffers van mensenhandel in Nederland. Dat is beduidend minder dan in 2020 (1013) en 2019 (1372). Met name het aantal meldingen bij de Nationale Politie, ziet CoMensha, is flink lager dan eerdere jaren.
Ina Hut, directeur-bestuurder van CoMensha, vermoedt echter dat de cijfers niet de werkelijke situatie weergeven. „Integendeel. Steeds meer mensen zijn kwetsbaar. Mensenhandelaren maken daar misbruik van, maar dat zien we niet terug in de cijfers. Dat betekent dat er steeds minder zicht op uitbuitingsslachtoffers is en dat slachtoffers niet de hulp en bescherming krijgen waar ze recht op hebben.” De schatting is dat in werkelijkheid ongeveer vijfduizend mensen per jaar slachtoffer zijn van mensenhandel in Nederland.
CoMensha brengt in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid de feiten over aard en omvang van (vermoedelijke) slachtoffers van mensenhandel in Nederland in beeld. Dit gebeurt onder meer ten behoeve van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. Deze laat in reactie weten dat Nederland de plicht heeft mensen te beschermen. „Als Nationaal Rapporteur zie ik dat deze bescherming echter voor een aantal specifieke groepen tekortschiet.”
Volgens de Nationaal Rapporteur is mensenhandel grotendeels een verborgen probleem. „Toch komt het overal in het land voor: mensen worden uitgebuit in bloedhete wasserijen, seksueel uitgebuit in hotelkamers of als huisslaaf opgesloten.” Het gaat volgens de rapporteur om „complexe problematiek en slachtoffers die zich in kwetsbare situaties bevinden”. „Het is en blijft ontzettend belangrijk dat we slachtoffers opvang en bescherming bieden, zodat zij in een veilige omgeving kunnen herstellen.”