ECB-bestuurder: rente eurozone ook volgend jaar verder omhoog
De rentetarieven in de eurozone moeten ook volgend jaar verder worden verhoogd om de hoge inflatie te bestrijden. Dat zei Martins Kazaks, de centralebankpresident van Letland en bestuurslid van de Europese Centrale Bank, maandag in Washington. Kazaks verwacht dat de inflatie in het eurogebied hoog zal blijven ondanks een vertraging van de economische groei. Veel economen verwachten dat de eurozone volgend jaar in een recessie zal belanden.
De ECB-bestuurder herhaalde een voorstander te zijn om de rente bij de komende beleidsvergadering op 27 oktober opnieuw met 0,75 procentpunt te verhogen. De stevige rentestap is volgens de Letse beleidsmaker nodig omdat de inflatie nog altijd ver boven de doelstelling van 2 procent ligt. Bij de laatste rentevergadering van dit jaar, die in december wordt gehouden, zou de rente volgens hem met nog eens een half tot driekwart procentpunt dienen te worden opgeschroefd, afhankelijk van de vooruitzichten voor de inflatie.
„Gezien de huidige trend, zie ik geen noodzaak om te pauzeren”, aldus Kazaks. Wel zou het tempo van de renteverhogingen volgens hem volgend jaar wat kunnen vertragen. Ook Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank en ECB-bestuurder, voorziet dat de ECB de rente nog wel twee of meer keer flink zal moeten opschroeven om de inflatie onder controle te krijgen. Pierre Wunsch, gouverneur van de Belgische centrale bank, zei vorige week ook al dat een nieuwe renteverhoging van 0,75 procentpunt niet onredelijk is, gezien de aanhoudende stijging van de consumentenprijzen.
Nu het Internationaal Monetair Fonds een recessie in de eurozone voorspelt in de tweede helft van dit jaar, mede als gevolg van de energiecrisis, erkent ook Kazaks het gevaar van een economische neergang in het eurogebied. Kazaks zou „positief verrast” zijn als de nieuwe economische voorspellingen die de ECB in december naar buiten brengt, „geen recessie zouden bevatten”. De hevigheid en de duur van die economische neergang zal volgens hem dan ook het pad voor het monetaire beleid van de centrale bank in de toekomst gaan bepalen.